Collectie-item

Instelling/bron: Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum Oudenbosch

Deze opbergdoos is vervaardigd uit gedroogde kruidnagels die met draad aan elkaar zijn geregen. Van kruidnagel werden 'souvenirs' gemaakt die onder meer aan zeelieden werden verkocht of via de zending hun weg vonden naar Nederland.

Toen de Hollanders van de VOC de Portugezen op de Molukken opvolgden in 1629 stelden zij daar de doodstraf in op de export van kruidnagelbomen. Omstreeks het midden van zeventiende eeuw werd de expansiepolitiek met succes bekroond en werd de kruidnagelproductie beperkt tot het eiland Ambon en drie kleinere eilanden, ten oosten daarvan. Alle bomen buiten dit gebied werden omgehakt. De sultans van Ternate en Tidore kregen als compensatie voor de bomen in 1652 en 1657 een forse geldelijke vergoeding. Daar waar de bomen nog wel waren toegestaan, was men verplicht alle kruidnagels aan de VOC te leveren. Aan de inheemse producenten werd maximaal 25 cent per pond betaald, terwijl de nagelen in Europa en Azië werden verkocht voor tussen de 3 en 4 gulden per pond. Toch lukte het de Fransen om op een gegeven moment jonge kruidnagelbomen te verkrijgen, zodat deze op Zanzibar en Pemba gekweekt konden worden.

Nog steeds zijn er op de Molukken grote kruidnagelplantages. Op de wereldmarkt kan de Molukse kruidnagel echter niet concurreren met die uit Afrika. De Molukse kruidnagel wordt niet gebruikt voor culinaire doeleinden, maar voor de kruidnagelsigaretten (kreteks).

Kruidnagels zijn de gedroogde, nog gesloten bloemknoppen van de kruidnagelboom (Syzygium aromaticum). Het heeft een overheersende smaak. Een kruidnagel bestaat uit een ongeveer 1 centimeter lang steeltje met daarop een knopje, dat zo'n 3 millimeter in diameter is. Het heet kruidnagel omdat het een 'kruid' is in de vorm van een draadnagel of spijker.

Na al die jaren ervaar je nog steeds de indringende geur van deze specerij.