Thema

Romeinse verovering en Romeinse vrede

In de eerste eeuw v. Chr. werd het huidige Brabant bewoond door verschillende stammen, die met elkaar om de macht streden. Met de komst van de Romeinen veranderde de strijd voorgoed.

Veni, vidi, vici

De Romeinen onderhielden al langere tijd contacten met de stammen die aan hun gebied grensden, maar in 58 v. Chr. zag gouverneur Julius Caesar (ca. 100-44 v. Chr.), zich vanwege toenemende onrust genoodzaakt militair in te grijpen. Hierdoor groeide de Romeinse invloed in het gebied. De meeste informatie over wat er hierna gebeurde is afkomstig uit het verslag dat Caesar schreef om zijn eigen positie te verstevigen en biedt dus geen objectieve beschrijving.

CaesarkopNijmegenRMO

Deze portretkop, gevonden in Nijmegen, stelt waarschijnlijk Julius Caesar voor. Hij is gedateerd op de eerste eeuw na Christus. (Bron: Rijksmuseum van Oudheden Leiden)

De groeiende Romeinse invloed trof ook de Belgae, een groep stammen in het huidige België, Noordwest-Frankrijk en Zuid-Nederland. In 57 v. Chr. begonnen zij zich te organiseren en dit nieuws bereikte Caesar, die waarschijnlijk inderdaad al van plan was om naar dit gebied op te rukken. In een reeks veldslagen versloeg hij de verschillende ‘Belgische’ stammen. In de cruciale slag aan de rivier de Sabis (nu de rivier de Selle, bij het Noord-Franse Cambrai) vocht waarschijnlijk ook de stam mee die het grootste deel van het huidige Brabant bewoonde: de Eburonen.

Eburonen

We weten niet precies waar de Eburonen leefden. Voor Caesar waren zij onderdeel van de Belgae. Ze zouden pas enkele generaties in Gallië wonen, nadat ze vanuit Germanië de Rijn overgestoken waren. De Eburonen zijn, net als andere stammen, nauwelijks zichtbaar in archeologisch materiaal. In de eerste eeuw v. Chr. zijn de Eburonen echter eigen munten gaan slaan. Niet als betaalmiddel, maar als prestigieuze geschenken bij verbonden tussen stamleiders. De verspreiding van Eburoonse munten geeft een indicatie van hun woongebied. Zij lijken geleefd te hebben in een gebied dat zich uitstrekte van iets ten noorden van de Maas tot de Ardennen en van de lijn Antwerpen-Brussel tot de Maasvallei.

EburonenStaterCommons

Een Eburoonse statermunt. (Bron: Numisantica)

Tot 54 v. Chr. lijken veel Gallische stammen gedacht te hebben dat de Romeinen slechts aanwezig waren voor het creëren van rust aan hun eigen grens. De Romeinse legioenen bleven echter langer. Dat was tegen de wil van enkele stammen in dit gebied. Zij kwamen samen met de Eburonen in opstand.

Romeinen op de kaart

Te wapen!

Het begin van de opstand verliep voor de stammen voorspoedig. Het veertiende legioen, dat ingekwartierd lag bij de Eburonen, werd vernietigd en andere stammen sloten zich bij de opstand aan. De Romeinen stelden echter snel orde op zaken en ondernamen een aantal strafexpedities om de opstandige stammen terug in het gareel te krijgen. De laatste Eburonen trokken zich terug in moeilijk toegankelijke bossen en moerassen, maar dat stopte Caesar niet. Hij riep zijn Gallische bondgenoten op de Eburoonse gebieden te plunderen om de opstandelingen zo definitief te verslaan.

AmbiorixCommons

Twee leiders voerden de Eburonen aan in hun opstand. Dit geromantiseerde standbeeld van een van hen, Ambiorix, staat in Tongeren. (Foto: Johan Neven, 2014, Wikimedia Commons)

Hoe succesvol deze strafexpeditie was, blijkt uit het feit dat de Eburonen hierna van de aardbodem zijn verdwenen. Een eeuw later wonen in hun woongebied de Tungri, Toxandriërs en Bataven, maar of deze groepen overblijfselen van de Eburonen of nieuwkomers waren, of een combinatie van beide, is onduidelijk. De Bataven waren waarschijnlijk een samensmelting van migranten en ‘overgebleven’ Eburonen.

Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de hoeveelheid landbouwgrond in het Eburoonse Brabant na de opstand terugliep, wat zou kunnen wijzen op een bevolkingsafname. Tegelijkertijd is er echter geen archeologisch bewijs voor de massale ontvolking die Caesar suggereert. Brabant was aan het begin van de jaartelling in elk geval definitief ingelijfd bij het Romeinse Rijk en wordt uiteindelijk een onderdeel van het district van de Bataven.

Het legioen

De Romeinse legioensoldaten die de Eburonen versloegen, waren beroepssoldaten. Een Romeinse legionair onder Caesar werd beschermd door een maliënhemd, helm en een groot ovalen schild. Hij was bewapend met een aantal werpspiezen, een steekzwaard en soms een dolk. Een enkele keer zijn deze uitrustingsstukken in Brabant achtergebleven, zoals een helm uit Empel of een zwaard uit Someren. Het legionairszwaard werd gevonden in een graf wat van een lokale hoofdman moet zijn geweest, die in de eerste eeuw na Chr. met zijn mannen als hulptroepen onder de Romeinen had gediend.

CaesarCenturionLucViatour

Een re-enactor als officier uit de tijd van Caesar. (Foto: Luc Viatour, 2007, Wikimedia Commons)

Elk legioen bestond ten tijde van Caesar op papier uit 4.800 zwaarbewapende infanteristen. Caesar nam zes legioenen mee om te strijden tegen de Belgae. Hij zal vanwege doden, gewonden en uitgezonden 'taskforces' echter nooit gelijktijdig over de in theorie 28.800 legionairs hebben beschikt. Om deze kern aan te vullen deed hij dan ook een beroep op lokale bondgenoten, die vaak gespecialiseerde troepen leverden, zoals boogschutters of ruiters.

Bataafse elitetroepen

Deze hulptroepen werden aanvankelijk ingedeeld in eenheden met stam- en streekgenoten. De eenheid kreeg de naam van de stam. Hulptroepen werden niet in hun geboortestreek gelegerd. Dat maakte de kans op opstanden te groot. Ze werden elders ingezet, maar keerden na hun diensttijd soms terug naar hun stamgebied. Bij hun afzwaaien kregen hulptroepen een diploma, waarin de keizer hun burgerrecht schonk. Een deel van zo’n oorkonde werd teruggevonden in de grafheuvel bij de villa van Hoogeloon, bij Veldhoven. Het is mogelijk dat de eigenaar van de oorkonde uit Hoogeloon in de tweede helft van de eerste eeuw na Chr. gediend had in een Bataafse hulptroepeneenheid.

VindolandaTabletBM

Het tablet uit Vindolanda met een uitnodiging voor de verjaardag van de vrouw van de generaal rond het jaar 100. (Bron: British Museum)

Bataven dienden in Groot-Brittanië aan de noordgrens van het rijk, bij de muur van Hadrianus. Daar zijn bij Vindolanda tabletten teruggevonden. Een bijzondere vondst is een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje. In Rome dienden ze als lijfwacht van de keizer. Daar zijn nog steeds grafstenen te zien van de Bataven die de keizer beschermden. Tot in vijfde eeuw wordt er een Romeinse legereenheid aangeduid als de ‘Batavi’. Zij streden met de Romeinen tegen binnenvallende stammen bij de Slag bij Straatsburg (357). De militaire traditie onder de Bataven was wellicht nog aanwezig.

De laatste Romeinen in Brabant

De eerste twee eeuwen na Chr. waren relatief rustig aan de noordgrens van het Romeinse Rijk. Een interne opstand in het laatste deel van de derde eeuw maakte een eind aan deze rust. Een bloederige Romeinse burgeroorlog zorgde voor een grote ontvolking van de Rijnprovincies en Brabant. Dit bood mogelijkheden voor rondtrekkende en plunderende troepen Alemannen en Franken, nieuwe Germaanse stamverbanden.

De rijksverdediging was ook veranderd. Niet langer lagen er grote concentraties troepen op de grens, maar daar waren nu juist kleine eenheden gelegerd. Zij moesten invallers vertragen, zodat de hoofdmacht, gelegerd in steeds steviger versterkte steden diep in de provincie, tijd had om te hulp te komen. Een lid van zo’n grenseenheid zou ergens in de vierde eeuw afscheid nemen van zijn soldatenbestaan en zijn helm als offer in de Brabantse Peel achterlaten.

Peelhelm

De gouden helm van Helenaveen, gedateerd op 319-323. (Bron: Rijksmuseum van Oudheden)

In de vierde eeuw herstelden de keizers het Romeinse gezag in de Rijnprovincies enigszins. Een deel van de Franken kreeg toestemming om zich permanent te vestigen, op voorwaarde dat ze de Romeinen militair steunden tegen de volgende binnenvallende groepen. Het Toxandrië, zoals Brabant nu heette, waarin de Franken zich mochten vestigen, bleef wel militair buffergebied. Een rol die Noord-Brabant later vaker zou vertolken.

 

Bronnen

Goldsworthy, A., Pax Romana: War, Peace and Conquest in the Roman World, Londen, 2016.

Lendering, J. en Bosman, A., De rand van het Rijk. De Romeinen en de Lage Landen, Amsterdam, 2010.

Hiddink, H., Hoogeloon Kaboutersberg. Onderzoek naar een grafveld uit de Romeinse tijd, Amsterdam, 2011.

Roymans, N., Ethnic Identity and Imperial Power: The Batavians in the Early Roman Empire, Amsterdam, 2004.

Van Ginkel, E. en Theunissen, L., Onder heide en akkers. De archeologie van Noord-Brabant tot 1200, Utrecht, 2009.

Draag bij aan Brabants erfgoed!

Wil je een verhaal delen? Vul hieronder je gegevens in, en geef kort aan wat je zou willen bijdragen. De redactie neemt dan contact met je op.