Thema

De grondslag van het Noord-Brabant van vandaag

Na de val van Napoleon en het congres van Wenen verandert er veel op bestuurlijk niveau in Europa en in Nederland. De gevolgen hiervan waren ook in Noord-Brabant duidelijk merkbaar.

De negentiende-eeuwse Brabantse adel in Oost- en West-Brabant

Gehuwde vrouwen in de negentiende-eeuwse Brabantse adel

Het raadhuis van Tilburg

Een particuliere begraafplaats in Oirschot

De drakenfontein in ‘s-Hertogenbosch

1360
1370
1380
1390
1400
1410
1420
1430
1440
1450
1460
1470
1480
1490
1500
1510
1520
1530
1540
1550
1560
1570
1580
1590
1600
1610
1620
1630
1640
1650
1660
1670
1680
1690
1700
1710
1720
1730
1740
1750
1760
1770
1780
1790
1800
1810
1820
1830
1840
1850
1860
1870
1880
1890
1900
1910
1920
1930
1940
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050
2060
2070
2080
2090
2100
2110
2120
2130
2140
2150
2160
2170
2180
2190
2200
2210
2220
2230
2240
2250
2260
2270
2280
2290
2300
2310
2320
2330
2340
2350
2360
2370
2380
2390
2400
2410
2420
2430
2440
1768
1769
1771
1772
1773
1774
1775
1776
1777
1778
1779
1781
1782
1783
1784
1785
1786
1787
1788
1789
1791
1792
1793
1794
1795
1796
1797
1798
1799
1801
1802
1803
1804
1805
1806
1807
1808
1809
1811
1812
1813
1814
1815
1816
1817
1818
1819
1821
1822
1823
1824
1825
1826
1827
1828
1829
1831
1832
1833
1834
1835
1836
1837
1838
1839
1841
1842
1843
1844
1845
1846
1847
1848
1849
1851
1852
1853
1854
1855
1856
1857
1858
1859
1861
1862
1863
1864
1865
1866
1867
1868
1869
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
1879
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
1911
1912
1913
1914
1915
1916
1917
1918
1919
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
1938
1939
1941
1942
1943
1944
1945
1946
1947
1948
1949
1951
1952
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1961
1962
1963
1964
1965
1966
1967
1968
1969
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2031
2032
2033
2034
2035
2036
2037
2038

Brabant één en weer gescheiden

Brabant was lang een achtergesteld gebied geweest, maar hier kwam verandering in na de patriottentijd en de komst van Napoleon (1769-1821). Na de val van de keizer verbeterde de positie van het noorden van Brabant verder. Waar het in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aan de grens van het land lag, was het door de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opeens een geografisch middelpunt geworden. Tot het Koninkrijk behoorde namelijk ook het huidige België, al ging dat niet van harte. In dit deel van het koninkrijk bestond veel onvrede over de politiek van koning Willem I (1772-1843). De Vlamingen waren van mening dat de Hollandse handel vooropgesteld werd en zo hun eigen economie onderuit haalde en dat de vrijheid van het katholieke onderwijs door Willem I beperkt werd. Ook zijn neerlandisatiepolitiek, die voornamelijk gericht was op de verspreiding van de Nederlandse taal, zette kwaad bloed.

Brabant 1867.gif

Kaart van Brabant in 1865-1870 (Bron: Gemeente Altlas van Nederland)

In 1830 sloeg de vlam in de pan en braken er in Brussel gevechten uit tussen het regeringsleger en de bevolking. De troepen van Willem I moesten zich terugtrekken, waarna een voorlopig bewind de Belgische onafhankelijkheid uitriep. Als reactie hierop stuurde Willem I troepen naar Brabant. De kampen van deze troepen werden in Noord-Brabant opgeslagen en vanuit daar werd de Tiendaagse Veldtocht ondernomen waarin Willem I verschillende delen van België heroverde. Druk van Frankrijk en Engeland zorgde er echter voor dat Willem in 1831 zijn troepen terug moest trekken en de onafhankelijkheid van België een feit werd.

Willem I stond bekend als een koppig man en accepteerde de Belgische onafhankelijkheid in eerste instantie niet. Hij hield zijn troepen tot 1839 in Noord-Brabant. De daar gestationeerde soldaten zorgden uit verveling voor overlast en veroorzaakten een toenemend tekort in de staatskas. Noord-Brabant was van kerngewest opeens weer periferie geworden en was door de Belgische onafhankelijkheid een groot deel van zijn afzetmarkten kwijtgeraakt.

Koning Willem I

Koning Willem I. (Bron: Joseph Paelinck, 1819, Rijksmuseum)

Deze nadelige positie werd versterkt doordat de rest van Nederland Noord-Brabant argwanend bekeek en de loyaliteit van de Brabanders in twijfel trok. De Brabantse elite had namelijk nooit duidelijk partij gekozen voor de Hollandse kant in het conflict over Belgische onafhankelijkheid. Dit was ook niet vreemd aangezien een groot deel van de Brabantse bevolking katholiek was, net als de bewoners van het huidige België. Daartegenover stond het protestantse noorden dat de katholieken al enkele decennia discrimineerde vanwege hun geloofsovertuiging. Deze splitsing tussen het protestantse noorden en het katholieke zuiden maakte ook dat veel van de Brabantse katholieke adel naar het zuiden trok en er in Brabant geen ridderschap of traditionele adelsgroep bestond zoals in het noorden. Het aantal buitenplaatsen dat in Noord-Brabant door de adel werd bewoond was dan ook kleiner dan in het noorden.

Een opvallende bestuurder uit deze periode is gouverneur Andreas van den Bogaerde van Terbrugge (1787-1855). Geboren in een Brugse adellijke familie werd hij in 1830 door Willem I aangesteld als Gouverneur van Noord-Brabant. Hij was uitgesproken pro-Oranje en was een van de weinige Zuid-Nederlanders die na de Belgische afscheiding op zijn post mocht blijven. Hij nam verschillende maatregelen om de reputatie van Noord-Brabant te verbeteren. Zo was hij een van de oprichters van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. De collectie die dit genootschap vergaarde, vormde de basis voor de huidige collectie van Het Noordbrabants museum en de Brabant Collectie.

Bestuurlijke hervormingen

Koning Willem I voerde veranderingen door op landelijk niveau die consequenties hadden voor Noord-Brabant, zoals de invoering van het tweekamerstelsel. Dit hield in dat de Staten-Generaal voortaan bestonden uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De leden van de Eerste Kamer werden vanaf 1815 benoemd door de koning zelf, de leden van de Tweede kamer werden gekozen door de Staten der Provinciën. Deze Staten der Provinciën vormden het dagelijks bestuur van de provincie. In de eerste Brabantse Staten der Provinciën was er nog sprake van een duidelijke scheiding tussen adel, steden en platteland. De Brabantse Staten hadden 52 zetels, waarvan er negen voor de adel waren, 26 voor de steden, en 17 voor het platteland. De leden van de Staten der Provinciën werden gekozen met behulp van het censuskiesrecht: alleen mannen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden, hadden stemrecht.

De bestuurlijke organisatie veranderde met de Grondwetswijziging van 1848, waarin Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872) en koning Willem II (1792-1849) een belangrijke rol speelden. De eerste helft van de negentiende eeuw was een roerige tijd voor de buurlanden van Nederland, wat van invloed is geweest op het handelen van Willem II. In de jaren 1847 en 1848 braken er op meerdere plaatsen in Europa rellen en revoluties uit. Andere Europese vorsten, zoals Lodewijk Filips I van Frankrijk, werden met geweld gedwongen om veranderingen in hun bestuurlijke organisaties door te voeren.

Grondwet_1848_Nl-HaNA_2.02.04_514_01.jpg

Voorblad van de grondwet van 1848. (Bron: Nationaal Archief)

Willem II vreesde dat hem hetzelfde lot stond te wachten en besloot daarom toe te geven aan de wensen van Thorbecke en zijn medestanders. Tegenover zijn diplomaten grapte de koning dat hij in één nacht van een conservatief in een liberaal was veranderd. De nieuwe grondwet, die grotendeels was geschreven door Thorbecke, bepaalde dat de leden van de Tweede Kamer voortaan rechtstreeks gekozen werden en dat de Provinciale Staten voortaan de leden van de Eerste Kamer zouden kiezen. Daarnaast was de koning niet langer verantwoordelijk voor het beleid maar werden de ministers dat. Deze grondwetsherziening werd de basis voor de Nederlandse parlementaire democratie die tegenwoordig in heel Nederland geldt.

King_Willem_II.jpg

Koning Willem II. (Bron: Nicolaas Pieneman, 1849, Hermitage Amsterdam)

Na de grondwetswijziging van 1848 volgden in 1850 de Provincie- en Gemeentewetten. Deze wetten waren een verdere democratisering van het bestuurlijk bestel van het Koninkrijk. De Commissaris van de Koning en burgemeester werden nog steeds benoemd door de koning, maar hadden nu rekening te houden met gekozen colleges. De gemeenteraad kwam bovendien aan het hoofd van de gemeente, ten koste van de burgemeester. Dit alles betekende dat de macht van de koning kleiner werd, ten faveure van de lokale bevolking.

Thorbecke had tijdens deze democratisering de steun genoten van groepen katholieke Brabantse afgevaardigden. Zij gingen er vanuit dat door dit vernieuwingsprogramma er een eind zou komen aan de onevenredig grote protestantse invloed op het lokale, provinciale en landelijke bestuur. Voordat deze balans echt begon te verschuiven waren eerst uitbreidingen in het kiesrecht nodig, resulterend in het algemeen kiesrecht in 1919.

 

Bronnen

Sonnemans, G. e.a., Blikken op Brabant; De canon van Nederland in Noord-Brabants perspectief, ‘s-Hertogenbosch, 2012.

Van Oudheusden, J., Verhalen van Brabant; Geschiedenis en erfgoed in tien tijdvakken, ‘s-Hertogenbosch, 2015.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Van der Heijden, W., Sanders, J., Noord-Brabant in de negentiende eeuw. Een institutionele handleiding, 's-Hertogenbosch, 1993.

Draag bij aan Brabants erfgoed!

Wil je een verhaal delen? Vul hieronder je gegevens in, en geef kort aan wat je zou willen bijdragen. De redactie neemt dan contact met je op.