Collectie-item
Lakzegelstempel van de Tilburgse Lakenhalle.
Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg
Koperen lakzegelstempel (doorsnede 3,1 cm) van de Tilburgse Lakenhalle. Het omschrift (in spiegelschrift): ‘LAKEN HALLE DER STAD TILBURG’. Daarbinnen, in een rechthoekig wapenschild, met accolade-vormige onderzijde, het wapen van Tilburg, zoals vastgesteld door de Hoge Raad van Adel in 1816. Deze lakzegelstempel werd waarschijnlijk gebruikt, niet voor de certificatie van echtheid of weefattesten die aan de stukken moesten worden bevestigd (deze moesten worden voorzien van een stempel), maar voor andere officiële akten van deze keurinstelling.
De Tilburgse Lakenhalle is in 1820 opgericht als gevolg van het Koninklijk Besluit van 1 juni van dat jaar, waarin werd voorgeschreven dat voortaan de kleding van onder andere het leger en de marine geheel alleen binnen het Koninkrijk gefabriceerd kon worden. Daarvoor moesten op de ‘lakens, karsaaijen, baaijen, saaijen en verdere manufakturen’ certificaten van echtheid worden aangebracht, ondertekend door de keurder van de lakenhalle. Op dit certificaat moest vermeld worden wat voor soort het manufaktuur was, het doorlopende nummer van de lakenhalle, de ellemaat van het stuk en de naam van de ‘fabrikeur’, waarna het aan het voorste eind van het stuk werd bevestigd. Daarnaast moest het certificaat voorzien zijn van het Rijkswapen met het omschrift ‘Nederlandsch Manufaktuur’. De lakenhalle had twee keurders. Een daarvan, de ‘actieve keurder’, ging bij de getouwen of de weefstoel langs. Hij voorzag het manufaktuur van een loodje. Aan de wever werd dan een afschrift gegeven, ondertekend door de actieve keurder en voorzien van het gewone zegel van de lakenhalle. Na 1862 leidde de lakenhalle een kwijnend bestaan. Haar bestaansrechten waren toen al in feite verdwenen. De overheid gaf geen voorrang meer aan ‘inlandsche stoffen’ en in 1868 werd de lakenhalle opgeheven.
In de Stadscollectie bevinden zich nog twee stempels van de Tilburgse Lakenhalle [zie SMT00408 en SMT00409]. [RP]