Je vindt ons gesprek op Soundcloud, iTunes, Spotify of Stitcher.
Meer lezen of luisteren?
- www.gerardvanmaasakkers.com
- De Facebookpagina van Gerard
- Zijn muziek op Spotify en Youtube
Podcast - Gepubliceerd op
Gerard van Maasakkers beleeft grote successen met zijn liedjes, gezongen in zijn Nuenense accent. Lag het voor hem voor de hand om in het Brabants te zingen en niet in het Nederlands of Engels? En hoe vindt hij het zelf om bij veel Brabanders bekend te staan als "onze Gerard"? Robin vraagt ernaar!
Je vindt ons gesprek op Soundcloud, iTunes, Spotify of Stitcher.
Meer lezen of luisteren?
Brabantse dialecten hebben veel woorden en…
Ad de Laat werd geboren in Nistelrode op 14…
In deze eerste aflevering van de Brabants Erfgoed…
Op allerlei plekken in het straatbeeld van Den…
Nol van Roessel werd geboren in Schijndel op 30…
Antonius Angelus Weijnen werd geboren op 28…
Muzikant Björn van der Doelen brengt al een…
Van koorzang tot fanfares en harmonieën, muziek…
Toen Sascha Bornkamp en Leonore Spee, samen…
In eerdere afleveringen heb ik al vaak tegenover…
In het najaar van 2020 maakte ik al een podcast…
Anne Huijbers is een Nederlandse mediëvist…
In juli 2022 neemt Charles de Mooij afscheid van…
Te gast in deze aflevering is de Udense…
Een schokgolf zoals de wereld die nog nooit…
Het einde van een jaar is een uitstekend moment…
Op 19 november 2021 is het exact zeshonderd jaar…
Tussen Berghem en Haren, haaks op de loop van de…
In augustus 2021 staat Brabantserfgoed.nl in het…
Sascha Bornkamp en Leonore Spee zijn…
Gerard de Ruiter was aan het eind van de…
Frank van Doorn is historicus en is vanuit het…
Jasper van Deurzen is de kwartiermaker van het…
Monique Rakhorst is curator bij het Stedelijk…
Historicus Joey Spijkers en kunsthistoricus Bart…
Vivian Heyms en Silvan Vasilda zijn de curatoren
Naomi Jansen is docent Nederlands op een…
Eric de Bie is sinds mei 2020 de gedeputeerde…
Jan Baan neemt in april 2021 afscheid als…
Eind februari verscheen het album 'Brabant 1653'…
Elk jaar wordt de nieuwste kennis over de…
De Maand van de Geschiedenis ligt alweer een…
Het einde van de achttiende eeuw was een roerige…
In 2016 vond Wim van Schaijk met zijn…
In een Bredaas museumdepot ligt sinds kort een…
Wie beter dan de essayist van de Maand van de…
In een zware la in het Museum Tongerlohuys in…
In een kleine vitrine in Museum Helmond staat een…
De Brabantse modeontwerper Jan Taminiau is…
De zestiende-eeuwse landschapsschilder Lucas…
Pete Wu groeide op in Hoogerheide en Tilburg als…
Elske Verbraak denkt dat in alle tragiek van de…
Martien van Asseldonk heeft uitgebreid historisch…
In de film Allen tegen Allen gaat filmmaker Luuk…
Petra Robben vertelt in deze aflevering hoe ze…
Kristel Doreleijers is taalkundige en promoveert…
Frans Kuijpers beheert het Archief…
De scholensluiting tijdens de coronacrisis had…
Bart van den Akker is oprichter van het…
Peter-Alexander Kerkhof is historisch taalkundig…
Directeur van Erfgoed Brabant Patrick Timmermans…
Lotte Jensen is hoogleraar Nederlandse literatuur
Zjef Naaijkens was de zanger en frontman van RK…
In Rosmalen hangen sinds het begin van de…
Tijdens crises grijpen mensen niet alleen naar…
De Maand van de Geschiedenis ligt alweer een…
Op 7 november 2019 werd in DePetrus in Vught de…
Oktober 2019 staat op Brabantserfgoed.nl in het…
Anke Spieringhs is onderdeel van…
Evelien Walhout is lecturer in Social History aan…
Jacquelien Vroemen heeft aan de Reinwardt…
Karel Loeff is zelfverklaard 'kermisfanaat'. Al…
Juliette de Winter is archeoloog bij…
Hanneke Coolen-Colsters heeft haar opa nooit…
Gerard van Maasakkers beleeft grote successen met…
Hans Borgman heeft een achtergrond in vormgeving…
Johan Verspay is een van de drijvende krachten…
Gertjan van Beijnum is de archivist van het…
Muzikant Björn van der Doelen brengt al een…
Verhalenprofessor Johan Biemans vertelt het…
Verhalenprofessor Johan Biemans vertelt het…
De laatste aflevering van het eerste seizoen…
In de éénnalaatste aflevering van het eerste…
Deze aflevering is Jos Gommans te gast. Hij is…
De Kalender van Ooit is ondertussen wel…
In de achtste aflevering van de Brabants Erfgoed…
In de zevende aflevering van de Brabants Erfgoed…
Hoog bezoek in de podcast dit keer, Henri…
In de vijfde aflevering van de Brabants Erfgoed…
Prof. Arnoud-Jan Bijsterveld nam deze aflevering…
In de derde aflevering van de Brabants Erfgoed…
In deze aflevering van de Brabants Erfgoed…
In deze eerste aflevering van de Brabants Erfgoed…
[Jazzmuziekje begint]
Robin: “Welkom weer, bij de Brabants Erfgoed podcast. Voor deze aflevering stapten hoofdredacteur Wouter en ik in zijn auto, en trokken van ons kantoor naar Berlicum. Daar wachtte, in een stikheet zaaltje van Den Durpsherd (het lokale theater en cultureel centrum), niemand minder dan zanger Gerard van Maasakkers op ons. Met hem had ik een gesprek over zijn al dan niet Brabantse identiteit, en de ruimte tussen hoe hij dat zelf zag en hoe zijn publiek dat zag. Excuses, mocht de geluidskwaliteit van de eerste halve minuut matig zijn, we zaten met wat technische problemen. Ik beloof dat het hele gesprek, met betere geluidskwaliteit, die eerste halve minuut zeker waard is.”
[Jazzmuziekje eindigt]
Robin: “Gerard, heel fijn dat je aan wilde schuiven! We hebben in Berlicum afgesproken omdat dat goed voor ons allebei uitkwam. Mijn belangrijkste vraag eigenlijk, aan iemand die zoals jij in het dialect zingt is: waarom ben je in het dialect gaan zingen?”
Gerard: “Ik ben in het dialect gaan zingen omdat ik het in het Nederlands had geprobeerd, maar dan klonk het veel te hoogdravend, in het Engels had geprobeerd, en dan rijmt alles… Ik wou eigenlijk iets zoeken waardoor ik echt mijn eigen stempel er op kon drukken. En toen was er een keer, toen heb ik een Frans liedje voorzien van een nieuwe tekst, dat liedje heette Comme la Lune. En ik kom uit Nuenen, ‘Kom maar naar Nuenen’ dacht ik toen.
[Gelach]
Robin: “Dat lijkt wel een beetje op elkaar.”
Gerard: “Dat ging automatisch in het Brabants. En toen is daarna Hee gaode mee gekomen en toen is het allemaal begonnen.”
Robin: “Was de trein vertrokken als het ware. Toen kon je niet meer terug misschien.”
Gerard: “Nou, dat wou ik ook niet.”
[Gelach]
Robin: “Was het dan ook… Had je het gevoel dat je je, omdat het Brabants was, persoonlijk beter kon uiten er in?”
Gerard: “Ja. Wat ik zei, Nederlands was hoogdravend, voor mij dan althans, als ik het probeerde. En hier klopte in een keer alles. Ik heb ook echt het gevoel dat als ik een liedje over hetzelfde onderwerp zou schrijven in het Nederlands dat een ander liedje zou worden dan wanneer ik het in het Brabants zou schrijven.”
Robin: “In wat voor aspect?”
Gerard: “Ja ik weet niet wat dat is, ik weet niet wat dat is. Brabants is wat ronder, wat minder hard en mijn melodieën zijn dat dikwijls dus ook.”
Robin: “Misschien is Brabants ook beter geschikt voor...”
Gerard: “Voor mij wel, voor mij wel.”
Robin: “Je bent denk ik een van de bekendste Brabantse zangers, zangers die zich in Brabants uiten. Waarom denk je dat jouw Brabantse liedjes dat Brabantse publiek zo aanspreken?”
Gerard: “Het is gelukkig niet alleen in Brabant, want dat kan allemaal net zo goed in Friesland enzo.”
Robin: “Ja klopt, en heel terecht.”
Gerard: “Ja ik denk dat mensen iets van hun eigen achtergrond, of hun eigen gevoelswereld, of van… ‘hun eige’, daarin herkennen. En, ja dan ben ik toch ‘onze Gerard’ ook.”
Robin: “Voor de Brabantse fans?”
Gerard: “Ja.”
Robin: “En daarbuiten, is dat anders dan denk je voor mensen?”
Gerard: “Nouja, Brabanders zijn sowieso mensen die zich makkelijk overal aanpassen. Die ook makkelijk uitwaaien en ergens anders gaan wonen. Nijmegen bijvoorbeeld ofzo. En als we dan ergens spelen ver buiten Brabant dan komen er allerlei Brabanders die daar wonen en die brengen dan hun buren mee, hun lief, hun kinderen, die daar wel iets van weten maar niet alles. Die zijn dan ook mee. Zo breidt ons publiek zich ook uit.”
Robin: “Buiten Brabant zoekt de Brabantse diaspora als het ware eigenlijk jou ook soort van op en neemt dan ook vrienden mee.”
Gerard: “Ja.”
Robin: “Gaaf, grappig dat het zo werkt. Dat mensen dan toch inderdaad misschien iets van ‘hun eige’ willen horen een avond.”
Gerard: “Ja. Maar ook wel mensen die niks met Brabant hebben maar die wel mij dan kennen van de radio of van platen ofzo, die dat dan mooi vinden. Die verstaan dan waarschijnlijk niet alles, maar dat is ook niet erg. Een Portugese fado, daar versta ik ook niks van. Maar ik weet wel ongeveer waar het over gaat en ik kan het toch nog mooi vinden.”
Robin: “Ja precies, dat is misschien losgekoppeld van…”
Gerard: “Van die achtergrond? Ja is soms helemaal losgekoppeld ja.”
Robin: “Dialectartiesten zijn vaak niet artiesten die in heel Nederland bekend worden. Er zijn uitzonderingen zoals jij, waarom denk je dat dat is? Hoe is dat gekomen dat jij die uitzondering bent geworden?”
Gerard: “Ja het is natuurlijk… als je in dialect zingt, is het sowieso al dat dat voornamelijk is op de plek waar dat dialect ook wordt gesproken natuurlijk. Dus ja, als je Nederlands zingt dan is het taalgebied al een stuk groter dan wanneer je in het Brabants zingt. Als je in het Engels zingt is het de hele wereld zo ongeveer hè. Dus ja, dat is eigenlijk wel een beetje de reden. En het wordt ook wel, ook wel eens tegen mijn zin, ik word dan wel eens gezien als de ‘superbrabander’ ofzo. Terwijl ik dat helemaal niet ben want ik zeg dan altijd ja, maar was ik in Friesland geboren dan zong ik in het Fries. Dus het is vooral een taal die mij heel goed ligt, dat is het voornaamste.”
Robin: “En als mensen… je zegt ‘superbrabander’, wat bedoelen ze dan precies?”
Gerard: “Ja dan ben ik toch wel ‘onze Gerard’ al natuurlijk hè. En dat vind ik natuurlijk hartstikke fijn, maar ik woon al niet eens meer in Brabant. Dat is voor sommige mensen al ondenkbaar, dat ik weg ben gegaan. Maar ja, een beetje afstand is ook niet gek.”
Robin: “Nee dan leer je misschien een beetje van buiten naar het gekke Brabant kijken.”
[Gelach]
Gerard: “Ja.”
Robin: “Dat is wel grappig dat mensen zich dan niet voor kunnen stellen dat jij niet meer in Brabant woont.”
Gerard: “Jij uit Brabant weg, wa gaode toch doen jonge?”
[Gelach]
Gerard: “Ik zeg dan ja ik ben misschien wel uit Brabant maar Brabant is niet uit mij, dan zijn ze stil.”
[Gelach]
Robin: “Ik vind het wel grappig dat mensen dan toch jou zo Brabants zien, en dan…”
Gerard: “Ja ze dichten mij een groter Brabanderschap toe dan ik dat zelf zou doen.”
Robin: “Ja precies.”
Gerard: “Ik denk ja, ik zing in mijn oertaal en ook nog vaak over dingen uit mijn buurt omdat me die opvallen. Maar dat wil niet zeggen dat… als mensen zeggen dat ik over Brabant zing dan ga ik al een beetje steigeren eigenlijk. Want dat doe ik niet. Ik zing over wat…”
Robin: “Nee het is gewoon, het is toevallig de plek waar jij bent opgegroeid en als dat in Friesland was geweest dan was het Fries geweest, of Holland of wat dan ook.”
Gerard: “Ja, ja, ja en het is Brabant en daar ben ik natuurlijk heel content mee want dat bevalt me goed.”
Robin: “[Gelach] Ja precies. Je zegt als ik ergens anders had gewoond dan was de thematiek misschien anders geweest, of het is helemaal niet per sé het Brabantse…”
Gerard: “Moeilijk te zeggen hè, maar het is gewoon wat me opvalt. Ik ben een buitenmens, alhoewel ik in de stad woon, ik woon in Ghent. Maar wat mij opvalt aan de tijd van de dag, en de seizoenen daar ben ik wel zeer gevoelig voor. En daar zing ik dus ook vrij makkelijk over. Maar net zo goed over… ik ben nu een programma aan het maken dat heet Ik loop, en dat is niet letterlijk een levensloop maar wel, eigenlijk zoals dat bij mij altijd een beetje gaat, de dingen die mensen in het leven meemaken, kunnen overkomen, waar ze van genieten, waar ze tegenop lopen, waar het ophoudt, waar het begint. Noem maar op.”
Robin: “Het persoonlijke eigenlijk.”
Gerard: “Ja, zonder dat het nou echt meteen helemaal over mij gaat, want dat is niet de bedoeling.”
Robin: “Het persoonlijke in de zin van: dingen die mensen altijd kunnen herkennen, of die iedereen wel meemaakt.”
Gerard: “Ja, ik probeer ook altijd zo te schrijven dat het niet heel erg letterlijk is, dat er tussen de regels altijd nog zoveel zit dat mensen daar hun eigen verhaal aan kunnen toevoegen.
Robin: “Ja hun eigen perspectief, of hun eigen wereld in kunnen zien.”
Gerard: “Ja, ja.”
Robin: “En wat me opviel toen ik, ik heb de afgelopen tijd natuurlijk veel naar je geluisterd om dit voor te bereiden…”
Gerard: “Je moest wel!”
Robin: “Ja precies!”
[Gelach]
Robin: “En wat me opviel, was dat de thematiek, ik herkende inderdaad heel veel van wat je zegt, maar haalde er ook wel de thematiek van gastvrijheid misschien uit, en een soort van nostalgie ook wel. Of wat mensen er in zouden kunnen lezen in elk geval, zie je dat zelf ook zo?”
Gerard: “Nee, want als mensen nostalgie zeggen, zeg ik: het is hooguit tijdloos. Maar het gaat zeker niet over dat het vroeger beter was, of fijner was, of… misschien moet ik daar maar eens een heel venijnig liedje over schrijven [gelach]. Maar voor sommige mensen is dat nostalgische… ja… ook voor mensen die uit Brabant weg zijn gegaan ben ik al nostalgisch omdat ik nog zing in het dialect, van… bij hun thuis.”
Robin: “Ja precies. Ik denk dat het meer daar…”
Gerard: “Dat is het hem denk ik ja.”
Robin: “En dan misschien de beelden die iedereen wel herkent, van hoe ze vroeger waren. Maar je bedoelt het is niet nostalgisch van ‘Vroeger was alles beter’.”
Gerard: “Oh nee, en het is zeker ook niet nostalgisch van ‘Ik zing over vroeger’, of het nou beter was of slechter. Ik zing gewoon over, ja, wat mij opvalt, en dat probeer ik zo tijdloos mogelijk te doen. Dat moet niet over vijf jaar gedateerd zijn. Dan krijgt het misschien een tijdloze onderlaag mee en dat is goed.”
Robin: “Ja precies. Want de thema’s die ik er ook een beetje uithaal… als je naar de gemiddelde man op de straat zou gaan en je zou zeggen ‘Wat is Brabant?’, of ‘Wat is typisch Brabants’ krijg je misschien ‘Gastvrijheid’, of ‘Geloof’, allemaal thema’s die ik ook in jouw muziek hoorde. Denk je dat dat komt omdat jij gewoon uit Brabant komt en dus die thema’s mee hebt gezogen…”
Gerard: “Dat dat dus aan mij kleeft.”
Robin: “…of dat andere mensen dat er in lezen. En dat ik nu heel erg mijn eigen Brabantse achtergrond in jouw muziek leg.”
Gerard: “Dat denk ik, dat laatste, dat denk ik. Want een van mijn oudste liedjes is Cis Verdonk, dat is een liedje over een vrouwke in een huiske achteraf. Mensen zeiden altijd je moet maar niet te dicht bij haar komen en zeker geen snoepkes aannemen van d’r (nog voor de tijd dat snoepjes aannemen van iemand bedenkelijk was), want God weet hoe lang ze in d’r smerige jas hebben gezeten. En dan gaat dat vrouwke dood, in eenzaamheid. En dan zeggen mensen ‘het is een grote schand dat zoiets kan gebeuren’. Dat staat haaks op dat ik het over gastvrijheid heb. Ik heb het over gastvrijheid, maar het gebrek daaraan. Tolerantie en alles. Ik vind heel dikwijls dat het nogal ‘ons kent ons’ is en als je er niet bij hoort, als je van buiten komt dan wordt je wel in de gaten gehouden.”
Robin: “In de gemeenschap bedoel je.”
Gerard: “Ja, dus als het lijkt alsof ik zing over gastvrijheid dan is dat goed, maar dan mag ik hopen dat het zo is, dat ik zing ook over het gebrek daaraan.”
Robin: “Misschien de wat rafelrandjes, of de keerzijde, als het ware.”
Gerard: “Ja, ja. Maar, ja, ik ben geen protestzanger dus ik verpak dat niet al te heftig. Dus misschien valt dat niet genoeg op, dat kan.”
Robin: “Misschien begrijpen mensen het nog net niet helemaal, of is het inderdaad hun eigen interpretatie.”
Gerard: “Het is wat jij ook zegt, mensen willen er ook een heleboel in horen.”
Robin: “Ja ik kan me ook heel erg goed voorstellen dat als je als Brabander naar jouw muziek luistert dat je dan je dingen herkent. Zoals je net zegt, ik probeer wel over dingen te zingen die mensen kunnen herkennen. Misschien vanuit hun eigen opvoeding. En dat ze dan dit soort boodschappen er in gaan leggen terwijl jij dat helemaal nooit zo bedoeld hebt. Over dat nostalgische…”
Gerard: “Nee dat nostalgische heb ik sowieso nooit bedoeld. Maar dat het tijdloos is dat snap ik wel. En dat vind ik ook fijn. Prima. Ik hoef niet mee in de waan van de dag dat het vandaag zo moet en morgen weer anders moet, want dan is het overmorgen alweer ouderwets. Dus waarom zou ik dat willen?”
Robin: “Dat je over een jaar jouw cd’s niet meer zou begrijpen, bij wijze van spreken.”
Gerard: “Nee precies.”
Robin: “Wat zijn dan voor jou… als je het echt over thema’s hebt, dingen die je er zelf in probeert te leggen? Als het zelf in overkoepelende termen zou moeten vatten?”
Gerard: “Het is wel een beetje ook… over hoe mensen met elkaar omgaan.”
Robin: “Dus de interactie. Misschien een beetje het gemeenschappelijke.”
Gerard: “Maar ook de tekortkomingen van mensen. Ik wil dat wel altijd graag laten zien, op mijn manier dan, zonder dat dat een protestsong is. Ik heb een liedje, Achter de schuur, over een boerenzoon die het bedrijf wil overnemen en dat gaat dan niet meer door de schaalvergroting en de grote schuld bij de bank die zijn ouders hebben. Ze moeten het opgeven. Zijn droom is dus weg, en wat nou? En dan staat hij met z’n hakken tegen de schuur aan te stampen, zo van kwaaiigheid, van verdriet en onmacht…”
Robin: “Van frustratie?”
Gerard: “…en van frustratie. Ja, ik vind dat wel mooi, om over zoiets te zingen. En ja dan heb ik het wel automatisch over iets wat bij mij in de buurt gebeurt.”
Robin: “Ja dat is dan… ik dacht meteen dit zal bij veel mensen meteen weer het Brabantse beeld oproepen van de Brabantse schaalvergroting in de landbouw. Maar hetzelfde zal ongetwijfeld ook wel gelden in, geen idee, Drenthe, Overijssel, wat dan ook. Maar dan is het inderdaad mijn eigen Brabanderschap dat je nummer invult.”
Gerard: “Benny Jolink van Normaal heeft het nummer ook gezongen. Ja dat heeft hij wel onnavolgbaar prachtig gedaan. Datzelfde liedje. Dus dan is het in één keer een Achterhoeks liedje. Nou, perfect! Want daar speelt dit ook.”
Robin: “Ja precies, het zijn de thematieken die… meer in de thematiek zitten dan aan de regio liggen.”
Gerard: “Ja, ja, ongetwijfeld.”
Robin: “Gaaf om te horen, hoe jij eigenlijk manoeuvreert tussen wat mensen denken te horen en wat jij eigenlijk zelf nou bedoelt…”
Gerard: “Nou, daar manoeuvreer ik niet tussen hoor! Want kijk, zo’n liedje, dat maak je en dan geef je dat weg. En iedereen hoort erin wat ‘ie denkt te horen. Ja dan ben ik er al niet meer bij. Dan sta ik buiten eigenlijk. En dat is mooi, dat is goed.”
Robin: “Dat maakt het tijdloos ook?”
Gerard: “Ja, dat maakt het tijdloos. En als het goed is… als het maar bij mensen binnenkomt, dan ben ik allang blij. En wat ze er dan van hun eigen verhaal bijhalen, dat is aan hen hè?
Robin: “Laat ik het dan anders zeggen…”
Gerard: “Het is mooi dat dat lukt, dat ze er wel iets in herkennen. Of menen te herkennen.”
Robin: “Laat ik zo zeggen: ik vind het mooi om te zien dat je zelfbewust bent van de ruimte die je creëert. Die natuurlijk vanzelf ontstaat maar dat je die eigenlijk zelf ook bewust creëert, tussen jouw schrijven van het liedje en de wijde wereld die daar misschien wel iets heel anders mee doet of daar eigen dingen in leggen.”
Gerard: “Ja want als het te persoonlijk zou worden, teveel over mij zou gaan en wat ik meemaak, dan zou het ook gênant worden. En dan sluit ik ook een heleboel andere dingen af, van de gevoelens van mensen die dat liedje horen. Het juist belangrijk dat… of althans, dat vind ik fijn: als ik in de zaal zit en ik zing over mijn vader, die gestorven is, dat andere mensen dan daar hun vader in horen, of hun moeder of wat dan ook.”
Robin: “Of iemand anders die ze dierbaar was.”
Gerard: “Ja! Het moet niet zo particulier zijn dat het alleen maar over… want dan zet ik er een muur omheen, dan is dat van mij en daar moeten jullie afblijven. Dan hoef ik het ook niet te zingen.”
Robin: “Voor jezelf kun je het dan zingen.”
Gerard: “Ja!”
Robin: “Of voor vrienden en familie. Maar dan is je publiek heel klein.”
Gerard: “Maar het is toch pas leuk als ik in de zaal sta, en ik voel ‘Oh die mensen die voelen dit ook’, op hun manier dan hè? En ik hoef dat niet allemaal te weten, wat ze denken.”
Robin: “Mooi om te zien hoe bewust je daarvan bent. Fijn dat je er even de tijd voor wilde maken, na een lange autorit, om erover te praten in een lekker warme ruimte.”
Gerard: “Ja zeker.”
Robin: “Heel erg bedankt!”
Gerard: “Graag gedaan!”
[Jazzmuziekje begint]
Robin: “Op Brabantserfgoed.nl/podcast vind je de afleveringspagina die bij deze podcast hoorde. En de afleveringspagina’s van eerdere afleveringen. Ook vind je er linkjes naar deze aflevering op Soundcloud, iTunes, Stitcher of Spotify. Vergeet je ook om je daar even te abonneren. En dat moet je deze keer zeker doen, want volgende week hebben we een speciale dubbele aflevering van de podcast in het kader van de themamaand Koloniaal Erfgoed die in juli op Brabantserfgoed.nl begint.”
[Jazzmuziekje eindigt]