Marjolein Smolders over Brabantse klederdracht

Verzameling foto's uit het familiearchief Smolders - Rademakers, gemaakt tussen 1900 en 1925. (Foto's: Familiearchief Smolders - Rademakers)

Verzameling foto's uit het familiearchief Smolders - Rademakers, gemaakt tussen 1900 en 1925. (Foto's: Familiearchief Smolders - Rademakers)

In de gang bij de oom en tante van Marjolein Smolders hangt een foto van haar overgrootmoeder. In de tijd van de coronalockdowns wordt Marjolein onverwachts geïnspireerd door deze foto.

"Jaren geleden heb ik van mijn oma een naaimachine georven: een gietijzeren (en daardoor loeizwaar) onverwoestbaar bakbeest. De naaimachine is gemaakt ergens vorige eeuw, jaren 60, gok ik. Maar ik had al jaren niet meer achter een naaimachine gezeten, gewoon geen tijd.

Toen kwam corona. Je zat ineens thuis en daardoor meer dan ooit op social media, want wat had je anders te doen. Op een avond tijdens de eerste lockdown zat ik op Youtube en ontdekte een dame genaamd Bernadette Banner die met 17de, 18de en 19de-eeuwse naaitechnieken, met de hand, kledingstukken maakte geïnspireerd op historische kostuums. Ik was meteen geboeid, ik wilde ook op dat niveau kleding maken. Tijdgebrek stond me niet in de weg om deze technieken eigen te maken. Stoffen, fournituren en patronen bestel je toch gewoon online."

 

Klederdracht

"Ik kwam van alles tegen wat ik kon maken. Ik zag ook veel mooie internationale klederdracht, met kralen, veren, rokken, hoofdtooien in alle kleuren van de regenboog. Je gaat jezelf vragen stellen over je eigen culturele identiteit in Nederland. Mijn interesse gewekt voor klederdracht! Klederdracht fascineert me, omdat het ook voor de gewone mens was. Wat als ik in die tijd had geleefd? Dan was ik geen prinses van Europese adel, maar waarschijnlijk gewoon een boerinneke.

En als je het dan over klederdracht hebt, zegt je moeder ineens: 'Maar jouw overgrootmoeder maakte poffers, wist je dat niet?'

Een foto van de betreffende overgrootmoeder met poffer hangt bij mijn oom en tante in de gang. Mijn ooms en tantes hebben haar niet echt gekend, ze stierf kort na de Tweede Wereldoorlog. Waar je tegenwoordig elke porie op een portretfoto kunt tellen, is mijn overgrootmoeder, zoals alle zeer oude zwart wit foto’s, een verzameling vage vlekken. Ik word niet wijzer wat klederdracht of poffers echt zijn.

Foto van de overgrootmoeder van Marjolein Smolders, mevrouw Van den Branden-Blankers geboren 11-04-1882. Met poffer. (Foto: Familiearchief Van den Branden - Vennix, jaartal onbekend)

Foto van de overgrootmoeder van Marjolein Smolders, mevrouw Van den Branden-Blankers geboren 11-04-1882. Met poffer. (Foto: Familiearchief Van den Branden - Vennix, jaartal onbekend)

Een zoektocht online voor de Brabantse klederdracht en ik denk: 'die plooirokken zijn echt helemaal niks voor mij(n figuur), verschrikkelijk, net een tulp ondersteboven'. Op dat moment charmeert niets aan de Brabantse klederdracht me, ik ben maar wat teleurgesteld.

De redding voor mijn nieuwe interesse komt in de vorm van de online beeldcollectie van klederdracht in het Museum Vekemans in Boxtel. En zodra de corona maatregelen een museumbezoek weer toestaan, besluit ik te gaan. En ja hoor, oog in oog met een echte poffer, waar meer dan 60 verschillende technieken in terugkomen, zie ik hoe mooi Brabantse klederdracht in werkelijkheid is. Het ambacht straalt, wat een werk."

 

Dilemma's

"De pandemie is weer voorbij. Ik heb veel geleerd, maar ik ben er nog niet helemaal uit. Als je aan de slag gaat met klederdracht kom je allerlei dilemma’s tegen. Ga ik nu leren kantklossen of bestel ik het voor een paar centen van polyester kant uit China? Fantaseer ik verder hoe de Brabantse klederdracht er heden ten dage uit zou zien als het nog springlevend was? En als ik dan weet wat ik wil, ga ik verder in materialen zoals linnen?

En wanneer zou ik Brabantse klederdracht aandoen? Met carnaval of naar de Fantasy Fair? Bij de Fantasy Fair ben je een hele dag verkleed tussen de kasteelheren, prinsessen, feeën en allerlei andere wezens uit het fantasy genre. Leuk mensen kijken en de marktjes afstruinen, genietend van de kasteeltuinen op de historische locaties. Ach ja, hoe dan ook, als het kostuum er eindelijk is en ik loop erin rond en iemand vraagt wat ik mag voorstellen dan zeg ik: 'Dè ziedde toch jonguh, ik zeej unne Broabantse!' "