Jo Smeekens wordt geboren op 24 januari 1854, als vierde kind en tweede dochter van Johannes (Jan) Henricus Smeekens en Johanna (Jo) Cornelia van Ginneken. Ze groeit op aan de Haven, waar haar vader zijn kleermakerij-barbiersalon annex proeflokaal heeft, recht tegenover waar tussen 1866 en 1870 de Barbarakerk werd gebouwd.
Hoewel de leerplicht nog niet bestaat, krijgen alle kinderen Smeekens onderwijs. Bij de registratie van 1870 wordt Jo geregistreerd als naaistersleerling, bij de volgende registraties wordt haar beroep vermeld als modiste. Haar oudste broer Nillis wordt kleermaker en haar jongere broer Sjef en zus Cor worden onderwijzers. Zussen Marie en Jeanette hebben moeder Smeekens ongetwijfeld moeten helpen in de huishouding. Zeker toen de familie in 1881 naar Haagdijk 47 verhuisde, om de zaak daar voort te zetten.
Niets teveel voor de liefde
Jo krijgt kennis aan Jan Bergé, een kleermaker uit Hoogstraten in België, die in Breda zijn kleermakersopleiding heeft gevolgd. Waarschijnlijk bij zijn oom en diens broers, die op de Veemarkt een winkel in koloniale waren hadden, maar tevens geregistreerd staan met patenten als matrassenmaker, schoenmaker, kleermaker en kamerbehanger.
Jan heeft ook een praktijkstage als fotograaf bij Kannemans gelopen, zo getuigen de vele portretten van die familie: Cornelis Kannemans (schilder van zeegezichten en eerste fotograaf in Breda) zijn vrouw Johanna Dashorst en hun kinderen.
Jan is een charmante jongeman met ambitie en visie, net als Jo zelf. Tijdens hun verkering, wanneer hij in Hoogstraten in zijn vaders kleermakerij meer ervaring opdoet, komt hij elke zondag naar Breda gelopen. Ging hij eerst naar de vroegmis in Hoogstraten ter communie, liep met vlotte pas naar Breda, om na een ontbijtje met de familie Smeekens naar de hoogmis in de kathedraal te gaan, na het middagmaal waren er enkele momenten met Jo, om dan na het lof (weer in de kathedraal) op huis aan te gaan. Toch twee maal 23 kilometer, niets teveel voor de liefde!
Jo Smeekens trouwt met Jan Bergé op 28 april 1884. Na het huwelijksfeest in Breda gaan ze naar Hoogstraten, waar in 1885 hun eerste kind Henricus Johannes Maria geboren wordt. Het kindje leeft helaas niet lang, na zijn dood in 1886 besluiten ze naar Breda terug te keren.
Haagdijk
Waarschijnlijk heeft vader Smeekens gezegd dat hij het rustiger aan wilt doen, hij is dan 67. Hoewel Nillis een goede kleermaker is, is hij niet de persoon om de zaak over te nemen. Voor Jan is dit een geweldige kans om bepaalde ideeën die hij heeft te verwezenlijken, hij komt graag bij zijn schoonvader in de kleermakerij en Jo helpt in de winkel. Ze wonen eerst tegenover de zaak, op Haagdijk 77, waar dochter Cor geboren wordt.
In 1889 koopt vader Jan Smeekens het pand Haagdijk 49, waar zus Marie een winkel met garen-band en sajet (textiel) begint en zij en broer Sjef gaan wonen. Vader Jan laat een deur maken om makkelijk van 47 naar 49 te gaan. Dan steken Jo en Jan Bergé over naar Haagdijk 47. Daar wordt op 4 juli 1889 zoon Jan (mijn grootpa) geboren.
Juli 1890 trouwt zus Jeanette Smeekens met de broer van Jan, Louis Bergé, zij gaan in Antwerpen wonen. Door de dubbele familieverbintenis blijft het contact, ondanks de afstand, zeer frequent. Er volgen jaren van gezinsuitbreiding voor beide zussen.
1896 is een moeilijk jaar voor de familie. In februari sterft moeder Jo Smeekens-van Ginneken, in juni bevalt Jo van "een levenloos kind van het vrouwlijk geslacht", en eind september sterft schoonvader Jacobus Bergé.
Au Bon Marché
Niet zo verwonderlijk dat de familie daarom hun aandacht verlegt op de modernisering en uitbereiding van de zaak. Op één hoog achter komt de 'werkwinkel', een moderne werkplaats met naaimachines en ruimte voor meerdere kleermakers. De gevel krijgt het opschrift "AU BON MARCHÉ", waarmee men ook adverteert in de plaatselijke kranten als "Goedkoopste en meest vertrouwde Confectie-Magazijnen voor Heeren- en Jongeheeren-kleding op maat, J.BERGÉ-SMEEKENS MARCHAND-TAILLEUR."
Ik kan me zo voorstellen dat Jo's vader Jan Smeekens vol trots de vernieuwingen gade sloeg en 's avonds met dochter en schoonzoon bijpraatte over hoe de dag was geweest. Hij stierf 3 november 1900.
Jo was niet alleen een talentvolle modiste, maar ook een vlotte zakenvrouw, zij hielp de klanten een keuze te maken uit de verschillende modellen, die ze konden uitzoeken op de nieuwste Franse modeprenten. Ook adviseerde zij bij de stofkeuze en de diverse accessoires. Jan nam de maten op en gaf die door aan de kleermakerij, waar Nillis de leiding had over was- en halfwas kleermakersknechts. Jan zelf werkte ook nog als fotograaf, onder andere voor groepsportretten van verenigingen of legeronderdelen, die hun uniformen ook bij Au Bon Marché hadden betrokken. Hij leerde de kunst van het fotograferen ook aan zijn zoon Jan, die een goede leerling bleek en snel ook andere (familie)taferelen fotografeerde.
Perespijs en soeze-franskes
Enkele schetsen van het familieleven zijn gemaakt door neef Cor Bergé, die vaak vanuit Antwerpen kwam logeren. Hij schreef 'liedjes' ter gelegenheid van familiejubilea, zo krijgen we een beeld van de familie. Hij bezingt dat tante Jo perespijs kon maken, dat had hij nog nooit gezien, en soeze-franskes mocht hij smaken, met een deukje middenin. Zijn nichtje Cor kon broederkes bakken en zijn oom Jan, die had een donkere kamer als echt fotograaf. Hij maakte muziek met de groene fonograaf, en als een knappe kappersgast kon hij zich zo met zijn handen inzepen zonder kwast! Ook vermeldt hij het touwtje in de werkwinkel, naar de bel in de perenboom, om de vogels te verjagen die het op de juteperen voorzien hadden.
Familie-zaak
Drie oktober 1909 sterft broer Nillis, op 62 jarige leeftijd, "lid der H Familie en bijna 40 jaar van het Zangkoor der Kathedraal", staat er op zijn bidprentje, "eenvoudig en oprecht". Dat betekent ook dat er een nieuwe kracht in de zaak moet komen.
Zoon Jan is getalenteerd, speelt geweldig piano en kan goed leren. Na de HBS denkt hij erover om misschien notaris te worden, zijn suikertante Marie zou graag helpen met de studiekosten. Maar na een lange conversatie met zijn vader, die hem ook wijst op de vrijheid als zelfstandig ondernemer, besluit hij om toch in zijn vaders voetsporen te treden. In 1910 gaat hij naar de kleermakersopleiding van de ambachtsschool in Deventer (wiens directeur uit Breda komt). Met een praktische voorsprong, omdat hij de hele kleermakerij als het ware met de paplepel kreeg ingegoten.
Als één van zijn opdrachten maakt Jan een prachtige damestailleur, voor zijn geliefde/muze Rie van Nijnanten, van pauwblauw laken een lange rok met verhoogde taille en een getailleerd jasje met kopmouwen. Mijn grootma hemelde er 70 jaar na data nog over op.
Bij Jo en Jan viel de romance van hun zoon in goede aarde, ze kenden Rie als vriendin van dochter Marie, en ze was ook opgeleid als modiste. Een perfecte match, ook voor de winkel, maar vader Van Nijnanten zag er streng op toe dat er ervaring opgedaan werd ook buiten Breda. Zo ging Rie in 1911 naar Sittard.
Tegenslag
Jan wordt ziek, hij krijgt net na Sinterklaas ernstige griep. Mogelijk met longontsteking, maar er was nog geen penicilline om zoiets te behandelen. Jan sterft op 18 December 1911.
Dat was een onverwachte zware slag, zoon Jan komt vanuit Deventer naar huis, maar Jo zet de zaak voort en laat Jan eerst als reizend kleermaker verdere ervaring opdoen en ook zijn coupeursdiploma behalen bij Van Deventer in Amsterdam.
In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit, Nederland blijft neutraal maar België is wel in oorlog. Het treft de familie Bergé diep, drie neven vinden de dood. Waaronder Jan, de 23-jarige zoon van Jeanette en Louis Bergé, die in 1917 sneuvelt. Zij bewaren zijn helm met het kogelgat bovenop de kast. Zoon Corneel wordt naar Breda gestuurd om zo'n lot te ontlopen.
Dan krijgt Jo in 1916 een beroerte, wat haar gedeeltelijk verlamd laat. Zoon Jan neemt de leiding in de zaak en in het huishouden.
Een tevreden mens
Jan maakt ook plannen om te trouwen met zijn lieve Rie, die na Tilburg dan in Den Bosch bij atelier Kaanders werkt als hoedenmodiste. De Eerste Wereldoorlog is nog niet afgelopen wanneer zij op 8 juli 1918 in het huwelijk treden. Allebei om door een ringetje te halen.
Rie heeft haar eigen bruidsjapon gemaakt en draagt een moderne sluier (geleend van het atelier) en Jan zit knap en strak in het pak van Au Bon Marché. Frans van Nijnanten maakt foto's van het stel op het stadhuis en in de kerk, iets wat toen nog niet gebruikelijk was. Ook daarin liep het paar op de trend vooruit.
Op Jo's laatste portret zie je een tevreden mens, die geniet van haar kopje koffie en haar krantje, wetend dat het haar kinderen allemaal goed gaat, en twee kleinkinderen op komst.
Jo sterft op 5 april 1919, 65 jaar oud.