Cindy de Koning over het universele huwelijk

Cindy de Koning en Femke de Jong (Foto: eigen collectie)

In mei 2023 spreekt Elize Weijers van Brabants Erfgoed met Cindy de Koning en Femke de Jong over hun huwelijk, voltrokken op 15 mei 2002. Op 1 april 2001 was het universele huwelijk na een juridische strijd van jurist Jan Wolter Wabeke, met behulp van onder anderen Henk Krol, mogelijk geworden.

“Op 1 april 2001 werd het eerste homohuwelijk voltrokken. Wij waren toen drie jaar samen. We hadden al een geregistreerd partnerschap, omdat dat het meest praktisch was om samen een huis te kunnen kopen, maar ja, dat was wel een beetje ongezellig. Het is in principe op dezelfde manier rechtsgeldig, maar toen dat huwelijk kon wilde ik dat graag, op een bepaalde manier voelde dat alsof wij er ook volwaardig bij hoorden, dat we er mochten zijn.

Het hing in de lucht en het ging er in de media ook veel over. Weet je, als je op zoek bent naar een rode auto dan zie je opeens overal rode auto’s. Je bent geïnteresseerd in het onderwerp dus kom je het tegen. Ik had het gevoel dat we er nu echt bij hoorden. Ik herinner me ook dat ik dacht ‘wat fijn dat ik in Nederland woon’, het eerste land waar dat kon. Het voelde groots. 

Toen hebben wij dus besloten om dat te doen. Ik vond het bovendien een romantische gedachte. Voor Femke was dat anders, die vond een huis samen kopen een veel ingrijpendere gebeurtenis. Trouwen voelde eigenlijk als een administratieve handeling. Niet zo romantisch dus. Maar ze was wel blij dat het kon, anders voelt het toch een beetje achtergesteld."

 

Een koude douche

"Wij zijn dus zeker niet de eersten geweest, maar wel redelijk snel. We moesten ook nog best veel regelen tussen het aanzoek en de trouwerij zelf. Wij waren de eersten in onze kring die gingen trouwen, dus we wisten eigenlijk niet zoveel over het proces. Toen we naar het stadhuis in Eindhoven gingen voor de voorbereiding was dat redelijk een koude douche.

We moesten eerst allemaal formulieren invullen, die waren allemaal nog gericht op een huwelijk tussen man en vrouw. Dus één van ons moest overal ‘man’ doorkruisen en ‘vrouw’ met de pen erbij zetten. Wij maakten er nog een beetje een geintje van, maar de aanwezige ambtenaar deed er een beetje neerbuigend over. Zij was sowieso niet heel aardig tijdens dat gesprek. 

De ambtenaar vroeg ‘Hoe lang kennen jullie elkaar al?'. Wij vertelden dat we elkaar vier jaar kenden, dat vonden wij al heel lang. Zij blijkbaar niet, ze zei dat je iemand pas echt na zoveel jaar zou leren kennen. Achteraf dachten we dat zij waarschijnlijk onlangs was gescheiden. Na het invullen van de formulieren wilden we graag een manier om met de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand in contact te komen, de babs. De ambtenaar zei: ‘Nou, dat kan helemaal niet zomaar, die zijn hartstikke druk. Je moet gewoon even een brief schrijven.’

Na deze maanden van voorbereiding trouwden we op 15 mei 2002 in Eindhoven. We hadden van tevoren op aanraden van de ambtenaar een enorm lange brief aan de babs geschreven. Het bleek dat zij nog nooit eerder had meegemaakt dat ze mensen niet van tevoren had kunnen spreken. Ze vertelde ons dat dit heel uitzonderlijk was, dat ze normaal gesproken altijd een uitgebreide intake deed. Wij waren verbaasd omdat we door die andere vrouw de indruk hadden gekregen dat je de babs nooit van tevoren te spreken kreeg. Daar voelden we ons achteraf niet goed over. Maar wij wisten niet hoe dat ging. Overigens heeft die babs het heel goed gedaan ondanks deze omstandigheden. 

Het was een van de voorbeelden waardoor wij in de gaten kregen dat de maatschappij helemaal niet was ingericht op een huwelijk dat niet tussen een man en een vrouw was. Die formulieren bij het trouwen, maar ook de formulieren van de kinderopvang. En om maar niet te beginnen over het papierwerk om überhaupt samen kinderen te krijgen."

 

Papierwerk

"Een goede triviantvraag: wat is het verschil tussen een heterohuwelijk en een homohuwelijk? Bij een man en een vrouw worden zij allebei automatisch ouder, in ons huwelijk dus niet. Femke heeft onze kinderen moeten adopteren omdat zij ze niet heeft gedragen. Ik was toevallig laatst de studeerkamer aan het opruimen en toen kwam ik die adoptiepapieren toevallig nog tegen. Tja, advocaatkosten… adoptiekosten. Het was een hoop gedoe.

Toen ik bevallen was van onze zoon lag ik in de kreukels in het ziekenhuis, moest Femke aangifte doen van de geboorte. De ambtenaar van de gemeente zei: ‘Goh, wat zie jij er goed uit voor iemand die net is bevallen’. Dat vonden we allebei wel heel grappig.

Tegenwoordig is het wat makkelijker dan toentertijd. Hoewel ik vaak meemaak dat wanneer ik tegen mensen praat over mijn kinderen of mijn partner, ze aannemen dat ik een man heb. Ik merk dat ik nog steeds nadenk of ik dan spreek van mijn ‘vrouw’ of ‘partner’. Dat is minder dan vroeger, maar toch kijk ik per situatie of ik dat wel wil zeggen. In veel situaties moet je als je zegt ‘mijn vrouw’ toch weer iets uitleggen. Het komt vaak uit een plek van interesse, en ik snap die nieuwsgierigheid ook wel, maar ik vind het vaak nogal privévragen. Ik vind het bovendien niet altijd even relevant.

Ik kreeg vroeger ook vaker de opmerking ‘Oh lesbisch, nou dat zou ik niet zeggen’. Alsof je dan niet hetzelfde zou kunnen zijn als zijzelf, er werden meteen heel veel stickertjes op geplakt. 

Ik vind bepaalde maatschappelijke trends, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, wel heel zorgelijk. Maar ik zie hier veel vooruitgang sinds ons trouwen. Wij leven in een redelijk vrije omgeving, er zijn natuurlijk nog steeds meer traditionele werelden. Maar het is nu redelijk gewoon. In het dagelijkse leven, maar bijvoorbeeld ook op televisie en dergelijke. Het ligt aan de omgeving waarin je bent, het is gewoner aan het worden. Dat komt onder andere omdat diversiteit en inclusie nu meer een gespreksonderwerp is geworden.

Inmiddels zijn we al 25 jaar samen, dit jaar 21 jaar getrouwd.”