Uiteraard speelt het carnaval in deze traditie een belangrijke rol, maar ook de vrome processies van nog maar enkele decennia terug en zelfs de herinnering aan de Blijde Inkomsten uit vroeger tijden hebben hier aan bijgedragen. Tijdens de Brabantsedag is de geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot nu, steeds weer de inspiratie voor de praalwagens en groepen die jaarlijks op de laatste zondag van augustus door de straten van Heeze gaan.
Het begin in 1958 was tamelijk eenvoudig. Hoe kon het ook anders in een tijd waarin de naoorlogse welvaart nog niet zijn opwachting had gemaakt. Er reden een paar boerenkarren door het dorp, waarop folkloristische onderwerpen werden uitgebeeld als boerenbruiloft, boerenovertrek en oude ambachten. Op foto’s uit die beginperiode zijn nog veel boerenkielen, overalls en Brabantse poffers te zien.
Al na enkele jaren begonnen de historische thema’s – 'Breughel', 'Harbalorifa', 'Vreemd volk in Brabant', 'Spreuken gaan voorbij' − de uitbeelding van het boerenleven te verdringen. De boerenkarren maakten plaats voor praalwagens en in de manier waarop de thema’s vorm kregen kropen de creativiteit en de verbeeldingskracht binnen, die sindsdien bij uitstek het kenmerk en de aantrekkingskracht van de Brabantsedag zijn geworden.
Elk jaar weer vertoont de Brabantsedag zijn opmerkelijke karakter van vrijwillig tot stand gebrachte professionaliteit. Dat is vooral de verdienste van de wagenbouwers, in de kern vriendengroepen en buurtgroepen uit Heeze die steeds een zomer lang proberen om in ontwerp, uitvoering en presentatie de anderen naar de kroon te steken. Het trekt iedere keer weer een publiek dat in de tienduizenden loopt. Anton van Oirschot, zelf jarenlang betrokken bij de organisatie, beschreef de manifestatie ooit terecht als "De Brabantsedag, Dag van de Brabanders".
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Maas, A., 50 jaar Brabantse dag 1958-2007. Een gouden cultuurfestival, Heeze, 2007.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 278.