Het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum is ontstaan rondom de collecties van de broeders van Saint Louis, die in vroeger tijden werden ingezet voor het aanschouwelijk onderwijs.
Het museum kent diverse afdelingen. De ‘hoofdattractie’ wordt gevormd door de bijna duizend opgezette dieren op de eerste verdieping, die nog ingericht is in klassieke 19e-eeuwse stijl. Veel dieren zijn, in prachtige diorama’s, ingepast in hun natuurlijke omgeving. Naast een grote collectie vlinders is er hier ook een afdeling archeologie, voortgekomen uit de interesses van broeder Christofoor, die al in de jaren ’50 van de vorige eeuw archeologische vondsten verzamelde in Noord-Brabant en Limburg.
Op de benedenverdieping is een geologische afdeling met gesteenten, mineralen en fossielen. Hier is ook de afdeling volkenkunde met een expositie over de Witte Paters in Afrika en een sfeervolle zaal met Afrikaanse beelden en maskers.
Het museum heeft sinds eind 2004 het predikaat 'Geregistreerd Museum'. Hiermee mag het Oudenbossche museum zich rekenen tot de officiële musea van Nederland.