Huize Steenwijk heeft een bewogen geschiedenis. Voordat het bestuur van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (ook wel de Fraters van Tilburg) Landgoed Steenwijk aankochten in 1902, is Huize Steenwijk van verschillende invloedrijke Brabantse families geweest. De Fraters kochten het Landgoed van de familie La Grelle, inclusief boerderij waar toen twee oude dames woonde, in maart van dat jaar en op 28 april 1903 traden de eerste acht fraters in. Zij zorgden ervoor, samen met de toenmalige overste, dat van Huize Steenwijk een rusthuis voor de congregatie gebouwd werd.
De fraters in Vught
De eerste verbouwing vond plaats in 1905. Er werd naast het landhuis een kapel gebouwd, twee dwarsvleugels en bovenin werd een bibliotheek gerealiseerd. Ook werd in 1905 de eerste frater begraven op de begraafplaats achter het rusthuis. Tot op heden wordt iedere frater van de congregatie begraven achter het klooster.
In 1909 vond de eerste gouden viering (vijftig jaar kloosterleven) plaats van Rector Pater Meurs. Hierbij werd door zijn familie, met behulp van een gift van de zusters van de Oude Dijk, een kapelletje geschonken in de bosrand. Later werd dit kapelletje versierd met vier beelden.
Het huis, het Heilig Hartbeeld (1924) in de voortuin en het kapelletje werden later alle drie rijksmonumenten.
In 1918 werd de boerderij en twintig hectare grond verkocht aan de adellijke familie La Grelle (inclusief koeien, kalveren en werktuigen). Deze familie was voorheen ook eigenaar van Huize Steenwijk. Afgesproken werd dat twee koeien mochten blijven voor de melk voor de fraters.
De Fraters waren, al was het een rusthuis, harde werkers op het landgoed. De boomgaard werd uitgebreid in 1929. In dat jaar werden er op de boomgaard acht ton appels gerooid en in latere jaren zelfs 25 ton. Bij een boomgaard hoort een bijenvolk, daarom startte in 1929 een van de fraters een imkerij. Heden ten dagen is er nog steeds een werkende imkerij achter Kloosterhotel ZIN.
Familie La Grelle behield een warme band met de fraters en schonk in 1933 de glas in lood ramen in de kapel.
Tweede wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er flink gevochten op en rondom het landgoed. Bij de bevrijding van Vught zijn drie Engelse tanks het landgoed opgereden om twee Duitse tanks te overmeesteren. Een Duitse tank is daarbij afgebrand door een bazooka. De andere tank vluchtte het landgoed af. Twee Engelse militairen zijn bij deze actie overleden.
In 1946 werd een nieuwe bel, genaamd ‘Petrus’, á 70 kg in het torentje van de kapel gehangen.
Verandering
Tot 1965 was er in Huize Steenwijk alleen plek voor mannen. Maar hier kwam verandering in. Vanaf dat jaar verwelkomden ze de eerste zusters, zij hielpen bij de zorg voor de hulpbehoevende fraters.
Terwijl in 1967 de fraters die begraven lagen op Kerkhof de Grave, begraafplaats van Oss en Ruwenberg herbegraven werden naar de begraafplaats op Huize Steenwijk, hebben de fraters er in hetzelfde jaar voor gekozen om opzoek te gaan naar een nieuw rusthuis. Het landhuis was verouderd en voldeed niet meer aan de wensen. De fraters die hier (tijdelijk) woonden werden overgeplaatst naar Tilburg tot in 1974 de laatste verpleging en zieken verhuisd waren. Het begraven van de fraters op het kerkhof achter het landhuis ging wel gewoon door.
Nieuw leven
Tot 1995 heeft Huize Steenwijk leeg gestaan. Door de inkrimping van de Nederlandse Provincie van de Fraters C.M.M. dachten de Fraters van Tilburg dat er maar één oplossing was voor het landgoed: slopen.
Toch wisten ze dat er potentie zat in het landgoed. Behalve dat de begraafplaats op het landgoed lag, wilde een aantal fraters ná hun pensioen door met hun missie. Samen met twee ondernemers kwamen ze met een plan om het landhuis te redden van de sloopkogel.
De fraters van Barmhartigheid staan voor naastenliefde. Elkaar helpen sterker te worden en niet jezelf, maar de ander in het daglicht durven te zetten. Zij zagen de toenemende cijfers van een burn-out en de daarmee prangende vraag naar orde in de chaos. Ze wilde de maatschappij een plek gunnen waar de balans tussen zingeving, spiritualiteit, werk en privé kan worden herstelt. Dit bleek de eerste stap naar het Kloosterhotel ZIN van nu.
In 1999 werd het landhuis verbouwd, oude elementen moesten worden behouden en met respect voor hetgeen wat er nog stond, zijn er twee vleugels aangebouwd en zijn de oude fratercellen omgebouwd tot éénpersoonshotelkamers. De stenen muur, die voorheen de buitenmuur van het landhuis was, is daarbij behouden en onderdeel geworden van de nieuwe vleugel. Door het gebruik van lichte materialen als hout en glas is er sfeer en rust gebracht.
De historie van het klooster en het gedachtengoed van de Fraters van Barmhartigheid zijn vertaald naar de essentie van Kloosterhotel ZIN: De plek voor compassie. Zo worden er tegenwoordig trainingen, workshops en andere bijeenkomsten die hieraan bijdragen georganiseerd, wordt er gewerkt met het ZIN Team, collega’s met een afstand tot de arbeidsmarkt, en is het een erkend leerbedrijf voor de nieuwe generatie.
Bronnen
Gesprekken met de Fraters van Tilburg.
Thijsen, A., "Om elf uur 's avonds gaat het licht uit", Trouw, 27 januari 2001.