Bosschenaar Henk (79) verzamelt al bijna vijftig jaar bidprentjes. Inmiddels heeft hij er ruim 60.000. Het oudste bidprentje dat hij heeft dateert uit 1793.
Bidprentjes zijn typisch Brabants gezien de katholieke achtergrond van de provincie. Bidprentjes werden bedacht door de Jezuïeten in Antwerpen, dat toendertijd tot de Zuidelijke Nederlanden behoorde. In de loop van de negentiende eeuw werd het gebruik van bidprentjes gemeengoed in het overwegend katholieke Brabant. De voorkant van een bidprentje bestond in de beginperiode uit een religieuze voorstelling, bijvoorbeeld een afbeelding van Maria, Jezus of een heilige. Later werd dat een portretfoto van de overledene.
Uit bidprentjes valt veel informatie te halen over de samenleving van toen. Rond 1700 werden ze met pen geschreven op perkament, met een mooi gekarteld randje. Begin negentiende eeuw kwamen de eerste gedrukte prentjes in omloop, niet voor het gewone volk maar voor de notabelen zoals de dokter, de notaris en de geestelijken. De bidprentjes voor overledenen zijn bedoeld om de nagedachtenis van de overledene levend te houden en mensen op te roepen om te bidden voor zijn of haar ziel. Tegenwoordig worden ze gedenkprentjes genoemd.
Henk gaat iedere woensdag naar op het Stadsarchief in 's-Hertogenbosch, waar hij bijeenkomt met een groepje bidprentjesverzamelaars en samen ruilen ze dan hun ‘dubbelen’. Hoe komt iemand erbij om bidprentjes te gaan verzamelen? En hoe ziet zo’n collectie eruit van vroeger tot nu? Dat zijn enkele van de vragen die Lidi in haar documentaire tracht te beantwoorden.
Kijk voor meer informatie over Goud van Brabant op de projectpagina.