Een bedelaar verbeeld

Tekening van een bedelaar uit het kladboek van de Tilburgse armmeester Jan Baptist van Gils uit 1775. (Bron: Regionaal Archief Tilburg)

Tekening van een bedelaar uit het kladboek van de Tilburgse armmeester Jan Baptist van Gils uit 1775. (Bron: Regionaal Archief Tilburg)

Alle rechten voorbehouden

Rijkdom laat sporen na, musea staan er vol mee. Armoede en gebrek daarentegen zijn maar met moeite terug te vinden, tenminste in voorwerpen. Dit, terwijl het merendeel van de Brabanders vroeger de grootste moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen.

De materiële cultuur van de armoede mag dan tamelijk schaars zijn, de armoede is daarmee niet uit beeld verdwenen. De lotgevallen van de armen komen immers uitvoerig ter sprake in de Brabantse archieven. In de registers, kasboeken en notulen van armbesturen, overheden en diaconieën staat namelijk het verhaal van armoede en bedeling geschreven.

Natuurlijk is het doorgaans de kijk van de weldoeners die hier is vastgelegd, of die van de overheid, niet die van armen zelf. Al was het maar omdat zij meestal niet eens konden lezen of schrijven.

Het Regionaal Archief Tilburg bewaart een tamelijk zeldzame afbeelding van een tafereel dat in het Brabant van de achttiende eeuw heel alledaags zal zijn geweest. Op de titelpagina van het kladboek waarin hij de ontvangsten en uitgaven noteerde, tekende de Tilburgse armmeester Jan Baptist van Gils in 1775 een bedelaar met een houten been en gekleed in lompen, die door een heer iets krijgt toegestopt.

Armoede was altijd een vanzelfsprekendheid geweest. Velen leefden en werkten in een wankel evenwicht, dat plots en ruw verstoord kon worden door ziekte, hongersnood of oorlog. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw verergerde het probleem echter zienderogen. Enerzijds omdat de bevolking sneller groeide dan de voedselproductie, anderzijds omdat er als gevolg daarvan onvoldoende werk voorhanden was. De voortdurende oorlogen, aanvankelijk met Spanje, nadien met Frankrijk, dat streefde naar de hegemonie in Europa, vergrootten de ellende op het platteland.

Boeren verzetten zich tegen plunderende soldaten, ca 1668. (Bron: Rijksmuseum)

Boeren verzetten zich tegen plunderende soldaten. (Bron: Abraham Dircksz. Santvoort, 1668, Rijksmuseum)

Brabant had altijd wel enigszins kunnen profiteren van de economische bloei in Holland, maar na het Rampjaar 1672 kwam ook daar de klad in. Sommigen ondergingen de toestand met gelatenheid, maar dat gold lang niet iedereen. De klachten over bedelarij en bendevorming in Brabant namen merkbaar toe. Met bedelverboden en klopjachten probeerde de overheid de zaak in de hand te houden.

Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw kwamen er initiatieven om door werkverschaffing het lot van de armen te verbeteren. Maar ook toen duurde het nog lange tijd voor het tafereel uit het kladboek van Van Gils uit het straatbeeld verdween.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 150.