De MASt

Verzetsfoto's van een Duits munitiedepot in de Loonse en Drunense Duinen.

Munitiedepot in de Duinen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevond zich in de Loonse en Drunense Duinen, tussen Loon op Zand en Kaatsheuvel, Feld-Luftmunitionslager 8/VI. Op veilige afstand van Fliegerhorst Gilze-Rijen bracht de bezetter in dit enorme depot de munitievoorraad van de vliegbasis onder. Tijdens de oorlog stond het munitiedepot in de volksmond al snel bekend onder de naam de MASt. Deze afkorting staat voor Munitions Ausgabe Stelle, het uitgiftepunt van het Lager. Tot op de dag van vandaag draagt het gebied de naam de MASt. Veel was er tot voor kort niet over bekend. Maar de vondst van tachtig jaar oude foto’s die het verzet maakte van het depot, laten nu toch iets zien van de munitieopslag in de duinen.

 

Operationeel

De aanleg van het depot begon in januari 1941. Er werden verharde wegen aangelegd, met een totale lengte van naar schatting zes kilometer. Verborgen onder de bomen bouwde de bezetter langs de klinkerwegen 135 gemetselde opslagbunkers en werden in de open lucht diverse opslaglocaties aangelegd. Verder verschenen er onder andere munitiewerkplaatsen en werd er infrastructuur voor de manschappen in gereedheid gebracht. Slechts drie maanden na de start van de werkzaamheden was de MASt operationeel. 

De munitie arriveerde per trein op het station van Waalwijk, gelegen aan de spoorlijn Lage Zwaluwe-’s-Hertogenbosch, officieel de Langstraatspoorlijn, beter bekend als de Halvezolenlijn. Vanuit Waalwijk werd de munitie vervoerd naar het depot en daar opgeslagen. Vanaf de MASt werd Fliegerhorst Gilze-Rijen tot begin september 1944 van munitie voorzien. 

 

Het explosieve einde

Op maandag 4 september 1944 meldde minister-president Gerbrandy tijdens een avonduitzending van Radio Oranje ten onrechte dat de geallieerden de Nederlandse grens waren overgestoken en dat Breda bevrijd was. De volgende ochtend reageerde het Nederlandse volk uitzinnig. Onder NSB’ers en Duitsers brak paniek uit. Dolle Dinsdag was begonnen. De Duitsers maakten een begin met het opblazen van munitie op de MASt om te voorkomen dat deze in geallieerde handen zou vallen. Vanaf negen uur klonken er anderhalf uur lang zware explosies en stegen er grote rookkolommen op boven het munitiedepot. Maar de bevrijding kwam niet en de Duitse bezetter bleef, ook op de MASt.

De enorme luchtvloot die op 17 september 1944 rond half drie ’s middags over de Loonse en Drunense Duinen trok, maakte deel uit van Operatie Market Garden, de grootste luchtlandingsoperatie ooit. De duizenden vliegtuigen maakten zo’n indruk op de Duitsers dat ze die avond opnieuw munitie op de MASt opbliezen. 

Na de explosies zag het depot eruit als een maanlandschap. Bomen waren afgeknapt als luciferhoutjes. Veel van de opslagbunkers waren verdwenen in enorme kraters. Kort na de bevrijding haalden omwonenden bruikbare bouwmaterialen van het depot voor de wederopbouw. In die tijd keek men vooruit, werkte men aan de wederopbouw en werd er nog amper gepraat over de MASt en hoe die eruit gezien moest hebben. In de jaren die volgden, raakte het depot langzaam vergeten. Naast de kraters in Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen herinneren nu enkel wat anekdotes en foto’s van na de bevrijding aan de MASt. 

Inwoners uit Loon op Zand poseren kort na de bevrijding op de MASt bij een aantal clusterbommen. (Foto: collectie Erik Geleverd).

Afbeelding 1: Inwoners uit Loon op Zand poseren kort na de bevrijding op de MASt bij een aantal clusterbommen. (Foto: collectie Erik Geleverd).

 

Bijzondere vondst

Begin juni 1944 voegde het verzet documenten die waren verzameld door de landelijke verzetsgroep Albrecht en andere organisaties in Nederland samen tot ‘Zending Pieternel’, met bestemming Londen. De microfilms waarop de berichten waren vastgelegd, werden verborgen in gebruiksvoorwerpen als boeken en riemen. Koeriers smokkelden de berichten via een route die bekend stond als de Zwitserse Weg naar het neutrale Zwitserland. Vandaar werden de microfilms naar Londen gebracht. Een van de documenten in Zending Pieternel was een verzetskaart van de MASt. Het bestaan van deze kaart is al jaren bekend. 

Verzetskaart van de MASt. (Bron: Rapporten met getekende kaarten, schetsen en (code)berichten betreffende verdedigingswerken, Duitse troepenbewegingen en dergelijke in bezet Nederland, samengesteld uit door de groep Albrecht verzamelde gegevens., 1943-1947, NIOD, Archief 190a, Groep Albrecht, invoernummer 23).

Afbeelding 2: Verzetskaart van de MASt. (Bron: Rapporten met getekende kaarten, schetsen en (code)berichten betreffende verdedigingswerken, Duitse troepenbewegingen en dergelijke in bezet Nederland, samengesteld uit door de groep Albrecht verzamelde gegevens., 1943-1947, NIOD, Archief 190a, Groep Albrecht, invoernummer 23).

Het was de lokale verzetsgroep André die verantwoordelijk was voor het verzamelen van de informatie voor de verzetskaart. De leden van deze verzetsgroep kwamen met name uit de dorpen Capelle, Vrijhoeve-Capelle en Sprang in de voormalige gemeente Sprang-Capelle. Uit onderzoek is inmiddels duidelijk geworden dat de verzetslieden grondig te werk zijn gegaan. In de gedetailleerde tekening van het 75 hectare grote munitiedepot staan nauwelijks fouten. De betekenis van de afkortingen op de verzetskaart werd tot nu toe slechts deels achterhaald. 

Hoe de Groep André in staat was om deze enorme hoeveelheid informatie op de kaart te verzamelen, bleef lang onduidelijk. In het archief van het NIOD in Amsterdam werd onlangs het antwoord gevonden. Op de verzetskaart staat tweemaal de code OB44A 658 bel to. 593 BFU geschreven. Deze code bleek te verwijzen naar een verzetsrapport uit Zending Pieternel dat sinds de bevrijding verborgen is gebleven. In dit document is onder andere de legenda van de verzetskaart uitgewerkt.

De legenda van de verzetskaart. (Bron: Groep Albrecht, 1943-1947, NIOD, archief 190a, invoernummer 23).

Afbeelding 3: De legenda van de verzetskaart. (Bron: Groep Albrecht, 1943-1947, NIOD, archief 190a, invoernummer 23).

Met deze legenda wordt de betekenis van alle afkortingen op de verzetskaart duidelijk. Ze verwijzen naar de functies en locaties van de infrastructuur op het depot. Daarnaast zijn de opstelplaatsen van het luchtafweergeschut achterhaald, net als veel opslaglocaties van verschillende types munitie. Verder maakt het document duidelijk dat er op de MASt, naast 104 op het depot gelegerde Duitsers en Oostenrijkers, tachtig manschappen van de Nederlands Arbeidsdienst (NAD) werkzaam waren. De Nederlandse Arbeidsdienst begon als een vrijwillige Arbeitseinsatz voor mannen en vrouwen in Nederland. Omdat de belangstelling tegenviel, werd deelname vanaf 1 april voorjaar 1942 verplicht.

 

Vijftien foto's

De Groep Albrecht schreef bovendien dat vijftien foto’s werden meegestuurd om de situatie op de MASt nader te verduidelijken. Deze aantekening riep uiteraard direct de vraag op: waar zijn deze foto’s? Een overzichtslijst met schetsen uit Noord-Brabant van de Groep Albrecht, in het archief van het NIOD gearchiveerd onder een ander invoernummer, bevestigde het bestaan van de foto’s. Volgens de lijst werden zowel de verzetskaart als de foto’s ingeschreven op 29 mei 1944. 

In de beeldbank van het NIOD werd één reeks foto’s aangetroffen die, gezien de getoonde munitie, tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakt moet zijn op een Luftwaffe-depot. Deze fotoreeks bestaat uit precies vijftien foto’s. Het NIOD vermeldt alleen ‘Nederland’ als locatie van de afbeeldingen. Dit is gebruikelijk als de exacte locatie niet bekend is. Ook op deze foto’s zijn afkortingen geschreven. Deze komen overeen met de afkortingen op de verzetskaart en in de legenda van de Groep Albrecht. Op sommige foto’s poseren manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst, die volgens het document met de legenda werkzaam waren op de MASt. Hun aanwezigheid bevestigt dat het inderdaad om foto’s gaat die op een munitiedepot in Nederland genomen zijn en, sterker nog, om de foto’s die in het voorjaar van 1944 op de MASt zijn gemaakt. Een bijzondere vondst! 

 

Tachtig jaar oude foto’s

Om een indruk te geven van de MASt maakte de fotograaf de vijftien foto’s op verschillende locaties verspreid over het depot. Behalve de infrastructuur zoals bunkers en een munitiewerkplaats fotografeerde hij de manier waarop de verschillende typen munitie waren opgeslagen. Hoewel de manschappen poseerden voor een aantal foto’s uit de reeks, is het duidelijk dat de fotograaf met name het depot zelf probeerde vast te leggen. 

Een van de manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst poseert voor een stapel betonnen oefenbommen. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97772).

Afbeelding 4: Een van de manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst poseert voor een stapel betonnen oefenbommen. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97772).

De betonnen oefenbommen van het type ZC 250 zijn verpakt in houten kratten. Dit type bom lag in grote aantallen opgeslagen op de MASt. De bezetter gebruikte deze bommen om vliegtuigbemanningen op een goedkope, veilige manier bombardementen te laten oefenen. De oefenbommen waren voorzien van uitsparingen. Hierin werden met chemicaliën gevulde glazen ampullen geplaatst. Zodra de bom de grond raakte en het glas van de ampul brak, ontstond een rookpluim die de inslaglocatie markeerde voor waarnemers op de grond. Het verzet beschrijft de munitie op de foto met de letters R.B.3., die volgens de legenda staan voor ‘Rookbommen’. 

Twee manschappen van de NAD poseren bij dezelfde opslaglocatie van oefenbommen. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97773).

Afbeelding 5: Twee manschappen van de NAD poseren bij dezelfde opslaglocatie van oefenbommen. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97773).

Het valt op dat de fotograaf bij het maken van deze opname de mannen weliswaar in beeld nam, maar de camera vooral richtte op de munitie. 

Munitiehuis nummer 4 op de MASt. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97774).

Afbeelding 6: Munitiehuis nummer 4 op de MASt. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97774).

In totaal stonden er vier van deze munitiewerkplaatsen op de MASt. Ter bescherming waren deze gebouwen omgeven door aarden explosiewallen. 

Manschappen van de NAD hebben plaatsgenomen op een aantal Abwurfbehälter AB 1000-2. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97765).

Afbeelding 7: Manschappen van de NAD hebben plaatsgenomen op een aantal Abwurfbehälter AB 1000-2. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97765).

Op afbeelding 7 staan clusterbommen afgebeeld die gevuld konden worden met 610 brandbommen van 1,3 kilogram elk. De groep Albrecht noteert L.B.2. op de foto. De afkorting staat voor ‘Levensmiddelen en Bommen’. Van levensmiddelen is echter geen sprake. Kort na de bevrijding werden de lege clusterbommen nog steeds aangezien voor bommen die gebruikt konden worden voor voedseldroppings. De jeugd uit de omliggende dorpen haalde kort na de bevrijding de lege ‘voedselbommen’ van de MASt om er bootjes van te maken.

Manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst gefotografeerd voor een munitieopslag. De afkorting L.I. blijkt volgens de legenda te staan voor 'lichte munitie'. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97767).

Afbeelding 8: Manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst gefotografeerd voor een munitieopslag. De afkorting L.I. blijkt volgens de legenda te staan voor 'lichte munitie'. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97767).

Een opname van een van de 135 opslagbunkers op De MASt. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97766).

Afbeelding 9: Een opname van een van de 135 opslagbunkers op De MASt. (Bron: NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97766).

Op afbeelding 9 is de lichte dakconstructie zichtbaar, evenals de aarden explosiewal die tegen de muren is opgeworpen. De bunker was op deze manier ontworpen om te voorkomen dat bij een explosie naastgelegen bunkers in een kettingreactie ook zouden worden opgeblazen. 

 

Wie was de fotograaf? 

Verschillende aanwijzingen maken aannemelijk dat Josephus Adrianus Korthout (Waalwijk 1903 – Tilburg 1962) de fotograaf is geweest. Deze fotograaf uit Kaatsheuvel had contact met de Duitsers omdat hij in hun opdracht foto’s maakte van de manschappen om toe te sturen aan het thuisfront. Voor sommige van deze opnames bezocht hij het MASt-terrein. Het maken van deze foto’s stelde Korthout in staat schaars lichtgevoelig materiaal ofwel fotorolletjes in handen te krijgen. Als lid van de Groep André greep Korthout de kans het Duitse fotomateriaal ook in te zetten voor verzetsactiviteiten. Hij maakte er onder andere pasfoto’s mee van Engelse piloten die door de verzetsgroep van valse identiteitspapieren werden voorzien. 

 

Tot slot

Het document in het NIOD met de legenda toont aan dat er manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst werkzaam waren op de MASt. Door voor de foto’s bij de munitie te poseren, namen zij een groot risico. Tijdens de werkzaamheden hadden de manschappen de tijd om het depot tot in detail in zich op te nemen. Waren zij het die, direct onder de ogen van de bezetter, een verzetsdaad pleegden door informatie voor de gedetailleerde verzetskaart op de MASt verzamelen? 

Met de kaart, de foto’s en de legenda arriveerde in Londen ook het verzoek om de MASt te bombarderen. De vraag is of de Groep André, actief vanuit de dorpen in de directe omgeving van het munitiedepot, achter deze aanvraag stond. Bij een bombardement door de Royal Air Force was immers de kans groot dat de manschappen van de NAD, die het risico namen om te poseren voor de foto’s, zouden zijn omgekomen. Het aangevraagde bombardement heeft nooit plaatsgevonden. Dat was ook niet nodig want de Duitsers bliezen de meeste munitie in september 1944 zelf op.

De interesse voor de Tweede Wereldoorlog neemt de laatste jaren toe. Vandaag de dag vraagt men zich af wat er eigenlijk gebeurde op het vergeten munitiedepot in de Loonse en Drunense Duinen. Mensen zijn nieuwsgierig naar wat tijdens en na de Tweede Wereldoorlog voor omwonenden verborgen bleef. Hoe zag het depot er in die tijd uit? De zwartwit opnames geven tachtig jaar na de bevrijding een uniek beeld van de MASt in zijn operationele periode, zoals alleen de bezetter en de manschappen van de Nederlandse Arbeidsdienst die gezien hebben.

Aan de westzijde van de Loonse en Drunense Duinen is vanaf de Midden-Brabantweg een wandeling uitgezet over de MASt: zie ‘Wandelroute langs een explosief verleden, bij Kaatsheuvel’ op www.natuurmonumenten.nl/natuurgebieden/huis-ter-heide/route/wandelroute-langs-een-explosief-verleden-bij-kaatsheuvel.

 

Bronnen

Brokx, J., en Koolen, R., "Een interview met de gebr. Korthout", in: Aaw nieuws? (jrg. 4, nr. 2, november 2013), 7-17.

Didden, J., en Swarts, M., Provinciestad in oorlogstijd: Waalwijk en omgeving 1939-1945, Drunen, 1991.

Faes, P., "Het explosieve einde van MASt 8/VI", in: Aaw nieuws? (jrg. 10, nr. 2, 2019), 12-35.

Faes, P., "MASt 8/VI. Reconstructie van een Duits munitiedepot", in: Jaarboek Straet & Vaert (jrg. 43, 2023.), 7-17.

Faes, P., "MASt 8/VI: sabotage en verzet", in: Bruggeske (jrg. 36, nr. 1, 2020), 35-48.

Faes, P., "MASt 8/VI. Vergeten munitiedepot in de duinen", in: Jaarboek Straet & Vaert (jrg. 39, 2019), 7-29.

"Groep André", Wikipedia, 14-09-2024. (Stand op 17 juli 2024).

"Nederlandse Arbeidsdienst", Wikipedia, 02-06-2024. (Stand op 17 juli 2024).

NIOD, Archief 187, Zwitsersche Weg A, inv.nr. 62, Zending Pieternel, 5 juni 1944.

NIOD, Archief 190a, Groep Albrecht, invoernummer 23: OB44A 593 BFU.

NIOD, Archief 190a, Groep Albrecht, invoernummer 23, Rapporteren met getekende kaarten, schetsen en (code)berichten betreffende verdedigingswerken, Duitse troepenbewegingen e.d. in bezet Nederland, samengesteld uit door de groep Albrecht verzamelde gegevens.

NIOD, Archief 190a, Groep Albrecht, invoernummer 89.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97765.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97766.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97767.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97772.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97773.

NIOD, Beeldbank WO2, fotonummer 97774.