Mobilisatie in Aarle-Rixtel in 1939

Originele pagina uit het familiealbum van de familie Prinsen. (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen)

Originele pagina uit het familiealbum van de familie Prinsen. (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen)

Alle rechten voorbehouden

Of het een bewuste keuze was, weten we niet, maar vanaf het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in september 1939, begon fotoamateur Johan Prinsen (1896-1973) met het vastleggen van de gevolgen van de oorlog in zijn dorp. Van de inkwartiering van gemobiliseerde Nederlandse soldaten in de nazomer van 1939 tot de bevrijding en de nasleep hiervan in 1944. Hij bewaarde onbelichte fotorolletjes tot het einde van de oorlog om ook de laatste gebeurtenissen te kunnen fotograferen.

In 2019, tijdens de viering van 75 jaar bevrijding van Aarle-Rixtel (sinds 1997 gemeente Laarbeek) kwamen kopieën van foto’s uit de jaren 1939-1944 boven water. In het boek “Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel” 1938-1946, in 1994 uitgegeven door Heemkundekring Barthold van Heessel, staan veel van deze foto’s afgebeeld. De maker is de niet onverdienstelijke fotoamateur Johan Prinsen, bijgenaamd Johan den Brouwer, uit Aarle-Rixtel. De nabestaanden van de maker beschikken over een groot deel van de originele negatieven. Al voor de oorlog maakte Prinsen veel foto’s van zijn jonge gezin, waarvan afdrukken werden ingeplakt in verschillende familiealbums.

Met zijn foto’s, gemaakt in alle jaren tussen 1939 en 1944, vervaardigde Prinsen een pakkend beeldverslag van het verloop van de oorlog in Aarle-Rixtel, een klein dorp op het Brabantse platteland. Oorlogsgeweld ging het dorp grotendeels voorbij, maar de impact van de bezetting op zijn dorp is goed zichtbaar in zijn foto’s. Vermoedelijk weloverwogen fotografeerde hij zijn eigen en andere kinderen op plekken of bij gebeurtenissen die wellicht niet zomaar gefotografeerd mochten worden, zoals bij de opgeblazen bruggen en bij het weghalen van de kerkklokken uit de parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw Presentatie.

Johan Prinsen trouwde in 1924 in Best met Bep der Kinderen (1901-1952). In 1931 verhuisden Johan en Bep Prinsen met hun jonge kinderen Jan, Harry en Toos naar Aarle-Rixtel. Voor Johan was dit een terugkeer naar zijn geboortedorp. Hier bezat zijn familie tot begin 1930 bierbrouwerij De Zwaan, gesticht in 1857, waarvan Johan de gebouwen in 1931 ombouwde tot puddingpoederfabriek Thermos.

Johan en Bep Prinsen (Foto: Herman Schulten, Collectie familie Prinsen)

Johan en Bep Prinsen (Foto: Herman Schulten, Collectie familie Prinsen)

Alle rechten voorbehouden

Johan en Bep woonden tijdens de oorlogsjaren met hun zeven kinderen in de Dorpsstraat, midden in het dorp, op hetzelfde terrein als de fabriek. Hun huis lag strategisch aan de doorgaande weg, schuin tegenover het gemeentehuis en recht tegenover de kerk. Dit betekent dat Johan tijdens de mobilisatie in 1939 de Nederlandse soldaten te paard uit het dorp zag vertrekken in de richting van Lieshout. In september 1944, bij de bevrijding van Aarle-Rixtel, zag hij de Britten van de andere kant het dorp binnenkomen. Omdat hij strategisch tegenover de kerk en dicht bij het gemeentehuis woonde en werkte, stond hij met zijn fototoestel als het ware eerste rang toen op 2 december 1942 de klokken uit de kerktoren werden gehaald en eind september 1944 een van collaboratie verdachte dorpsgenoot werd opgebracht.

 

Prinsen als fotograaf

Als kleine ondernemer in een dorp was Johan Prinsen een man in goeden doen. Hij beschikte over een auto en permitteerde zich een motorbootje. Ook had hij de tijd en het geld om te fotograferen. Als amateurfotograaf onderhield Prinsen contact met de in Lieshout geboren beroepsfotograaf Martien Coppens (1908-1986), die sommige van zijn foto’s afdrukte. Mogelijk gaf deze vakman tips aan Prinsen, want enkele foto’s vallen op door hun belichting en het gekozen perspectief. Maar Prinsen maakte ook veel kiekjes van zijn jonge gezin. Zo is er een mooie serie foto’s van sneeuw- en schaatspret in 1941 en van de dorpskermis in 1942. Hiermee legde Prinsen in zijn foto’s vast wat er tijdens de oorlog in zijn dorp gebeurde. Er was relatief weinig oorlogsleed, maar natuurlijk ondervonden de inwoners wel de gevolgen. Juist de weergave van gebeurtenissen in een alledaagse setting van een kalm dorp maakt de foto’s bijzonder. Het zou interessant zijn om na te gaan of ook andere Brabantse fotografen de oorlog in hun woonplaats op vergelijkbare wijze hebben gedocumenteerd. Hier zoomen we in op de foto’s aan de vooravond van het uitbreken van de oorlog in Nederland, nu 85 jaar geleden. Door te letten op visuele en technische details en allerlei bronnen te raadplegen, kwamen allerlei onbekende feiten aan het licht.

 

85 jaar geleden: mobilisatie

Vanwege de toenemende oorlogsdreiging in Europa mobiliseerde de Nederlandse regering eind augustus 1939 ongeveer 140.000 soldaten. Op 29 augustus, drie dagen voordat Duitsland Polen binnenviel, ging de algemene mobilisatie van start. Dienstplichtige mannen van de lichtingen 1924 tot en met 1939, tussen de twintig en veertig jaar oud, werden opgeroepen zich voor het Nederlandse leger te melden. Vanuit verzamelplaatsen zoals ’s-Hertogenbosch werden zij verspreid over het land, waar zij moesten trainen en werden ingezet bij werkzaamheden om stellingen en verdedigingslinies in gereedheid te brengen voor een mogelijke aanval vanuit het oosten. Deels werden de soldaten ondergebracht in kazernes, maar vaker in ontruimde scholen, verenigingsgebouwen, boerderijen, fabriekshallen. Officieren en soms soldaten werden ingekwartierd bij mensen thuis. Ook duizenden door het leger gevorderde paarden en voertuigen werden naar hun bestemming gebracht. Uiteindelijk waren binnen enkele dagen 280.000 soldaten op hun post.

Ook Aarle-Rixtel kreeg zijn deel soldaten en (onder)officieren, de laatsten werden bij particulieren ondergebracht. Johan Prinsen fotografeerde hun aanwezigheid, waarschijnlijk op twee momenten: in september en eind oktober 1939. De soldaten en officieren maakten deel uit van Autocompagnie, onderdeel van de zogeheten Lichte Divisie. Overeenkomstig het verdedigingsplan van de het Nederlandse opperbevel werden in Noord-Brabant achter de Peel-Raamstelling het IIIe Legerkorps en de Lichte Divisie gelegerd. Bij een aanval moesten beide zich meteen terugtrekken naar de Vesting Holland, achter de Nieuwe Hollandse Waterlinie, ter verdediging van het politieke en bestuurlijke hart van Nederland in de provincies Holland en Utrecht.

Identiteitsbewijs J.M.J. Prinsen 1941 (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Identiteitsbewijs J.M.J. Prinsen 1941 (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

De aanleg van de verdedigingslinie met de naam Peel-Raamstelling was al in 1936 gestart. De linie begon ter hoogte van Grave en liep via Mill door de Peel, langs de Zuid-Willemsvaart, en eindigde aan de Belgische grens bij Weert. Onderdeel van de verdedigingslinie was het Defensiekanaal, dat vanaf de herfst van 1939 werd gegraven tussen Mill en Griendtsveen. Aarle-Rixtel lag het dichtst bij het zogenoemde Vak Bakel van de stelling, dat werd bezet door het 27ste Regiment Infanterie, onderdeel van de Peeldivisie.

Als de Peel-Raamstelling zou vallen, zou de Zuid-Willemsvaart als tweede verdedigingslinie gebruikt worden. Aarle-Rixtel lag dus pal achter deze tweede verdedigingslijn. De hier ondergebrachte gemobiliseerde soldaten werden dan ook ongetwijfeld ingezet bij het gebruiksklaar maken van beide linies. Ze gingen elke dag heen en weer naar de Peel. Prinsen fotografeerde hen in en bij hun onderkomen en tijdens de afmars eind oktober.

Op 8 september 1939 berichtte dagblad De Zuid-Willemsvaart dat er in Aarle-Rixtel “in verband met de legering van militairen ter plaatse” een rooms-katholiek en een protestants Militair Tehuis waren ingericht, respectievelijk “ten huize van winkelier Jan van Duppen en landbouwer Van Heijst”. Hier konden de gemobiliseerde soldaten terecht voor ontspanning en geestelijke begeleiding.

In dit beeldverhaal beschrijven we de foto’s die Prinsen maakte van de soldaten die tijdens de mobilisatie in Aarle-Rixtel gelegerd waren. De eerste serie van zes foto’s, wellicht gemaakt in september 1939, laat soldaten zien die ingekwartierd waren in de blokhut van de verkenners van de St.-Tarcisiusgroep aan de Dorpsstraat in Aarle-Rixtel. Het lijkt een gezellig oord, waar groepsfoto’s gemaakt worden, een soldaat een flesje chocolademelk leegdrinkt en soldaten samen eten. De tweede serie foto’s van Prinsen, gemaakt op 31 oktober 1939, bestaat uit vijf foto’s van een stoet legervoertuigen en Nederlandse soldaten te paard die voor het gemeentehuis langs paraderen. Alle foto’s, op twee na, staan ook op de website van het BHIC.

 

Blokhut

Zes foto’s zijn bij de blokhut gemaakt. Een zevende toont een keukenwagen (veldkeuken) van het Nederlandse leger op een andere locatie, mogelijk buiten Aarle-Rixtel. Gezien de kleding van de gemobiliseerde soldaten en de geopende ramen van de barak lijken de foto’s gemaakt op een warme nazomerdag.

Slaapruimte in de blokhut met in de hoek linksachter een lezende soldaat in hemdsmouwen, zittend in het stro. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 1. Slaapruimte in de blokhut met in de hoek linksachter een lezende soldaat in hemdsmouwen, zittend in het stro. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Op foto 1 hangen aan de schouw minstens dertien geweren. Links naast de haard hangt een grote landkaart van Aarle-Rixtel en omgeving: zichtbaar zijn de Zuid-Willemsvaart en het Wilhelminakanaal. Onder de schouw staan bagagetassen en schoenen. Links aan het schuine plafond hangen uitrustingstukken, tassen en mogelijk een overall. Links in het stro ligt een stapel opgevouwen dekens.

Negen militairen in de blokhut. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 2. Negen militairen in de blokhut. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Op foto 2 hangt boven de schouw een plakkaat met de tekst “Trouw aan Vorstin en Vaderland”. Aan weerszijden ligt vers stro, kennelijk bedoeld voor veldbedden. Links staan twee soldaten. De derde zit gehurkt met een geweer op één knie. De vierde zit op een lage kruk, eveneens met een geweer in zijn handen. In het stro rechts knielen en liggen vijf soldaten, één in onderkleding. Twee van de soldaten richten een geweer op de fotograaf. Ondanks de tekst “Verboden te roken” op de schouw heeft de tweede soldaat van links een sigaret in zijn rechterhand. Aan de schouw hangen geweren en een helm.

Groepsfoto van elf geüniformeerde soldaten buiten de blokhut. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 3. Groepsfoto van elf geüniformeerde soldaten buiten de blokhut. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Negen van de elf soldaten op foto 3 dragen een ‘schuitje’ of veldmuts op het hoofd. Twee soldaten leunen uit het raam, één zit in het raam, de rest zit buiten. Een soldaat houdt een plaat vast met de tekst “Trouw aan Vorstin en Vaderland”. Vier soldaten zijn rokend afgebeeld.

Eén van de soldaten van foto 3 drinkt een flesje chocolademelk, twee anderen kijken glimlachend toe. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 4. Eén van de soldaten van foto 3 drinkt een flesje chocolademelk, twee anderen kijken glimlachend toe. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

De soldaat op foto 4 drinkt uit een flesje met een etiket waarop staat: “…PRO …ADEMELK. 300 gr.; …. Volle melk; …dracht …mond”. Kennelijk gaat het om chocolademelk van Melkinrichting “De Eendracht” in Helmond. De fabrieksnaam was Hemepro, een afkorting van Helmondsche Melk Producten. In Aarle-Rixtel stond een melkfabriek die bij deze coöperatie was aangesloten. Een nieuwigheid was het op de markt brengen van chocolademelk in flesjes met een kroonkurk.

 

Rats, kuch en bonen

Blik in een keukenwagen oftewel een mobiele veldkeuken van het Nederlandse leger op een locatie buiten Aarle-Rixtel, mogelijk in Gemert. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 5. Blik in een keukenwagen oftewel een mobiele veldkeuken van het Nederlandse leger op een locatie buiten Aarle-Rixtel, mogelijk in Gemert. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Foto 5 en de volgende twee foto’s geven een beeld van de voedselvoorziening voor de gemobiliseerde soldaten die in de blokhut verbleven. De kok staat in de wagen, met links hangende soep- of pollepels en een gamel of kleine melkbus en rechts keukenapparatuur, waaronder een gehakt- of vleesmolen. Voor hem staan twee glanzend gepoetste zinken emmers met hengsel. Door de opening links hebben we zicht op een zijgevel met twee muurreclames, links voor Singer naaimachines, rechts een reclame (met deels afgevallen letters) met de letters “NC(B) – (V)ERZ… – C PHIL – (B)ONS – ASSUR..KA – BOSMAN”. Dit verwijst naar het in 1937 aan de Molenstraat B131 (nu nummer 59) in Gemert gevestigde Assurantiekantoor “Gemert N.B.” van H. Bosmans, voorheen Algemeen Assurantiekantoor H. Bosman(s). Mogelijk werd de foto dus in Gemert genomen, van waaruit het eten voor de soldaten dan in Aarle-Rixtel werd geleverd.

Zeven soldaten zittend en etend aan tafel in de blokhut in Aarle-Rixtel; één staande soldaat die uit een beker drinkt. De meesten zijn in onderkleding. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 6. Zeven soldaten zittend en etend aan tafel in de blokhut in Aarle-Rixtel; één staande soldaat die uit een beker drinkt. De meesten zijn in onderkleding. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Op foto 6 staat op tafel een zelfde zinken emmer als op foto 5 te zien is, die, gezien de soeplepel die erin staat, fungeert als pan met soep, pap of stamppot. Aan het plafond hangen vliegenvangers. Op een plank bovenaan de muur lijken kegels te staan.

De overkant van de tafel met zes soldaten die pap of stamppot eten. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 7. De overkant van de tafel met zes soldaten die pap of stamppot eten. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Op foto 7 zien we opnieuw de emmer op tafel. Links kijken we door een dubbel raam naar een overdekte veranda. Vanaf het afdak hangen een helm en plunjezakken.

 

Afscheidsparade

De volgende vijf foto’s geven een colonne of parade van het Nederlandse leger weer.

Op het bordes van het gemeentehuis van Aarle-Rixtel zien we vier mensen staan: van links naar rechts een man en een vrouw met hoed, achter hen een burger; rechts staat een hoge militair met helm, met op de punten van zijn boord aan beide kanten drie insignes. Achter het raam lijkt iemand te telefoneren. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 8. Op het bordes van het gemeentehuis van Aarle-Rixtel zien we vier mensen staan: van links naar rechts een man en een vrouw met hoed, achter hen een burger; rechts staat een hoge militair met helm, met op de punten van zijn boord aan beide kanten drie insignes. Achter het raam lijkt iemand te telefoneren. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Op foto 8 staat in de deur onder het bordes een burger met pet. Achter het gaas van het aanplakbord hangt een poster met een Verordening van het Militair Gezag. Links twee militairen, van wie één in korte leren jas met twee sterren op zijn boord.

Van het negatief van foto 8 werd ook een ansichtkaart gemaakt. Hierop is geschreven: “Het défilée van de Auto Compagnie Lichte Divisie bij vertrek uit Aarle-Rixtel (N.B.) op 31 October 1939, na een verblijf aldaar gedurende 2 maanden. – v.l. naar r. – Burgemeester Haffmans. Mevr. Haffmans, - Gem. Secretaris, de CC. Beneden: Luit. T. den Breejen v.d. Bout.” Volgens een aantekening van hopman Slaats in de collectie van Heemkundekring Barthold van Heessel te Aarle-Rixtel stond de “groep” in Aarle-Rixtel onder gezag van kapitein Koopman of Kramer en waren de luitenants Hiegentlich en “Breejen van den Bouden (althans ongeveer die naam)”.

Dankzij deze foto’s en aantekeningen weten we nu dat de gemobiliseerde militairen twee maanden lang in Aarle-Rixtel waren gelegerd en dat zij op 31 oktober 1939 met een afscheidsparade het dorp uittrokken. Bovendien bieden ze aanknopingspunten over de afgebeelde personen en het legeronderdeel.

 

De afgebeelde personen

Op het bordes staan als eerste van links burgemeester Oscar Haffmans (1897-1976), burgemeester van Aarle-Rixtel tussen 1938 en 1955, en zijn echtgenote Antoinette P.M. Haffmans-Loeff (1901-1948). Rechts naast hen staat gemeentesecretaris Michel S. van Roij, in functie tussen 1929 en 1962. Naast hem de ‘CC’ ofwel C.C., wat staat voor Compagniecommandant. Op hem komen we terug.

Onder aan de trap staat als eerste van links – aldus een beschrijving in het fotoarchief van de heemkundekring – soldaat Christ van de(n) Biggelaar, gelegerd in de blokhut. Rechts naast hem, met twee sterren op zijn boord, staat eerste luitenant Teunis den Breejen van den Bout (1909-1967), volgens de “Naam en Ranglijsten Officieren” uit 1940 als eerste luitenant ingedeeld bij het VLK (Vrijwillig Landstormkorps) Motordienst. De man in de deur onder het bordes is onbekend.

Terug naar de militair rechts op het bordes. Hij lijkt op zijn boord drie sterren te dragen, behorend bij de rang van kapitein. Het blijkt echter te gaan om de twee sterren van een luitenant en een wieltje. Dit op de kraag geborduurde autowieltje was het embleem van het Vrijwillig Landstormkorps Motordienst. Deze reservisteneenheid bestond uit militairen in het bezit van een rijbewijs en uitgerust met (meestal) gevorderde civiele motorvoertuigen. De officier op het bordes kunnen we zodoende identificeren als eerste luitenant Cesar (Cees) Hiegentlich (1898-1943). Ook hij wordt vermeld in de “Naam en Ranglijsten Officieren” als eerste luitenant ingedeeld bij het VLK Motordienst.

 

Luitenant Hiegentlich

Eerste luitenant Cees Hiegentlich stamde uit een vooraanstaande Joodse familie in Roermond. Zijn vader Sallie was in 1895 vanuit Assen ingetrouwd in de in Roermond gevestigde familie Hertzberger en begon een manufacturenzaak op de Markt. De familieleden Hiegentlich, onder wie Cees, waren heel actief in het sociale leven van de overwegend katholieke stad. Cees Hiegentlich verhuisde na de bezetting met zijn gezin naar Amsterdam en werd daar in 1942 gearresteerd. In 1943 werd hij in Auschwitz vermoord. Na zijn arrestatie kon hij zijn gezin tijdig waarschuwen: zijn vrouw Dula Hiegentlich-Grünwald en zijn beide zonen, Sally (1937) en Bram (1939), overleefden de vervolging ondergedoken in Limburg. Zij emigreerden in 1950 naar de Verenigde Staten, waar Sally Stephen werd en Bram Burt, en zij de achternaam aannamen van Dula’s tweede echtgenoot: Blum. Dula hertrouwde in 1948 en overleed in 2005. Een zwager en een oomzegger van Hiegentlich zouden tijdens de oorlog onderduiken bij het gezin in Aarle-Rixtel waar hij in 1939 was ingekwartierd.

 

De Autocompagnie

Het legeronderdeel dat gedurende de maanden september en oktober 1939 in Aarle-Rixtel was gestationeerd, was de Autocompagnie. Deze was een onderdeel van de zogeheten Lichte Divisie, die weer deel uitmaakte van het IIIe Legerkorps (III L.K.). Dit werd in september 1939 omgevormd tot zes Autobataljons met ieder vier Autocompagnieën. Deze beschikten samen over een groot deel van de ongeveer 12.000 auto’s die in 1939 van bedrijven en particulieren werden gevorderd. Ieder Legerkorps – het Nederlandse leger telde er in 1939 vier – bestond uit twee Divisies van ieder ongeveer tienduizend manschappen, plus Legerkorpstroepen met ongeveer vijfduizend man. Tot deze troepen behoorde onder meer een Autobataljon van ongeveer 1.200 man en circa 600 voertuigen, zoals gezegd onderverdeeld in vier Compagnieën. De eerste twee van de vier Autocompagnieën waren bestemd voor het transport van voorraden en troepen; de derde en vierde Autocompagnie waren belast met munitietransport.

De Lichte Divisie was een relatief moderne divisie, waarvan alle militairen mobiel waren, in tegenstelling tot de andere Nederlandse divisies, die vast in stellingen lagen. Volgens de vooroorlogse militaire plannen zou de Lichte Divisie bij een inval verdeeld worden over Gelderland en Noord-Brabant. Generaal Winkelman plaatste vanaf februari 1940 het IIIe Legerkorps samen met de Lichte Divisie achter de Peel-Raamstelling om daar “de schijn van een sterke verdediging op te houden”. Tot 1 mei 1940 omvatte de Lichte Divisie ook een Cavaleriecommando, daarna verlieten alle paarden de Divisie en werden voor vervoer alleen nog fietsen, motoren en auto’s gebruikt.

De colonne die is afgebeeld op de foto’s die gemaakt zijn op 31 oktober 1939, geeft een goede indruk van de samenstelling van de Autocompagnie vóór 1 mei 1940: naast vracht- en personenwagens zien we huzaren gemotoriseerd met motoren van het Regiment Huzaren Motorrijders en huzaren te paard die behoorden tot het tweede Regiment Huzaren.

Gezicht op het gemeentehuis Aarle-Rixtel vanuit het oosten. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 9. Gezicht op het gemeentehuis vanuit het oosten, met hetzelfde gezelschap op het bordes als op foto 8. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Rechtsvoor op foto 9 rijdt een auto met overgeschilderd kentekenbord: het oorspronkelijke, vijfcijferige kenteken van de gevorderde bestelwagen is overgespoten met een viercijferig militair kenteken. Voor het gemeentehuis rijden een truck en een motorordonnans met militaire kentekens. Dwars voor het gemeentehuis staat nog een auto, een soldaat in de houding en een stilstaande motorordonnans. Onder het bordes zien we dezelfde burger als op de eerste foto en een jongen op klompen rechts naast het bordes. De gevorderde bestelwagen is gemilitariseerd door die mat olijfgroen te spuiten en te voorzien van praktische uitrusting voor gebruik door het leger.

Gezicht op een colonne van de andere kant van de Dorpsstraat in Aarle-Rixtel. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 10. Gezicht op dezelfde colonne van de andere kant van de Dorpsstraat. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Foto 10 is iets verder ten oosten van het gemeentehuis genomen. We zien hetzelfde gezelschap op en voor het bordes. Links een colonne met zes vrachtwagens. De tweede wagen van links is een tankauto. De stilstaande motor voor het gemeentehuis heeft als militair kenteken M 1275. Op de achtergrond een vijftiental toeschouwers.

 

Cavalerie

Colonne van circa twintig gewapende soldaten te paard in de Dorpsstraat met op de achtergrond de parochiekerk. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 11. Colonne van circa twintig gewapende soldaten te paard in de Dorpsstraat met op de achtergrond de parochiekerk. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Foto 11 toont het cavaleriecommando dat onderdeel uitmaakte van de Lichte Divisie. De foto is genomen ten westen van het gemeentehuis van Aarle-Rixtel. De zon schijnt uit het zuiden; de torenklok geeft vijf voor tien als tijd aan. Dit lijkt een zonniger moment op dezelfde dag als die waarop nummers 8 en 9 zijn gemaakt.

Stoet cavaleristen in de Dorpsstraat. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Foto 12. Stoet cavaleristen in de Dorpsstraat. (Foto: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen, 1939)

Alle rechten voorbehouden

Foto 12 is ook genomen vanuit het westen, maar nu op een plek ten oosten van het gemeentehuis, tegenover de kerk (aan de linkerkant) en voor de puddingpoederfabriek Thermos van Prinsen (aan de rechterkant). Links is de pastorie zichtbaar, rechts een café met een uithangend reclamebord met de tekst “Amstel Bier”. In de Dorpsstraat rijdt een onafzienbare stoet cavaleristen. Rechts toeschouwers en een geparkeerde vrachtwagen voor drogisterij Gust van Vugt.

Prinsen plakte de vijf foto’s van de afscheidsparade in zijn familiealbum met de tekst “Herinneringen mobilisatie”, het jaartal 1939 en onderaan een notenbalk met de woorden “Wij willen Holland houden!!”

 

Originele pagina uit het familiealbum van de familie Prinsen. (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen)

Originele pagina uit het familiealbum van de familie Prinsen. (Bron: Johan Prinsen, Collectie familie Prinsen)

Alle rechten voorbehouden

 

Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk in het boek Beeldverslag van de oorlog. Johan Prinsen fotografeert Aarle-Rixtel, 1939-1944. Via de volgende link kunt u het hele boek bestellen en u ook inschrijven voor de boekpresentatie op 25 september: https://jolaprinsen.nl/boekpresentatie-beeldverslag-van-de-oorlog/

Herkent u iemand op de foto? Laat het weten aan Jeroen Arts via jpjarts@hotmail.com

 

Bronnen

Arts, J., Bijsterveld, A.-J. en Prinsen, J., Beeldverslag van de oorlog. Johan Prinsen fotografeert Aarle-Rixtel, 1939-1944, Tilburg, 2024.

Barten-Schakenraad, J., e.a., “Oorlogsjaren in Aarle-Rixtel” 1938-1946, Aarle-Rixtel, 1994.

Van der Bruggen, H., Aspecten van Joods Leven in Roermond en Midden-Limburg 1275-2018, Hilversum, 2021.

‘De auto van m’n opa’ op www.deautovanmnopa.nl (stand op 14 januari 2024).

‘Cesar Hiegentlich’ op www.joodsmonument.nl/nl/page/163199/cesar-hiegentlich (stand op 25-07-2024).

‘Hiegentlich, Cesar (Cees)’ op: www.archiefroermond.nl/nl/roermonds-verleden/stolpersteine-roermond/zoek-op-naam/hiegentlich-cesar-cees (stand op 17 september 2023).

Van Oudheusden, J., Noord-Brabant 40-45, Zwolle, 2014, 11.

‘Joannes Martinus Josephus Prinsen (1896-1973)’ op www.aarlerixtelwiki.nl/aarlerixtelwiki.nl/index.php?title=Joannes_Martinus_Josephus_Prinsen_(1896-1973) (stand op 17 maart 2023).

Jan Prinsen en Lia Prinsen-Holland, Leven in de brouwerij. Belevenissen van een Brabantse brouwersfamilie in en om Aarle-Rixtel, Tilburg, 2015.