Je staat meteen vol aan

Huub Vleeshouwers over zijn tijd in Bosnië

Camiel Heijnen interviewde Huub Vleeshouwers in 2024 in het kader van het project "Brabantse veteranen."

 Hieronder de transcriptie:

"Als alles vernield wordt, en je ziet in Bosnië dan de troosteloosheid, de armoede, en dan de vraag: waar blijft de NAVO? Je denkt: ja, je bent alles kwijt. Mijn school was het niet, en ik dacht, nou, dan kan ik bij Defensie verder in de logistiek, logistiek management en facility management. Ik heb het allemaal mogen doen. Uiteindelijk, als je terugkijkt, heb je gewoon een mooie stap kunnen zetten en mooie activiteiten kunnen doen. Het was vooral zorgen voor de mens dat mij aantrok, en samen staan voor vrijheid. Ik realiseerde me dat vrijheid niet gratis is en dat werken met mensen zinvol was, wat een goed gevoel gaf.

Deze medaille is een tastbare herinnering aan mijn eerste uitzending voor Nederland. Ik bewaar hem veilig in mijn verhalenbox en vertel mijn kinderen en iedereen die het wil weten wat ik heb gedaan voor de VN. Ik ben blij dat ik het heb overleefd.

Welkom in Eindhoven, het huis voor veteranen, ons ontmoetingscentrum. Hier komen we samen, vaak op donderdag, met gasten uit Veldhoven, Geldrop, Mierlo en Helmond. We delen onze verhalen, maar je hoeft niets te vertellen om welkom te zijn. Hier voel je dat iemand je begrijpt. In 2006 begonnen we als eerste in Brabant met aandacht voor veteranen. Veel mensen uit Indonesië, vrijwilligers of militairen die niet gehoord werden, werden hier in Brabant wel gehoord. Het is de Brabantse mentaliteit waar je welkom bent, een kopje koffie kunt drinken en je jezelf gehoord voelt.

De eerste keer dat je vliegt en je weet niet wat je tegemoet gaat, is spannend. Mijn kameraad Simon, een korporaal, was er ook bij. De kameraadschap blijft tot op heden sterk, zelfs als PSV-fan. Als Brabantse jongen was mijn eerste uitzending overweldigend. We moesten ons organiseren en je kunt niet zeggen: "Ik ben er niet." Je moet zorgen dat anderen verder kunnen.

Je bent in een oorlogsgebied, je kunt niet terug. Dus je staat ineens vol aan. Je ziet kapotgeschoten huizen en vernielingen. Je moet laveren met je witte auto en blauwe baret tussen de strijdende partijen. Je wordt tegengehouden, je probeert uit te leggen dat je een konvooi bent en toch verder wilt. Het wordt echt spannend. Onze Ierse collega's gaven ons noodzakelijke veiligheid, maar je wist dat de vijand dichtbij was.

Het is fijn dat je hier niet hoeft te vertellen, maar gewoon kunt zijn. Als je hier biljart speelt, vertellen de ballen het verhaal. Je herinnert je de plekken waar je bent geweest, zoals Bosnië. Hier mag je gewoon zijn, zonder dat je iets moet. Dit is het juiste woord: je mag.

De vijand wist dat wij niet mochten schieten en maakte daar handig gebruik van. Je levert je vrijheid in, want je moet doen wat zij willen. Je bent er om bescherming te bieden, niet om te vechten. Dit is een moeilijk dilemma, vooral als ze over je heen schieten. Je moet met respect omgaan, ook al schieten ze over je heen. Oorlog brengt je dichter bij de realisatie dat we sterfelijk zijn. Je hoopt alleen dat jij het niet bent die sneuvelt.

Als je terugkomt, ben je blij dat je er weer bent. In een beroepsleger moet je vaker weg, want er zijn mensen nodig om onze taken uit te voeren. De oorlog in Bosnië is niet zo lang geleden. Armoede en troosteloosheid domineren. De vraag waar de NAVO blijft, blijft hangen.

Oorlog is verschrikkelijk en moeilijk uit te leggen. Ik kan alleen vertellen wat het met mij deed toen ik er was. Ik was blij dat ik een stukje heb mogen meemaken, maar nog blijer dat ik terug was. De beelden van oude vrouwtjes en kinderen op televisie laten zien waar je het voor doet. Deze kinderen lijden onder de oorlog en moeten verder in de maatschappij.

Ik voel me geen veteraan, behalve op momenten zoals 4 mei, als we de gesneuvelden herdenken. Dan sta je stil en zeg je: dankjewel. Zij hebben het mogelijk gemaakt dat ik hier mag staan. Je voelt je even veteraan, maar dat is maar een paar keer per jaar."

Dit interview kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen Stichting Bredase Veteranen, Fontys Journalistiek Tilburg, en Erfgoed Brabant.