Hieronder de transcriptie van de video:
"Ik hoop dat wat we met z'n allen hebben kunnen bieden, naast snoepjes, pennen en af en toe een stukje papier, door mensen fantastisch werd gevonden. Ik hoop echt dat we hoop hebben kunnen bieden. Ik ben een pragmaticus en een beetje een dromer. Dat is een van de redenen waarom ik in dienst ben gegaan: ik had de klassieke jongensdroom om iets goeds te doen in de wereld. Ik heb geleerd ook een pragmaticus te zijn. Ik hou van een beetje chaos; daar ga ik goed op, en ik hou ervan om orde in de chaos te scheppen. Dat merkte ik in mijn keuze om naar Defensie te gaan, maar ook in de keuzes die ik daarna heb gemaakt. Ik vind het mooi om orde te brengen waar chaos heerst. We hebben echt goede dingen gedaan, vooral tijdens de eerste uitzending, ondanks de vuurgevechten, de mensen die we verloren en de gewonden die we incasseerden. We hebben daar veel goeds gedaan. Sommige jongens kwamen daar voor de tweede keer en vertelden verhalen over hoe er bij hun eerste bezoek maar drie lampjes in de hele vallei waren, en nu is bijna de hele regio verlicht, er is meer elektriciteit en er zijn waterputten. Het is tragisch dat het nu anders is, maar ik weet zeker dat de impact die we hadden, betekenisvol was.
We worden wel eens het 'bataljon lompe jongens' genoemd, met het motto 'niet beter, wel anders'. Het is voor mij een heel Brabantse eenheid, ondanks dat het Limburgse jagers zijn. We werken hard, maar het is ook gezellig en eerlijk naar elkaar toe. We zijn allemaal maten, maar je moet wel doen wat je zegt. Er is een groot contingent PSV-fans, en ik wist altijd wanneer PSV had gespeeld. Hoewel ik niets met voetbal heb, wist ik, door PSV in de gaten te houden, hoe mijn week zou gaan worden.
Mijn gevechtsinsigne kreeg ik voor het onder gevechtsomstandigheden goed mijn werk blijven doen. Het is een bevestiging dat je aan de lat stond en je werk hebt geleverd. Het is makkelijk om een professionele afstand te houden, maar dan ga je niet voor elkaar door het vuur. Je moet die band aangaan om samen goed te presteren, wetende dat het pijn zal doen als er iemand wegvalt. Het is een scala aan emoties: aan de ene kant het koude besef van wat je doet, aan de andere kant het gevoel van broederschap. Wij staan aan de lat voor de missie, en als iemand wegvalt, gaan wij door.
In dit doosje zitten mijn belangrijkste herinneringen. Tom Krist, de eerste officier die overleed tijdens een uitzending, had de meeste impact op mij. Zijn overlijden maakte alles ineens heel dichtbij en persoonlijk. Hij zit in het kistje en gaat nooit weg.
Ik heb inzicht gekregen in hoe ik anderen beoordeel op hun acties en onszelf op onze intenties. We zijn hier om te helpen, maar soms betekent dat actief schieten op iemand. Dat heeft mijn wereldbeeld genuanceerder gemaakt; alles wordt grijzer en niet makkelijker. Ik voel me veteraan en ben daar trots op. Mensen associëren het woord 'veteraan' vaak onterecht met PTSS of met de Tweede Wereldoorlog. Ik ben een ander soort veteraan en heb ook andere hobby's. Ik hou van koken, mijn katten, en meer. Hoewel het een onlosmakelijk deel van mij is, ben ik veel meer dan alleen dat."
Dit interview kwam tot stand dankzij een samenwerking tussen Stichting Bredase Veteranen, Fontys Journalistiek Tilburg, en Erfgoed Brabant.