De familie van mijn moeder was protestant en bezocht zodoende het eenvoudige, kleine kerkje aan de Kapelstraat. Het kerkje is de stille getuige van veel belangrijke familiegebeurtenissen. Mijn ooms en tantes en ook veel neven en nichtjes zijn er als kinderen gedoopt, deden er hun belijdenis en ze trouwden er. Heel wat van hen, waaronder ook mijn ouders, hebben daar hun uitvaart gehad.
De zondagochtend was voor kerkbezoek. Als er voldoende schoenen waren tenminste. Door de week liep je op klompen maar naar de kerk trok je schoenen aan. Het gebeurde dat, in een wat karige periode, de ene helft van het gezin de ene zondag ter kerke ging, de andere de zondag daarop en men dan voor die gelegenheid elkaars schoeisel leende.
Dat protestant zijn zorgde voor nog een opvallende ontwikkeling. Die had met school te maken. In het Heeze van toen waren twee soorten scholen. Een jongensschool en eentje voor de meisjes, beiden katholiek. Maar de niet-katholieke meisjes Woudenberg waren niet welkom op de meisjesschool. Zij volgden het onderwijs temidden van de jongens.
Iemand moet destijds in oneindige wijsheid hebben bedacht dat "beïnvloeding door andersdenkenden" minder kans van slagen zou hebben bij jongens. Katholieke meisjes kon je daar maar beter niet aan blootstellen.