Dongen ligt op de grens van hoog en laag Brabant, tussen holocene en pleistocene bodems, oftewel op de scheiding tussen enerzijds natte voormalige veen- en kleigebieden en drogere zandgronden.
Waarschijnlijk moet er in Dongen ook al vroeg in de middeleeuwen een van de weinige voordes, of doorwaadbare plaatsen over de noordelijke Donge hebben gelegen. De smalle dekzandrug die door Dongen loopt van grofweg zuidwest naar zuidoost, is de noordelijkste in Brabant en vormde een bruikbare ondergrond voor een verbinding voor personen. Het uitgestrekte natte veengebied dat zich had gevormd in het noorden van de huidige gemeente Dongen en ook gedeeltelijk in het zuidelijk deel, was namelijk veel slechter begaanbaar. Het is waarschijnlijk dat deze verbinding het karakter had van een route, te definiëren als een brede, vaag begrensde communicatiezone. Dit in tegenstelling tot echte wegen: smallere, gefixeerde en drukke verbindingen.
De oudste zandroutes
De oudste zandroutes in Dongen zullen een uiterlijk hebben gehad dat te vergelijken is met een golfplaatreliëf. Daarbij ontstonden uitslijtingsplekken door karrensporen en werd door het weer verstuiving op gang gezet waardoor vaak de verbinding verplaatst moest worden. Regelmatig werden ze zelfs geheel onbegaanbaar. In de zomer was het zand geregeld te mul of verstoof het, terwijl door regen in de herfst of lente het zand veranderde in modder waarin een kar gemakkelijk vast kon blijven zitten. Deze hogergelegen zand- en heideroutes hadden veelal een zeer oneffen en bochtig patroon. Pas door de ontvening en ontwatering van de lagere gronden konden later ook nieuwere wegen op lager niveau mogelijk gemaakt worden. Dit proces van moernering was echter pas in de zeventiende eeuw afgerond.
Mede door de veranderlijkheid van de oude zandroutes is het vrijwel onmogelijk om exact te bepalen waar het oudste doorgaande traject door Dongen heeft gelopen. Gedetailleerde oude landkaarten van Dongen zijn bovendien amper te vinden. Pas uit de negentiende eeuw dateren de eerste kaarten waarop het wegenpatroon van Dongen duidelijk (en bovendien enigszins betrouwbaar) is weergegeven. Op de kaart van Christiaan Sgrooten uit 1573, afkomstig uit de Atlas Bruxellensis komt Dongen wel voor, al is het weinig gedetailleerd weergegeven. Ditzelfde geldt voor de kaart uit 1666 gemaakt door Roman en Visscher. Duidelijk is wel dat er weinig doorgaande wegen in Dongen en omgeving liepen.
Waarschijnlijke routes
Op de kaart van Viabundus valt verder in te zoomen op de handelsroute door Dongen zoals die bestond tussen 1350 en 1650. Ook is deze te projecteren op de huidige kaart van ons dorp, middels OpenStreetMap. Op de Viabunduskaart kwam de route vanaf Breda de zuidwesthoek van de gemeente Dongen binnen via het huidige bosgebied Duiventoren, over het huidige zandpad dat daar nog altijd ligt (en een deel vormt van de Oude Bredasche/DongenscheBaan). Vervolgens volgde de route de huidige Rijensestraatweg, Heuvel, Heuvelstraat en Kerkstraat en daarna ging de route via de huidige Torenstraat en Tramstraat. Vervolgens boog de route in zuidoostelijke richting af via de huidige Sint-Josephstraat, om noordelijk langs De Bergen te lopen en via de Vennen en Eindestraat de grens met de gemeente Loon op Zand over te steken. Over het Galgeneind ging het in noordoostelijke richting naar Loon op Zand, via het huidige Huis ter Heide en verder naar ‘s-Hertogenbosch. Dit traject is weergegeven met de blauwe lijn.
De rode stippellijnen zijn twee alternatieve routes, die mogelijk relevanter en ouder waren. De eerste volgde dezelfde route als de blauwe lijn tot voorbij de Oude Kerk, maar boog vervolgens eerder naar het zuidoosten af via de Oude Baan. Deze liep vervolgens over de dekzandrug ten noorden van De Haanse Hoef en ten zuiden van ‘T Kwartierke door. Dit traject liep ook langs de galg van Dongen, die aan het einde van de Oude Baan stond (ten noorden van de huidige Vierbundersweg).
Vervolgens ging de route via de Uiterste Stuiver verder naar het Galgeneind in Loon op Zand. Galgen stonden vaak opgesteld op de grens van een rechtsgebied en nabij knooppunten van wegen/routes. De Dongense galg was niet ver verwijderd van de galg van Loon op Zand, die stond slechts enkele honderden meters verder naar het oosten. Het toponiem Galgeneind refereert nog altijd aan de Loonse galg. Ook richting Breda passeerde de route, via de Oude Bredase/Dongense Baan en het Cadettenkamp een galg, getuige de namen Galgestraat en Galgeveld aldaar.
De tweede alternatieve route liep via het Kasteel van Dongen, waar zich ook een brug over de Donge bevond en liep vervolgens verder over een smalle dekzandrug ten noorden van de Donge om ook bij de Haanse Hoef uit te komen.
Het verdwijnen van de zandwegen
Tot diep in de twintigste eeuw bestond een groot deel van Dongen nog vooral uit onverharde wegen en zandpaden. Zandwegen waren enkele tientallen jaren geleden nog juist kenmerkend voor ons dorp, maar zijn inmiddels een zeldzaamheid geworden. Net als overigens op veel plekken in Brabant en Nederland. De zandwegen die er nog liggen in ons dorp behoren daarom wel vaak tot de oudste verbindingen die er zijn in Dongen.
In bosgebied de Duiventoren en bij het Cadettenkamp is er nog een klein stukje van overgebleven tussen Dongen en Breda. Ook tussen Helvoirt en Haaren bleef er nog een mooi stukje behouden. Hij heet hier bovendien ook de Antwerpse Baan, duidelijk dus dat het hier gaat om een restant van de oude, middeleeuwse handelsroute tussen ’s-Hertogenbosch en Antwerpen.
Het overgrote deel van de oude zandverbinding tussen Breda en ’s-Hertogenbosch is echter verdwenen. Het zou mooi zijn als er bij ruimtelijk beleid meer gekeken wordt naar de historische waarde van dit soort oude zandwegen. Sporadisch wordt dit ook al gedaan. De Roovert, de eeuwenoude zandweg tussen Hilvarenbeek en Poppel, heeft bijvoorbeeld de status van gemeentelijk monument gekregen van het college van Hilvarenbeek in 2016. Door dit besluit werden de plannen voor een verharding van de weg tegengehouden.
Zandwegen hebben niet alleen een historische waarde. Ook toeristisch gezien zijn ze erg aantrekkelijk. Steeds meer wandel-en fietsroutes volgen bijvoorbeeld dit soort oude, pittoreske zandwegen. Daarnaast heeft onderzoek ook duidelijk aangetoond dat zandwegen van groot ecologisch belang zijn voor de biodiversiteit. Zo herbergen deze zandwegen en bermen in agrarisch gebied een opvallend rijke fauna, met veel kenmerkende en vaak ook zeldzame soorten. Zandwegen met een goed ontwikkelde bermvegetatie kunnen om die reden ook een functie vervullen als verbinding tussen natuurgebieden. Dit alles zijn duidelijke argumenten om zuinig met bestaande zandwegen om te gaan en ze passend te beschermen. Zandwegen “vertellen” immers veel meer dan asfalt.
Een uitgebreidere versie van dit artikel is te vinden in nummer 167 van de Wazerweijen, en is via online in te zien.
Bronnen
Dorpsbestuur van Dongen (1634), Gekwiteerde accoorden door de schout met pachters van den Grooten Brabantsche Zwijgenden landtol gesloten tot afkoop van tolgeld, voor een of meer jaren, Regionaal Archief Tilburg
Horsten, F., Doorgaande wegen in Nederland, 16e tot 19e eeuw. Een historische wegenatlas, Amsterdam, 2005.
Koopmanschap, H., Grensgebied tussen zand en veen. Een archeologisch perspectief op de middeleeuwse ontginnings- en bewoningsgeschiedenis van de Langstraat en het aangrenzende zandlandschap van Noord-Brabant, Hilversum, 2015.
Leenders, K.A.H.W., "Vier generaties dorpen in het Brabantse Zand", in: Noordbrabants Historisch
Jaarboek deel 28, 2011, 10-30.
Merkelbach van Enkhuizen, L., "Heerlijkheid, Heren en Heerlijk Huis van Dongen", Jaarboek De
Oranjeboom 2, 1949.
Snoeren, T., "Over veldnamen in Dongen, deel 15, Oude Bredasche Baan", Wazerweijen, nummer 90, december 2003.
Toorians, L., Zandloper. Landschap en geschiedenis van Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen en omgeving, Tilburg, 2008.