Tafelen, volksgericht in Brabant

De resultaten van een volksgericht in Berlicum in 1933. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden / Brabants Historisch Informatiecentrum, 13 oktober 1933)

De resultaten van een volksgericht in Berlicum in 1933. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden / Brabants Historisch Informatiecentrum, 13 oktober 1933)

Tafelen ook wel toefelen ook wel toffelen genoemd, is een oud volksgebruik dat vooral in Noord-Brabant voorkwam en al sinds de vijftiende eeuw is beschreven. Maar het gebruik kwam in de negentiende en zelfs de twintigste eeuw nog regelmatig voor in Brabant. Het woord komt uit het vroegere Brabants dialect, uit de streek Meierij en de Peel. “Toefelen” betekent daar: een pak slaag geven.

Het gezag en rechtspraak van de dorpen voldeden niet altijd aan de verwachtingen van de plaatselijke bevolking. De dorpsveldwachter gooide nog wel eens tijdens de kermis een dronkenlap in het cachot, maar bemoeide zich verder niet met familieaangelegenheden. Als er sprake was van het overtreden van een ongeschreven regel, speelden de dorpsbewoners dus soms voor eigen rechter en werd er ”getafeld”. De aanleiding voor zo’n volksgericht kon nogal uiteen lopen. Eigenlijk kon iedereen die de seksuele moraal van de tijd overtrad slachtoffer worden.

Boeren, burgers en jongelui trokken onder luide ketelmuziek naar het adres van de vermeende dader, om daar hun wraakacties uit te voeren door het vernielen van het interieur en het besmeuren van de woning. Tafelen liep vaak uit op een gewelddadige bestraffing en gaf de jeugdige deelnemer de gelegenheid zich op een onbeschofte manier uit te leven. 

Het onmisbaar element bij het tafelen was ketelmuziek. Gewoonlijk ging dat ook nog gepaard met ketelgerammel, belgerinkel hoorngetoeter, zweepgeknal en het blazen op lampenglazen. Het gebeurde bij alle laakbare handelingen of misstanden, die het volk als zodanig beschouwd. Als schandeteken werd vaak de boerenkar van den betrokkene op het dak van hun boerenhuis geplaatst. Het was daarna voor het slachtoffer niet gemakkelijk om dat schandeteken te verwijderen.

Een andere vorm van tafelen was Charivari. Deze straf concentreerde zich vooral op het barricaderen van de deuren met alles wat op het erf aanwezig was, zoals landbouwgereedschappen en karren. Op het einde van de Charivari werden er soms ook stropoppen, die de slachtoffers voorstelden, opgehangen in bomen en vervolgens meestal verbrand en begraven.

Deze vorm van van volksgericht werd door het gezag in het dorp niet als wenselijk gezien, maar ondanks het optreden van de veldwachter en het geestelijk gezag hebben deze gebruiken nog voortbestaan tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw.


Een ontrouwe minnaar uit Bakel gestraft

In februari 1934 werd er weer eens getafeld in Bakel en wel op een wijze die alle perken te buiten ging. Het gold ditmaal een jongeman die in ondertrouw was met een Bakels meisje, maar ook zijn hart had verpand aan een jonge boerendochter uit het naburige gehucht Stootal. Zijn Bakelse dorpsgenoten kregen lucht van deze ontrouw en een deel besloot de jongeman eens flink de les te lezen.

Ongeveer zeventig boeren, gewapend met knuppels en stokken, reden in huifkarren naar de woning van het meisje in Stootal, waar de jongeman zich bevond. De stoet werd voorafgegaan door ketelmuziek. Toen men onder hevige kabaal en met groot spektakel aankwam, nam de wraakneming onmiddellijk een aanvang. De deuren en ramen van de hofstede de familie van het meisje werden met knuppels geheel vernield. Ook binnen werd heel wat verwoesting aangericht. De gehele inboedel werd overhoop gehaald en de meubels stukgeslagen. De vandalen haalden zelfs de varkens uit de stalen dreven ze met allen in de woning. 

Tenslotte werd het gehele huis met stro bestrooid. De bewoners hadden zich bij het naderen van de stoet al uit de voeten gemaakt. Eén van hen waarschuwde de gemeenteveldwachter. Deze politieman kwam de tafelaars storen terwijl zij nog bezig waren om hun wraaklust bot te vieren. De wraaknemers stoven uiteen maar werden door een ingesteld onderzoek alsnog achterhaald en terechtgesteld.

 

Een weduwe uit Nistelrode

In het dorpje Nistelrode woonde in 1867 een weduwe wier naam en antecedenten het hele dorp bekend stond als van criminele aard te zijn. Op de avond van 23 augustus ging een groep van twintig gefrustreerde dorpsgenoten naar haar woning. Zij braken de deur open, haalden de houten muur omver en gooiden de hele huisraad stuk. De vrouw, die inmiddels in het veld was gevlucht, werd achterhaald, mishandeld, geboeid op een kar geworpen. Van daaruit naar een ander dorp gereden en daar onder de marktpomp gelegd. Met het pompwater herdoopt en tenslotte ter plekke achtergelaten, tot ergernis van andere dorpsgenoten. Van de vermeende criminaliteit van de weduwe had de groep belhamels geen bewijs, maar tegen hen werd eenproces-verbaal opgemaakt en verslag toegezonden naar de Rechtercommissaris te ‘s-Hertogenbosch.

 

Tachtigjarige man getreiterd in Berlicum

In het mooie dorpje Berlicum bij Den Bosch trok in 1933 een zonderlinge optocht, bestaande uit honderden jonge mannen, onder oorverdovende ketelmuziek en ander lawaai naar een huis waar een tachtigjarige dove man woonde. Deze man beschuldigde zijn vrouw en dochter van treitergedrag, hij beweerde zelfs door een nauw venster zijn gekropen om zijn heil te zoeken bij een familielid. Toen de dorpsbewoners hier hoogte van kregen, werd besloten om namens de man wraak te nemen. Het dorp ging eigen recht spreken.

Aangekomen bij de woning gooide de groep tafelaars de ramen in en ze rammelden de deuren en vensters stuk met steigerpalen. De vrouwen hadden zich ondertussen in een klerenkast opgesloten en vertoonden zich niet tot de groep weer vertrok. Het huis werd goed te grazen genomen, zo is te zien op foto’s die inmiddels zijn opgenomen in het archief van het Brabants Historisch Informatiecentrum.

De verwoesting van het volksgericht in Berlicum in huis. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden / Brabants Historisch Informatiecentrum 13 oktober 1933)

De verwoesting van het volksgericht in Berlicum in huis. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden / Brabants Historisch Informatiecentrum 13 oktober 1933)


Overspel in Helvoirt

Ook in het dorp Helvoirt kwam in 1934 nog een geval van tafelen voor. Een man had enkele dagen met de zuster van zijn vrouw stiekem een hotelletje aan de Noordzeekust van Nederland bezocht. Toen de man enige tijd later op het terras van zijn stamcafé aan de weg naar Tilburg zat, verscheen er plotseling een grote optocht onder oorverdovend lawaai en ketelmuziek. Enkele honderdtallen uit het dorp, die van het overspel wisten, hadden besloten op deze wijze de ontrouwe echtgenoot aan de kaak te stellen. In Helvoirt hadden ze echter niet zo veel geluk, omdat de politie er spoedig achter was en de rust moest worden hersteld. De schuldige moest onder politiebewaking, achterna gejouwd door de gehele bende, naar zijn huis gebracht worden. Voor de ‘getafelde’ in Helvoirt liep het dus met een sisser af.


Een betreurenswaardige tafelpartij in Someren

Op 29 april 1929 had een dorpsgerechtelijke avondserenade in Someren een betreurenswaardige afloop. Na een verbroken verloving, vlak voor de huwelijksdatum, besloot een groep jongelui verhaal te halen. Terwijl verschillende jongelui voor de woning van de betrokken verloofde een scène in elkaar aan het zetten waren, klonk plotseling een schot. Gelukkig werd niemand geraakt. 

Een kwartier later echter zou het minder goed aflopen. Er klonk rond half twaalf een tweede geweerschot. Ditmaal troffen de hagelkorrels een 23-jarig persoon in het oog en in armen en benen. Door dit voorval moest het slachtoffer het zicht in zijn oog missen. De verdachte werd meteen naar de gevangenis overgebracht in afwachting van zijn straf. 


Conclusie

Tafelen is een vorm van volksgericht dat een oude oorsprong kent, maar ook een fenomeen dat eigenlijk nog relatief recentelijk gebeurde. Drie gasten uit Milheeze werden op 12 januari 1962 voor het kantongerecht te Helmond veroordeeld tot 6 dagen celstraf voor hun aandeel bij het gewelddadig “tafelen”. Door de dorpsbewoners soms gezien als een gedragscorrectie, bovenstaande verhalen laten zien dat het regelmatig erg uit de hand liep en met alle gevolgen van dien. Deze volksrechtspraak stond in Noord-Brabant niet alleen. Dikwijls kwam het zogenaamde tafelen voor, maar niet altijd in zulk een krasse mate.


Bronnen


Rooijakkers, G., Romme, T., Charivari in de Nederlanden, rituele sancties op deviant gedrag, Amsterdam, 1989.

Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, Nijmegen, 01-02-1934 (geraadpleegd via Delpher, stand op 07-02-2023, https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=MMRANM02:000032885:mpeg21:p002).

De Delftse courant, Delft, 23-08-1867.

De locomotief, Samarang, 04-11-1933 (geraadpleegd via Delpher, stand op 07-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001766007:mpeg21:p00001).

De Tijd, 's-Hertogenbosch, 20-07-1926, (geraadpleegd via Delpher op 07-02-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010531415:mpeg21:p001).