De zaak-Van Beuningen

Collage liggend

Twan van den Brand dook in het opmerkelijke verhaal van een veroordeelde Vughtse miljonairszoon, componist en journalist. Zijn onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.

1. Het ruitjesschrift

"D-984, Van Beuningen.
3x naar Parijs
Telkens ±12 dagen
2x per trein, 1x per auto
(2de keer zwarte benzine)"

De wijzers schuiven voorbij tienen als Frans van Amelsvoort (1899-1975), onderwijzer en dirigent van de Schola Cantorum, het koor van de Sint-Jan, met potlood enkele reisbewegingen in zijn grijsbruine schrift krabbelt. Hij woont voor de zoveelste keer een ondervraging bij in zaak D-984. En deze 27e september 1945 zal beslist niet de laatste dag van 'instructie' zijn, zoals zo’n bijeenkomst ter voorbereiding van de officiële zitting heet.

Zijn schrift raakt vol, ook met verklaringen van verdachten en getuigen in andere zaken. Ze vullen de ene na de andere pagina van het ruitjespapier.

Frans van Amelsvoort, onbekende fotograaf, ongedateerd

Frans van Amelsvoort (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, Erfgoed 's-Hertogenbosch)

Alle rechten voorbehouden

Hij, 45, maakt sinds een paar maanden deel uit van het tribunaal dat recht moet spreken over landgenoten die verdacht worden van collaboratie. "Wij Wilhelmina", zo begon de aanstellingsbrief. Met de zegen van de vorstin wandelt hij nu enkele keren per week naar het Paleis van Justitie in Den Bosch; vanuit huis is het amper tien minuten.

Het dossier dat deze donderdag voor hem ligt, mag je gerust gevoelig en geruchtmakend noemen. Dat heeft minder met de aanklacht dan met de verdachte te maken. Willem van Beuningen jr. (1911-1970) stamt uit een gegoede familie; oud geld, heel veel geld. Zijn ouders staan in aanzien, ze maken zich sociaal verdienstelijk en behoren tot de kring van invloedrijke Nederlanders.

Moeder Charlotte Fentener van Vlissingen (1880-1976) heeft in de oorlog de gevangenen van SS-concentratiekamp Vught geholpen. Ze wordt er door velen voor geprezen. Willem senior is volgens de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche Courant "vanwege zijn legendarische menschenliefde", en zeker niet alleen daarom, koninklijk onderscheiden.

Uitgerekend hún zoon zit nu al maanden vast in het kamp waar zijn moeder indertijd hulp heeft geboden. Alleen verblijven daar niet langer slachtoffers maar daders: collaborateurs, landverraders.

 

2. Weg van de kouwe borden

Willem jr, bijna 34 als Frans van Amelsvoort zijn aantekeningen aan het ruitjespapier toevertrouwt, is tot componist opgeleid door Maurice Ravel (1875-1937) en andere maestro’s. In de jaren dertig leert, werkt en woont hij in Parijs. Je kunt hem een levensgenieter noemen, al zou hij gezien zijn voorliefde voor fluwelen Franse woorden zelf waarschijnlijk kiezen voor boulevardier, veronderstelt zijn jongste zoon Charles.

Willem van Beuningen jr. Fotopersbureau Het Zuiden/BHIC

Willem van Beuningen jr. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

Verdere navraag is niet meer mogelijk. Willem overleed in Blonay, Zwitserland, even voorbij Montreux, een dorp voor boer en beau monde, leunend tegen een berg, met zicht op het meer van Genève. Wees nou eerlijk, dat past een boulevardier beter dan Meppel of Macharen.
In 1960 heeft hij Nederland achter zich gelaten vanwege het rooie gevaar en de belastingen, ook omwille van de kouwe borden en hondse bediening in de restaurants.

Op de voorgrond het kasteel van Blonay, de plaats waar Willem met zijn derde echtgenote neerstreek. Op de achtergrond het stadje Vevey en het meer van Genève.

Op de voorgrond het kasteel van Blonay, de plaats waar Willem met zijn derde echtgenote neerstreek. Op de achtergrond het stadje Vevey en het meer van Genève. (Foto: Willyman, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

Er resten hem dan nog tien mooie jaren. Eerst met derde echtgenote Joy, voormalig actrice bij het Frankfurter Künstlertheater, naar wie hij zijn landgoed in Blonay vernoemt: Domaine Joyeux. Later met Solange, een jongere Française, voor wie het geloven wil zijn secretaresse, voor anderen zijn maîtresse. Gerekruteerd in een bordeel, sputtert Joy over Solange. IJverzucht of niet, aan Willems hand lopen vaker vrouwen mee, soms lang, soms heel even.

Op zijn 58e zit het hier en nu erop. Hartinfarct en levercirrose spannen samen en worden hem fataal. Hij heeft l’amour omhelsd, de muziek bemind en zijn leven gul kleur gegeven. Maar aan hem kleeft ook die ene donkere episode.

 

3. Euforie en chaos

De vragen doemen als vanzelf op. Waarom belandt de zoon van twee weldoeners achter prikkeldraad? Wat deed hij, wat dreef hem? Hoe verwerken zijn ouders de internering? Wordt hij veroordeeld? Wat komt er van hem terecht?

Voor de eerste antwoorden geraak je al snel bij Willems vrije geest en bijzondere levenswandel. Bij zijn karakter ook. Hij buigt lenig mee met de ideeën van anderen. Vrouwen en vrienden krijgen gemakkelijk vat op hem. Ruzie? Sores? Daar danst hij het liefst van weg.

De bevrijding van Brabant (op de foto Waalwijk) bracht uiteraard euforie, maar ook chaos. Onbekende fotograaf/Streekarchief Langstraat Heusden Altena

De bevrijding van Brabant (op de foto Waalwijk) bracht uiteraard euforie, maar ook chaos. (Foto: onbekende fotograaf, 1944, Streekarchief Langstraat Heusden Altena)

Alle rechten voorbehouden

Je komt, wat die antwoorden betreft, evenzeer uit bij de epiloog van de oorlog, waarin verschillende groeperingen hun plaats bevechten in het nieuwe Nederland. Dat begint in de herfst van 1944 als euforie én chaos de bevrijde zuidelijke provincies overspoelen.

Rijkeluiszoon Van Beuningen wordt dan middelpunt van een botsing tussen voormalige illegaliteit, Militair Gezag en politie, die zich tot in de regering in Londen doorvreet. Hij ontsnapt aan een ontvoering door verzetslieden, zijn juridisch dossier verdwijnt. Er borrelt meer. Of dat allemaal toeval is? Welnee, dat is geen toeval.

 

4. Bij de boeren Caesar

Het tribunaal en die logies achter prikkeldraad zijn nog verre toekomst als Willem het gymnasium afrondt. Zijn ouders hebben hem beloofd dat hij muziek mag studeren in een stad naar keuze. Nog voor zijn verhuizing naar het door hem uitverkoren Parijs, verkent hij Italië. De jaren twintig lopen op hun eind, de wereld staat vanwege een beurskrach in New York aan de vooravond van een economische crisis.

Benito Mussolini in 1930 bij een inspectie in Milaan. Foto Bundesarchiv/Wikimedia Commons

Benito Mussolini in 1930 bij een inspectie in Milaan. (Foto: Bundesarchiv, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

Hij gaat langs bij "een man met donkere huid en kale kop, ook wel beschreven als de boeren Caesar", zo geeft zoon Charles de geschiedenis door in stukken die nog geen enkel archief hebben bereikt.

Willem meets Benito, ooit socialist, vervolgens leider van de zwarthemden, in 1922 aan de macht gekomen na een mars op Rome. Andere Europese leiders kijken de eerste jaren eerder nieuwsgierig dan veroordelend naar zijn fascistische dictatuur. De juist geslaagde gymnasiast bewondert Mussolini (1883-1945) "die voor de gewone man opkwam zonder - zoals de Marxisten - de hogere klassen te willen vernietigen". Hij zal later een zwart vlaggetje op zijn motorfiets monteren.

 

5. Het schuim van Europa

In Parijs vindt hij een kamer bij boekhandelaar Morland aan de Avenue Simon Bolivar in het negentiende arrondissement. Willem studeert begin jaren dertig muziek bij Maurice Ravel, geroemd vanwege zijn Boléro, en bij Darius Milhaud (1892-1974). Die laatste zal, na zijn vlucht voor de nazi’s, in Amerika nog lesgeven aan Burt Bacharach (1928) en Dave Brubeck (1920-2012).

Met een andere docent, Charles Koechlin (1867-1950), meester van de orkeststukken, een radicale rooie nog wel, raakt Willem voor het leven bevriend. Naar hem vernoemt hij zijn jongste zoon. Linkse rakkers zijn uitvreters, behalve als ze tot zijn vriendenkring behoren.

5 Groupe SixDe Groupe des Six, een gezelschap jonge Franse componisten met wie Willem ook contact had, geformeerd rond zijn leermeester Darius Milhaud (zittend, geheel links). Schilderij Jacques-Émile Blanche

De Groupe des Six, een gezelschap jonge Franse componisten met wie Willem ook contact had, geformeerd rond zijn leermeester Darius Milhaud (zittend, geheel links). (Bron: Jacques-Émile Blanche, 1921, Museum van de Schone Kunsten Rouan)

Alle rechten voorbehouden

Naast de muziek lonkt de journalistiek. De eerste oefeningen stellen teleur. "Het verslag van de tentoonstelling der Onafhankelijken te Parijs verraadt gebrek aan journalistieke routine", leest hij in een brief van hoofdredacteur C.M. Schilt van Het Vaderland. Of hij "niet eens kan beginnen om voor een provinciaal blad te schrijven?" Een paar jaar later, tot in de Tweede Wereldoorlog, vindt Willem voldoende, zij het niet altijd even onverdachte, Nederlandse afnemers die zijn verhalen willen publiceren. Daarin beschrijft hij zowel zijn liefde voor muziek als voor Frankrijk, óók voor het collaborerende Frankrijk van Philippe Pétain (1856-1951).

In een van zijn stukken haalt hij, terugkijkend op de vooroorlogse, socialistische jaren, vilein uit. "Het schuim van Europa en de internationale joodsche woekeraars krijgen alle Fransche belangen in handen, 't dieptepunt van Frankrijks ellende is bereikt", schrijft hij in het Nederlandsch Dagblad, huisorgaan van het fascistische Nationaal Front.

5a  Ravel

Willems leermeester Maurice Ravel in 1928 achter de piano samen met mezzosopraan Éva Gauthier. (Foto: Collections Canada, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

In de meeste teksten betuigt Willem eloquenter steun aan Pétain. Maar ook die leiden ertoe dat hij zich na de oorlog moet verantwoorden voor het tribunaal, dat tegen die tijd wel meer op hem heeft aan te merken.

 

6. Populaire notabelen

Willems ouders behoren beiden tot families die de Steenkolen Handels Vereeniging NV (SHV) hebben opgericht, in 1896 te Utrecht.
Moeder Charlotte Fentener van Vlissingen is al kort geïntroduceerd. Ze komt in dit verhaal nog vaker voorbij. Vader Willem sr. (1873-1948) vertrekt in 1923 om gezondheidsreden als directeur van de SHV. Hij blijft president-commissaris.

6 Echtpaar Van Beuningen sr

Willem van Beuningen sr en echtgenote Charlotte Fentener van Vlissingen.
(Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

Vijf jaar na zijn afscheid verhuizen ze van de Utrechtse Maliebaan naar buitenplaats Huize Bergen in Vught, tegenwoordig conferentieoord en hotel. Hier is de lucht heel wat zuiverder dan aan die stadse laan, waar later de NSB-top neerstrijkt en het hou-zee echoot.
De echtelieden steken van begin af aan energie en kapitaal in hun nieuwe woonplaats. Ze dragen bij aan de restauratie van raadhuis Leeuwenstein en aan het behoud van natuurgebied IJzeren Man. Ze betalen de bouw van meerdere blokken arbeiderswoningen, witte huizen met groene daken, nog altijd fleurig erfgoed.

Op het nabije landgoed Bleijendijk, dat ze al snel aankopen, laten de Van Beuningens moderne hoeves verrijzen, die ze verpachten. Bovendien praat Willem sr. als voorman van de Protestantsche Lijst in de gemeenteraad mee over het wel en wee van het katholieke dorp.
Zijn investeringen bieden in de crisisjaren dertig volop werk aan lokale bedrijven en hun werknemers. Andere notabelen - in en rond Vught rijkelijk aanwezig - mogen hun aandeel leveren, de Van Beuningens lopen voorop en maken zich populair bij diverse lagen van de bevolking.

 

7. Mussert feliciteert

Die populariteit geldt op 5 april 1934 ook hun zoon. Op deze droge, frisse donderdag loopt het dorp uit voor het huwelijk van Willem jr. met de Haarlemse Julia Steffelaar (1911-1970). Ze zijn allebei 22 jaar en hebben elkaar ontmoet bij de Hollandse tennisclub in Parijs. De jonge echtelieden zullen na de bruiloft snel naar hun favoriete stad terugkeren.

Maar eerst is er de pracht en praal in Vught. "Blijkens de talrijke opkomst stelde schier gansch de gemeente belang", aldus de Provinciale Noordbrabantsche en ‘s-Hertogenbossche Courant, die signaleert dat de raadszaal door een plaatselijk tuinder is veranderd in "een lustwarande".

Bruid Julia Steffelaar en bruidegom Willem van Beuningen jr. op weg naar de Lambertuskerk in Vught.  Fotopersbureau Het Zuiden/BHIC

Bruid Julia Steffelaar en bruidegom Willem van Beuningen jr. op weg naar de Lambertuskerk in Vught. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

In de Nederlands Hervormde Kerk, evenzeer verfraaid met veel groen, palmen incluis, laat “de bekwame organist de heer Philip Meulbroek een compositie hooren van den bruidegom”. Willem heeft zich in Parijs ontwikkeld tot een bedreven componist.

Als daarna de psalmen versterven, volgt het vermaak. Fuiven kun je aan de Van Beuningens wel overlaten, pleegt moeder Charlotte te zeggen. Er zijn die dag en avond veel gasten, nog meer borrels en het regent gelukstelegrammen. Een daarvan komt van een dubieuze afzender. Anton Mussert (1894-1946), leider van de NSB, de Nationaal-Socialistische Beweging, brengt zijn welgemeende felicitaties over.


8. Hoog tijd voor afstand

Een telegram van Mussert? Willem mag de jaren dertig dan in Parijs doorbrengen, hij is in 1933 lid geworden van de NSB, een partij die net als hij - denk aan het zwarte vlaggetje op zijn motor - de Italiaanse fascistenleider Mussolini adoreert.

Na drie jaar bedankt Willem voor het lidmaatschap, volgens zijn latere verklaringen tegenover de politie "vanwege de innerlijke verwording" van de beweging. Daarmee doelt hij ongetwijfeld op het toenemende antisemitisme, dat veel meer leden wegjaagt.

De NSB radicaliseert verder, ze wordt dienstbaar aan Adolf Hitler (1889-1945). Dat geldt evenzeer voor Mussolini. Heeft hij eerder het antisemitisme afgewezen, in de loop van de jaren dertig verandert dat. Zeker nadat hij is ingegaan op handreikingen vanuit Berlijn. In Europa hebben de meeste volgers - burgers en bestuurders - zich dan al afgewend van de steeds driestere Italiaanse dictator, die in 1935 Abessinië (Ethiopië) binnenvalt. En daar rijkelijk met mosterdgas strooit.

2. De echtelieden Virginia Hurtubis en Gerard-Jacques Philips, beiden omgekomen bij de vliegramp met 'De Gaai' in 1935.

Gerard-Jacques Philips met zijn echtgenote Virginia Hurtubis, beiden omgekomen bij een vliegramp in de Alpen met het het KLM-toestel De Gaai in 1935. (Foto: Regionaal Archief Rivierenland, archief familie Philips)

Alle rechten voorbehouden

Voor Willem is er nóg een reden om de NSB te verlaten. Zijn goede vriend Gerard-Jacques Philips (1900 – 1935), groepsleider van de partij, verongelukt in de zomer van 1935. Hij is een neef van Anton, drijvende kracht achter het Eindhovense gloeilampen- en elektronicaconcern.
Willem beweert dat dit verlies voor hem "de wezenlijke banden met de NSB" teloor laat gaan. Hij voelt zich intussen sowieso meer Parijzenaar dan Nederlander.

In 1939 komt er een ruw einde aan dat bestaan als expat. Hij moet het vaderland, meer in het bijzonder vliegveld Ockenburg, verdedigen. De Franse hoofdstad lijkt dan voor lange tijd uit beeld. Toch zal Willem er weldra terugkeren, meerdere keren zelfs, met hulp van de Duitsers.


9. Klap voor de Duitse majoor

Na capitulatie en demobilisatie neemt hij in november 1940 met echtgenote Julia, de kinderen Juliette (4) en de volgende Willem van Beuningen (2) zijn intrek in Huize De Overkant in Vught, een rietgedekte villa die vanwege dakramen op verschillende hoogte Het Schele Huis heet. In 1943 komt jongste zoon Charles ter wereld, veertien jaar later in het tweede van drie huwelijken Louisa.

Het Schele Huis is familiebezit. Het staat tegenover Huize Bergen. Willem krijgt niet alleen zijn ouders als overburen. De bezetters hebben het fraaie landgoed aan de rand van het dorp meteen na de inval geconfisqueerd. Voor Charlotte van Beuningen en haar echtgenoot resten enkele kamers. In de andere vertrekken verblijven Duitse officieren.

Huize Bergen in 1952, tegenwoordig conferentieoord en hotel. Fotopersbureau Het Zuiden/BHIC

Huize Bergen in 1952, tegenwoordig conferentieoord en hotel. (Foto: Fotopersbureau Het Zuiden, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

Zij gedragen zich binnenshuis keurig "ofschoon onze salon gebruikt werd als casino", noteert Charlotte in haar memoires, die zijn opgeborgen in het familiearchief. De ongenode gasten vertrekken al snel richting Rusland. "Binnen zes weken zijn we terug", bezweert de commandant. "Dat is ze lelijk tegengevallen", stelt de vrouw des huizes op haar beurt laconiek vast.

Bij een volgende inkwartiering meldt zich majoor Franz Wolk. Hij krijgt het aan de stok met Charlottes echtgenoot. De overlevering vertelt niet waarover de ruzie gaat, wel hoe die eindigt. Willem jr. zal het later schetsen in een van zijn verhoren.

"Wolk had op zekere dag een twist met mijn vader, die hem in het gezicht sloeg. Hij ging zwijgend naar boven. Mijn vader bood vervolgens excuses aan en Wolk heeft er nooit meer iets over gezegd, hetgeen ik een fijngevoelige geste zijnerzijds vond. Ik heb hem bedankt."

Zijn dank leidt tot een vriendschap die ook wordt gevoed doordat de ander interesse toont in "de ontwikkeling van de hedendaagse muziek, welke in Duitsland practisch verboden is", aldus nog steeds Willem. Tot die entartete Musik behoren werken van zijn gevluchte joodse leermeester Milhaud.

Alle Duitsers zijn al lang uit Huize Bergen vertrokken als Charlotte van Beuningen de gevangenen van Konzentrationslager Herzogenbusch, Kamp Vught, gaat helpen met voedselpakketten. Aan de overkant, in Het Schele Huis, is Wolk wel nog regelmatig te gast. De jonge dienstmeid Mientje van der Pas schenkt "soms twee tot drie keer per week" koffie en borrels voor haar baas en de majoor.

 

10. Parijs en Pétain

Met hulp van dezelfde Wolk reist Willem in de eerste oorlogsjaren drie keer naar Parijs, steeds voor een dag of twaalf, zoals Van Amelsvoort waarheidsgetrouw in zijn ruitjesschrift heeft opgetekend. Hij schrijft voor verschillende kranten. Het zijn verhalen die vooral beklemtonen hoe fatsoenlijk de Duitsers zich in Frankrijk hebben gedragen, benadrukt het Bossche tribunaal later.

Het doelt op passages zoals deze uit Noordbrabantsch Dagblad Het Huisgezin: "Dan komen de Duitsche troepen, correct en waardig door hun houding en ijzeren discipline. De achtergebleven Parijzenaars kunnen hun oogen niet gelooven. Zijn dat de barbaren?"

Het tribunaal spreekt van laaghartige berichten. Willem op zijn beurt verklaart onomwonden: "Na het uitbreken van den oorlog was ik een groot bewonderaar van Pétain en Darlan [de kopstukken van het met nazi-Duitsland collaborerende regime in Vichy -red]. Ik heb hieraan uiting gegeven in een serie artikelen."

Philippe Pétain, bewonderd door Willem van Beuningen jr. als staatshoofd van Vichy-Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Foto: onbekend, 1918, Wikimedia Commons)

Philippe Pétain, bewonderd door Willem van Beuningen jr. als staatshoofd van Vichy-Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Foto: onbekend, 1918, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

De musicus en journalist heeft zich aangemeld bij de Nederlandse Kultuurkamer, opgericht door de nazi’s. Voor hen is het een instrument om controle te houden over kunst en media. Willem zet na die aanmelding nooit de volgende stap, die naar een volwaardig lidmaatschap. Hij schippert, en dat doen veel vakgenoten.

Als hij toestemming vraagt om naar Parijs te reizen, volgt tweemaal een afgemeten nein. De bezetter houdt de grenzen liefst potdicht. Drie andere keren mag hij wel op pad, onder meer omdat de Major der Gendarmerie Wolk voor hem instaat.

Was onze relatie nou echt zo kwalijk, vraagt Willem na de oorlog aan zijn rechters. De majoor blijkt toch ook gedienstig. Zo waarschuwt hij enkele keren voor een inval van de Sicherheitsdienst bij Huize Bergen, in een periode dat de hulpverlening aan Kamp Vught goed op gang is gekomen. De bezorging van de levensmiddelen aan gevangenen gebeurt weliswaar met instemming van de Duitsers, over de hérkomst van leverworst en balkenbrij willen ze meer weten.

Charlotte van Beuningen krijgt hulp van Rode Kruis, particulieren, bedrijven, boeren én illegaliteit, die onder meer buitgemaakte voedselbonnen naar Huize Bergen brengt. Dankzij Wolks alarm leveren de huiszoekingen niets belastends op. Volgens de vrouw des huizes heeft haar voormalige logé te kennen gegeven "dat ik met vuur speelde en dat hij kon en zou helpen zolang hij in Holland was".

Franz Wolk, majoor van de Ordnungspolizei, prominent in Brabant. Foto Bundesarchiv

Franz Wolk, majoor van de Ordnungspolizei, prominent in Noord-Brabant tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Foto: Bundesarchiv)

Alle rechten voorbehouden

11. Hoeder en nazi

Als Verbindungsoffizier der Befehlshaber der Ordnungspolizei bekleedt Wolk een vooraanstaande positie. Hij controleert alle politiekorpsen en is tevens de Duitse liaison voor de procureur-generaal, een functie die vanaf juni 1941 door een NSB’er wordt bekleed.

Na drieëneenhalve maand inkwartiering in Huize Bergen verhuist Wolk naar de Willem van Oranjelaan in Den Bosch. In die woonwijk heeft hij geen plek voor zijn hobbydieren, dus grazen zijn schapen bij Klein-Bergen, een boerderij van de Van Beuningens. Zijn ooien worden daar gedekt.

Hij keert pas enkele maanden voor de bevrijding van Brabant terug naar Duitsland. Als het aan hem had gelegen was dat veel eerder gebeurd, zo illustreren documenten uit het Bundesarchiv in Berlijn. In 1942 al heeft Wolk zich gemeld voor de SS, dan nog een vrijwilligerskorps. Reichsführer Himmler heeft hem pas in juni 1944 nodig, in Erfurt.

De Van Beuningens mag hij hebben geholpen, lang niet iedereen is over hem te spreken. In zijn promotieonderzoek constateert de Bredase historicus Joop Bakker dat Wolk een felle nazi is, die stevig greep wil krijgen op de Brabantse politiekorpsen.

Twee jaar na de oorlog laat hij nog eens van zich horen. Als hij in eigen land zijn oude beroep van politieman wil oppakken, moet Wolk een verklaring overleggen waaruit blijkt dat hij geen oorlogsmisdaden heeft begaan.

Daartoe wendt hij zich tot Van Beuningen sr. Op 6 maart 1947 schrijft hij: "U weet dat ik nauwe contacten had met uw zoon. Op Uw of zijn verzoek heb ik veel Nederlanders tegen de Sicherheitsdienst en NSB beschermd. Dat geldt ook voor Uw vrouw vanwege haar hulp aan de kampbevolking. Ik waarschuwde haar via uw zoon als er iets op handen was".

De brief gaat naar senior omdat Wolk veronderstelt dat de jonge Willem naar Parijs is teruggekeerd. De archieven in Nederland en Duitsland verraden niet of hij antwoord heeft gekregen.


12. Bent u een goed Nederlander?

"Ik zag Nederland terug, maar een dikke vier jaar Duitse bezetting had er veel veranderd. En wij uit Engeland waren natuurlijk ook veranderd." Het is, licht geparafraseerd, de herinnering van Hendrik Jan Kruls (1902-1975). Met zijn Militair Gezag moet hij namens de regering de orde handhaven in de bevrijde provincies.

De generaal en zijn staf - de theedrinkers uit Londen - botsen op de mannen en vrouwen van hier, verzetslieden die tijdens de Duitse dwingelandij hun leven hebben geriskeerd. Zij willen een rol in het bevrijde vaderland. En daar heeft het kabinet in Londen amper bij stilgestaan.

Lang niet alle, maar veel illegalen dragen inmiddels een oranje band om de bovenarm. Ze zijn toegetreden tot de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Deze nieuwe troepen vertonen zich in aantallen op straat die verbazing wekken. Waren er echt ooit zóveel verzetsstrijders? Voor de Oisterwijkse burgemeester Jan Verwiel ((1890-1952) is het geen vraag. Hij meldt aan minister van Justitie Gerrit Jan van Heuven Goedhart (1901-1956): "wij hebben hier 168 leden van de Binnenlandse Strijdkrachten, 8 terecht, die hebben namelijk wat betekent in het verzet."

Prins Bernhard, bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, in gesprek met twee van zijn mensen. Foto Willem van de Pol/Anefo/Nationaal Archief

Prins Bernhard, bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, in gesprek met twee van zijn mensen. (Foto: Willem van de Pol, Anefo, Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

De oranje band blijkt ook aantrekkingskracht uit te oefenen op vrijbuiters, opportunisten en schoelje. De ballotage verloopt slordig. Bent u een goed Nederlander? Ja? Alstublieft, een oranje band voor u. De term illegaliteit is aan bizarre inflatie onderhevig.

Deze bonte, ongeregelde Binnenlandse Strijdkrachten pakken verraders, moffenmeiden en een vervelende buur op, vaak met harde hand. Terwijl ze op samenwerking rekenen, blijkt hun optreden tegen de zin van generaal Kruls, die arresteren een aloude politietaak acht.
Juist in diezelfde politie heeft een groot deel van de bevolking het vertrouwen verloren. Tijdens de bezetting laten te veel agenten hun landgenoten in de steek. En zij die wel Duitse bevelen saboteren, hebben zoals alle verzetslieden in stilte moeten opereren.

Binnen enkele weken komt Kruls tot het besef dat hij de oud-illegalen hard nodig heeft, niet in de laatste plaats omdat zijn Militair Gezag vooral een bestuurlijk apparaat is en hij voetsoldaten tekort komt. Dus schikt de generaal zich, hetgeen betekent dat zowel de Binnenlandse Strijdkrachten als de politie arrestaties verricht én dat ze elkaar enkele maanden blijven beloeren. Het duurt niet lang voor Willem kennismaakt met deze rivaliteit.


13. De bakker klaagt

In Vught zoemen praatjes rond, die soms tot sterke verhalen verworden, soms dicht bij de waarheid blijven. Schuif de overdaad aan roddels opzij en je hoort over Willems vriendschap met Wolk, zijn door de vijand mogelijk gemaakte reizen naar Parijs, over de loftuitingen voor het collaborerende Vichy-bewind en zijn NSB-lidmaatschap. Heeft hij dat echt opgezegd?

Roddel en waarheid bereiken onder anderen Johan Abbing, voormalig gevangene van de Duitsers. De jurist is meteen na de bevrijding toegevoegd aan de politionele dienst van de Binnenlandse Strijdkrachten in Den Bosch, opgetuigd als tegenhanger van de reguliere, gewantrouwde politie.

Abbing spreekt "de bakker, de man die mijn dak komt repareren en een werkster", vertelt hij een dag of tien na de bevrijding tegen de procureur-generaal in Den Bosch, zo blijkt uit verslaglegging van de Enquête Commissie Regeringsbeleid 1940-45. "Ze klagen allemaal dat Van Beuningen (zoon van de meest gefortuneerde ingezetene van Vught) nog steeds vrij rondloopt."

Dat verandert al snel. Het Militair Gezag is nog geenszins ingeburgerd, maar heeft de oren open. Het geeft de Vughtse korpschef Ferry Offermans (1912-1988) opdracht om de miljonairszoon te arresteren.

De inspecteur is net op zijn post teruggekeerd. Vóór hij in 1943 door de Duitsers werd overgeplaatst, heeft hij de hulp van Willems moeder aan gevangenen van kamp Vught zoveel mogelijk gefaciliteerd. Hij zal er later voor worden geëerd door het Rode Kruis.

Offermans kent bijna het hele, zeg gerust hét hele dorp, ommelanden incluis. Hem wachten meer onderzoeken naar goede bekenden. Getuige het archief van de Gemeentepolitie Vught wil hij zich daarbij niet laten leiden door roddelpraatjes. Want: "Doet men ieders zin, dan verhuist heel Nederland binnen den kortst mogelijken tijd achter het prikkeldraad."

De order van het Militair Gezag kan hij uiteraard niet negeren, niet geheel tenminste.

 

14. Het dossier verdwijnt

Op een kille dinsdagavond, 21 november 1944, een maand na de bevrijding van Vught, gaat rond 22.00 uur de bel van Het Schele Huis. Als Willem de deur openmaakt, staat hij oog in oog met Offermans en enkele andere mannen. De doorgaans zo strikte inspecteur excuseert zich. "Ik weet dat u onschuldig bent, maar ik heb opdracht gekregen om….."

Na een kort verhoor op het bureau noteert Offermans in het proces-verbaal dat hij zijn arrestant de volgende dag zal overbrengen naar Kamp Vught. Laat dat nou bezijden de waarheid zijn. Hij negeert zijn orders, leidt zijn dorpsgenoot naar een andere kamer van het politiebureau en behandelt hem met alle egards.

Het Schele Huis, inmiddels verdwenen, midden jaren 80. (Foto: Vera Delleman-De Kort, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Het Schele Huis, inmiddels verdwenen, midden jaren 80. (Foto: Vera Delleman-De Kort, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

De dienstbodes van Het Schele Huis getuigen later hoe agenten Willem 's avonds thuis afzetten en hem de volgende ochtend weer meenemen. Dat gebeurt enkele keren. Op een ander moment haalt de heer des huizes samen met adjunct-inspecteur Ted Breekpot (1919-2003) "rookartikelen en wijn" op. Het mag niet te saai worden ten burele.

Intussen gaat het onderzoek door en wordt een reeks aan getuigen gehoord. Dat gebeurt door genoemde Breekpot en door andere dienders.

Adjunct-inspecteur Ton van der Leij (1921-1975) heeft er begin november als eerste opdracht toe gekregen. Hij merkt al snel dat de Binnenlandse Strijdkrachten grote interesse hebben in de wandel van Willem. Hoewel het wederzijdse wantrouwen nog volop leeft, komt het tot samenwerking met een jurist van de strijdkrachten.

Die laatste maakt na een reeks getuigenverhoren rapport op en geeft Van der Leij inzage. Vervolgens stuurt hij zijn verslag naar de zeer geïnteresseerde chef van de politionele dienst van de Binnenlandse Strijdkrachten, jonkheer Willem Serraris(1912-1994), een scherp criticaster van de politie. Begin 1945 zal hij tijdens een persconferentie nog eens flink uithalen: "Het publiek heeft zich terecht geërgerd aan het gedrag der politie tijdens den oorlog. Honderdduizenden jonge mannen zijn opgehaald voor deportatie naar Duitschland. We hebben ook gezien dat schier dagelijks groote convooien menschelijke wrakken werden voortgeslagen naar het concentratiekamp te Vught".

Als de politie proces-verbaal wil opmaken en het enige exemplaar van het rapport over Willem bij hem opvraagt, weigert Serraris "uit principiële overwegingen", zo rapporteren de adjunct-inspecteurs Van der Leij en Breekpot. De jonkheer zal zich nooit nader verklaren. Wantrouwen lijkt zijn raadgever te zijn. Hij deponeert het verslag in een afgesloten la. Het verdwijnt geruime tijd.


15. Minister grijpt in

Aan de hand van zijn losse notities kan Van der Leij nog best op een rij zetten dat er "geen termen aanwezig zijn om tegen W. van Beuningen jr. op te treden". Daarom komt er begin december een einde aan de warme arrestantenzorg.

Het lijkt erop dat Willem te voorbarig is gearresteerd. Dat gebeurt in deze dagen van losgeslagen emoties vaker, heel veel vaker.
Nog geen twee weken nadat hij het politiebureau is uitgewandeld, klagen tien leden van de Binnenlandse Strijdkrachten in een brief aan minister van Justitie over "de traagheid bij het bestraffen van bepaalde, meestal bemiddelde en invloedrijke personen" in het algemeen en "de gevolgde procedure tegen W. van Beuningen jr." in het bijzonder. Wil de minister schending van het recht dan echt niet voorkomen? Van Heuven Goedhart wil dat wel, natuurlijk wil hij dat.

Zijn interventie zet een volgend onderzoek naar Willem in gang, dit keer niet uitgevoerd door de politie maar door reserve-luitenant Nico Moerings (1909-1989). De voormalige kantoorbediende behoort tot de staf van de Provinciaal Militair Commandant in Noord-Brabant.

Minister Van Heuven Goedhart gaf opdracht tot hernieuwd onderzoek.  Foto Nationaal Archief

Minister Van Heuven Goedhart gaf opdracht tot hernieuwd onderzoek. (Foto: Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

Moerings klopt vanaf februari 1945 aan bij een reeks eerder gehoorde getuigen. Hij stuit op saillante informatie, die niet alleen de verdachte betreft, maar bijvoorbeeld ook een enkele diender van het Vughtse korps. Die zou de ondervragingen in november zijn begonnen met de boodschap “deze delicate kwestie” zo spoedig mogelijk te willen oplossen "voor de familie Van Beuningen".

Bovendien hoort Moerings dat twee dienstbodes door de echtgenote van Willem de laan zijn uitgestuurd vanwege hun eerdere getuigenissen over de bezoeken van majoor Wolk, over de rondslingerende NSB-manchetknopen van hun broodheer en foto’s van Mussert in diens bureaula.

De Van Beuningens beschikken over een kopie van hun verklaringen, beweren de getuigen. Of dat klopt? De luitenant noteert het, hij gaat er niet verder achteraan.

 

16. Communistenangst

In zijn verslagen, die terechtkomen bij minister en tribunaal, verwijst Moerings naar de dienstbodes die door Willems echtgenote zijn ontslagen en signaleert dat er "op ongeoorloofde wijze met het proces-verbaal is omgesprongen". Door wie? De lokale politie? Aan die vraag wil hij zijn vingers niet branden.

Er moet wel "dringend op gewezen worden", noteert de luitenant, "dat het voor de orde en rust alsmede voor het gezag en het recht, absoluut noodzakelijk is, dat frauduleuze handelingen in deze zaak worden voorkomen".

Willem wordt op vrijdag 6 april 1945 opnieuw gearresteerd omdat hij, volgens het arrestatiebevel, "nauwe geestelijke relaties had met bezettende macht en/of nationaal-socialistisch gezinde personen". Deze keer verdwijnt hij meteen naar Kamp Vught.

Moerings zet zijn onderzoek voort en zal later nog eens ferm waarschuwen: "Een verdere opzettelijk verkeerde behandeling van dit geval zou, vooral bij vrijlating van W. van Beuningen jr., tot catastrophale gevolgen kunnen leiden".

Waarschuwende woorden uit de rapportage van reserve-luitenant Nico Moerings. Foto auteur/Nationaal Archief

Waarschuwende woorden uit de rapportage van reserve-luitenant Nico Moerings. (Foto: Twan van den Brand, Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

Om die donkere voorspelling in te kaderen: een half jaar na de bevrijding bestaat er in het zuiden forse onvrede over het arrestatiebeleid. Waarom worden economische collaborateurs en andere hoge heren met rust gelaten en verhuist Jan met de Pet bij de geringste verdenking naar Kamp Vught?

Het is de vraag van velen. Het antwoord schuilt in de banden tussen bedrijfsleven en Militair Gezag. Generaal Kruls heeft voor zijn dienst verschillende in Londen aanwezige zakenlieden gerekruteerd. En die worden niet moe erop te wijzen dat hij ondernemers nodig heeft voor de wederopbouw. Slechts de grootste economische collaborateurs moeten vrezen.

Nou kan Willem er niet van worden beschuldigd ondernemer te zijn, maar Moerings ziet hem wel als 'hoge heer'. Vrijlating zal, meent hij, een provocatie zijn aan het adres van het ontevreden volk. Hij vreest dat linkse krachten de onvrede zullen oppoken tot een klassenstrijd.
De communisten hebben een grote rol gespeeld in het verzet, Ze willen die, zoals wel meer illegalen, voortzetten in het naoorlogse Nederland. Dat baart veel mensen zorgen, niet in de laatste plaats vanwege geruchten over verborgen wapenvoorraden. De bevrijding heeft een volgende vijand geïntroduceerd.

Moerings zelf is een onvervalste communistenvreter, zo verraadt zijn personeelsdossier bij het Bureau voor Nationale Veiligheid (BNV). Hij klust voor deze naoorlogse geheime dienst bij onder de schuilnaam Ketel en is gespecialiseerd in "de afweer van het revolutionaire gevaar". De luitenant heeft meer angst voor de nieuwe vijand dan mededogen met Van Beuningen jr., in deze politieke twist toch onmiskenbaar zijn geestverwant.


17. Eigenrichting in het kippenhok

Een paar dagen voor Willems arrestatie, op maandagavond 2 april 1945, pruttelt er een kacheltje in het kippenhok van boer Van Doorn, even buiten Veghel. Het is er voor de gelegenheid neergezet door voormalige verzetsstrijders. Enkele van hen zijn als politiek rechercheur aangeschoven bij de politie; Frans Nuchelmans nota bene pas de dag tevoren bij het korps in Veghel.

Acht mannen willen, na overleg met andere makkers, een daad stellen. Ook zij vinden dat het niet opschiet met de aanpak van de, in hun woorden, ‘groote Pieten’. Om het Militair Gezag wakker te schudden, ontvoeren ze vier burgers van naam.

Twee van de vier beoogde slachtoffers blijken de bewuste avond niet thuis te zijn. "Te weten Ederveen en Van Beuningen", zo laat zich lezen in het proces-verbaal. Over welke Willem het gaat? Dat valt niet met zekerheid te zeggen. Gezien de eerdere kritiek van het voormalig verzet is junior het meest logische mikpunt. Hij is die 2e april dus niet thuis.

Daarop bellen de ontvoerders elders aan. Tot de vier uiteindelijk gegijzelden behoren intendant van politie Cor Kusters en oud-secretaris van de Kamer van Koophandel Henri Wagenaar.

17 Ontvoering brief minister

De reactie van minister Kolfschoten na de ontvoering: eigenrichting is uit den boze. (Foto: Twan van den Brand, Brabants Historisch Informatiecentrum)

Alle rechten voorbehouden

De hele ondoordachte actie is na één etmaal voorbij, maar ze ettert nog wel geruime tijd door. De affaire wekt de woede van de regering. Eigenrichting, dat kan niet waar zijn. De politiek rechercheurs - druistige types, maar echt geen communisten, zo toont politieonderzoek aan - krijgen ontslag. Verdere sancties blijven uit. Verstandig, want anders "had het een explosie ten gevolge gehad", vertelt verzetsman en jurist Harry Holla (1904-1992) naderhand tegen de Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945.

De kranten zwijgen over het voorval. Het is de vraag of Willem iets meekrijgt. Het kippengaas van boer Van Doorn mag hem dan bespaard blijven, luttele dagen later zit hij wel achter het prikkeldraad van Kamp Vught.

 

18. 'Vrede brengt onrecht'

Willems ouders voelen zich tot op het bot gekrenkt door de arrestatie en internering. "Ik was diep geschokt door het onrecht dat ons werd aangedaan", aldus zijn moeder in haar memoires Grepen uit een vol en lang leven. Ze wijst de kwaaien meteen aan. "Communistische elementen uit het verzet proberen de macht in handen te krijgen en het grootkapitaal te bestrijden."

Charlotte beweegt zich al langer in kringen die waarschuwen voor het rode gevaar. Ze behoort tot de zogenoemde Oxford Groep voor morele herbewapening. Waar die andere communistenhater Moerings erop aandringt Willem jr. vast te houden om de revolutie te voorkomen, vreet dat vanzelfsprekend aan moeders hart.

Herinneringen van Charlotte van Beuningen, in 1966 opgedragen aan haar kleinkinderen en achterkleinkinderen. Foto auteur/Utrechts Archief

Herinneringen van Charlotte van Beuningen, in 1966 opgedragen aan haar kleinkinderen en achterkleinkinderen. (Foto: Twan van den Brand, Utrechts Archief)

Alle rechten voorbehouden

Echtgenoot Willem sr. uit zijn boosheid in meer bedekte termen. In een brief aan zijn broer en zussen schrijft hij: "De vrede bracht ons geen geluk. Haat en kwaadsprekerij. De ondergrondse helpers zijn hier de baas, van velen is bekend dat zij nooit iets deden."

En hun schoondochter dan, Willems echtgenote? Het huwelijk sukkelt al jaren voort. Daar is de schuinsmarcherende heer des huizes debet aan. Julia raakt op haar beurt in de ban van een antroposofe. Volgens zoon Charles steekt zijn moeder geen hand uit als vader achter het prikkeldraad belandt. "Ze vond het verschrikkelijk, maar ze heeft hem toen niet gesteund." Uiteindelijk zal Julia met de kinderen naar Den Haag vertrekken.


19. Achter prikkeldraad

Als Willem begin april 1945 in het kamp arriveert, logeert daar een gemêleerd gezelschap. In het ene deel huizen Canadese troepen. Even verderop verblijft een groep Duitse burgers uit de Selfkant, een gebied ten oosten van Sittard waar de oorlog nog hevig woedt. Ze zijn door de geallieerden maanden eerder geëvacueerd en zullen in mei terugkeren naar hun woonplaatsen.

In het andere deel zitten NSB’ers en overige collaborateurs. Het zijn er duizenden, onder wie aanvankelijk ook vrouwen. Zij worden eind april elders ondergebracht.

Nadat heel Nederland in mei 1945 is bevrijd en de Canadese militairen het kamp hebben verlaten, neemt het aantal geïnterneerden in Vught sterk toe. Eind dat jaar zit Willem tussen tienduizend anderen.

De barakken zijn kil, het voedsel is lange tijd ondermaats. Op clementie van hun bewakers - gerekruteerd uit de bonte en boze Binnenlandse Strijdkrachten - hoeven de gevangenen niet te rekenen. Zij zijn per slot van rekening het uitschot van de samenleving, erger dan de Duitsers.

Overgenomen uit: M. Uijland, C. Tijenk en J. van den Eijnde, Eindpunt of tussenstation (Vught 2002)

Kaart van Kamp Vught (Bron: M. Uijland, C. Tijenk en J. van den Eijnde, Eindpunt of tussenstation, Vught, 2002)

Alle rechten voorbehouden

Maar als er geld rolt, kan ook gajes privileges kopen. Dat geldt zeker voor de barakhoofden, vooraanstaande NSB’ers, die de betere baantjes verdelen. Ze krijgen van alles het kamp in gesmokkeld - voedsel, sigaretten, cognac.

Op 7 juli 1945 doet de Roosendaalse brigadier van politie Striek verslag aan zijn korpschef. Vanuit verschillende gemeenten worden “op het adres Dijk 5 in Eersel pakketten voor politieke gevangenen bezorgd”. Bewakers van Kamp Vught halen de spullen daar op. "Ze vragen en ontvangen voor hun koeriersdiensten belooningen."

Willem krijgt eveneens extraatjes toegestopt, al arriveren die niet via Dijk 5.

 

20. Organist in de augiasstal

Het vergaat hem slecht. Hij lijdt aan hongeroedeem. "De bejegening in de barak van a-sociale elementen heeft me geestelijk gefolterd en mijn gezondheid geknakt", zo beschrijft Willem later.

Een medewerker van het kamp toont zich bezorgd. De Vughtenaar is in de oorlog gevangene geweest van de Duitsers en heeft toen profijt gehad van de hulp die Charlotte van Beuningen bood. Hij spoedt zich naar Huize Bergen en krijgt vanaf dat moment dagelijks een pakket mee voor Willem.

Diens humeur klaart verder op als pater Max van Hövell tot Westerflier ervoor zorgt dat hij organist wordt in de katholieke kampkerk. De protestant met de vrije geest voelt dat als een zegen. Het mag slechts afleiding zijn - overdag wacht het werk in de wasserij -, hij blijft pater Max eeuwig dankbaar. Ze zullen elkaar na de oorlog nog regelmatig opzoeken.

Een andere geestelijk verzorger kent hij al langer. Kees van Wijhe (1881-1953), een radicale socialist, heeft Willems huwelijk met Julia ingezegend. Hij is een goede kennis van Willems ouders.

Geïnterneerden in juni 1945 in het gelid in Kamp Vught. Foto Sem Presser/Anefo/Nationaal Archief

Geïnterneerden in juni 1945 in het gelid in Kamp Vught. (Foto: Sem Presser, Anefo, Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

Deze rode dominee publiceert in november 1945 een brochure over Kamp Vught, die zich laat lezen als één lange aanklacht tegen het regime. Het gaat niet alleen over grove fysieke mishandelingen.

Van Wijhe heeft begrip voor de woede als erfenis van de oorlog, maar veroordeelt het gebrek aan beschaving. "Als voeding, hygiëne en verzorging doorgaan zoals deze nu zijn, dan zijn medisch gesproken alle 7000 gevangenen over tien jaar dood."

Hij veroordeelt het gebrek aan discipline bij bewakers én kampleiding. De dertigjarige commandant Geert Niemeijer, afkomstig uit het Nijmeegse verzet, is al na een paar weken weggestuurd, naar later blijkt op basis van roddelpraat. Het duurt even voor de achterblijvers beseffen dat vrijheid ook zonder losbandigheid gevierd kan worden.

Het blijft de vraag of de Roosendaalse commissaris Harmen Stuitje nou geheel juist is geïnformeerd of niet, maar hij stuurt geen arrestanten meer naar een Sodom waar je de commandant, als je hem wilt spreken, "met de typiste in bed aantreft".


21. Bij de eerste duizend

Willem zit aanvankelijk tussen geïnterneerden die geen van allen zijn berecht. De regering heeft weliswaar beslist dat tribunalen moeten oordelen over foute landgenoten, de rechtspraak komt slechts moeizaam op gang.

Het eerste tribunaal wordt op 25 januari 1945 geïnstalleerd in Den Bosch. Kort daarna volgt Breda. Het zal nog maanden duren voor het tot zittingen komt.

Dat heeft meerdere oorzaken. Zo zouden uitspraken onaangename gevolgen kunnen hebben in het nog bezette deel van Nederland. Bovendien staat de juridische context, vanaf het pluche in Londen bedacht, ter discussie.

De president van het Bossche tribunaal, Harry Holla (midden), tijdens de openingszitting. Foto Carel Blazer/Anefo/Nationaal Archief

De president van het Bossche tribunaal, Harry Holla (midden), tijdens de openingszitting. (Foto: Carel Blazer, Anefo, Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

Een van de heikele punten is de strafmaat. De regering wil dat internering in alle gevallen voor tien jaar wordt opgelegd. De eerder opgevoerde Holla, president van het Bossche tribunaal, wenst evenwel per aanklacht te bekijken wat de sanctie moet zijn: straffen op maat. Hij vindt collega’s aan zijn zijde en krijgt zijn zin.

Holla is niet de minste. Hij heeft een prominente rol gespeeld in de landelijke organisatie voor onderduikers. De jurist is na de bevrijding overlegpartner voor Militair Gezag en regering, behoort tot de oprichters van de Gemeenschap voor Oud-Illegale Werkers Nederland (GOIWN) en bekleedt tal van functies, onder meer die van eerste voorzitter van de zogenoemde Vertrouwensraad. Zijn mening telt, in eigen kring én ver daarbuiten.

Door het hele land zullen de tribunalen tot hun opheffing in 1948 vijftigduizend verdachten berechten. Willem behoort tot de eerste duizend. Voor grote verraders - de Musserts - zijn Bijzondere Gerechtshoven in het leven geroepen. Zij kunnen de doodstraf opleggen. Die wordt in zo’n veertig gevallen voltrokken.

 

22. Aanklager als rechter

De aantekeningen die Frans van Amelsvoort in zijn grijsbruine ruitjesschrift maakt over zaak D-984, behoren met andere stukken van de musicus en onderwijzer, tot het archief van het Nederlands Muziekinstituut.

Van Amelsvoort maakt deel uit van de 2e Kamer van het Bossche tribunaal, dat uiteindelijk zes nevenschikkende kamers zal tellen, elk bemand door een juridisch geschoolde voorzitter en twee burgers van onbesproken gedrag. De drie zijn aanklager en rechter tegelijk.
In de oorlog heeft Van Amelsvoort zich verre gehouden van de Kultuurkamer - hetgeen hem een beroepsverbod oplevert - en onderdak geboden aan onderduikers.

De Bossche verzetsman en journalist Louis van Bunge, lid van het Bossche tribunaal. Foto Nationaal Monument Oranjehotel

De Bossche verzetsman en journalist Louis van Bunge, lid van het Bossche tribunaal. (Foto: Nationaal Monument Oranjehotel)

Alle rechten voorbehouden

De andere patriot die zich over zaak D-984 buigt, is Louis van Bunge, een journalist die enkele maanden in het beruchte Oranjehotel heeft gezeten, de gevangenis in Scheveningen. Hij ving eveneens onderduikers op, onder wie Van Heuven Goedhart, de minister die begin 1945 het Bossche tribunaal heeft geïnstalleerd.

Voorzitter van de 2e Kamer is Herman Jan van Leeuwen, een jurist wiens 22-jarige zoon, lid van het Amsterdamse studentenverzet, het leven heeft gelaten in een buitenkamp van Dachau.

Op vrijdag 30 november 1945, bijna acht maanden na zijn arrestatie, verschijnt Willem voor dit driemanschap, waartoe met een musicus en een journalist vakbroeders behoren.


23. De veroordeling

"1ste dossier
zoekgeraakt!!"

Van Amelsvoort maakt ook notities over de uitgelekte processen verbaal. Hij verwijst bovendien naar Willems complete dossier dat in het ladeblok van mr. Serraris verdwijnt.

Voorzitter Van Leeuwen zegt tijdens de zitting van 30 november: "Inderdaad zijn er stukken vermist geweest. Maar het tribunaal gelooft niet dat hier opzet in het spel was. In elk geval kan men gerust zijn, ze zijn allen terechtgekomen en het eenige gevolg is geweest, dat de berechting er eenigszins door is vertraagd". Hij benadrukt nog eens dat "geen politieke zaak de gemoederen in Vught zóo in beroering heeft gebracht".

Het schriftje van Frans van Amelsvoort. Hij maakte met potlood zijn notities op  ruitjespapier. Foto auteur/Archief Nederlands Muziekinstituut

Het schriftje van Frans van Amelsvoort. Hij maakte met potlood zijn notities op ruitjespapier. (Foto: Twan van den Brand, Archief Nederlands Muziekinstituut)

Alle rechten voorbehouden

Willems NSB-lidmaatschap doet er voor het tribunaal niet meer toe. Hij heeft het tijdig opgezegd - ruim voor de oorlog, in 1936. De aanklacht draait om het verlenen van steun aan de vijand, vooral met zijn verhalen in de krant. Wat hem verder ten laste wordt gelegd? Aanmelding bij en propaganda voor de Kultuurkamer. En: vriendschappelijke omgang met de Duitsers, met name met majoor Wolk.
Ook overste Erich von Brückner was kennelijk een goede bekende. Waarom zou die anders vanuit de Kaukasus per brief bij hem informeren naar het welzijn van de Van Beuningens, zijn dochter Juliette - "meine kleine Freundin" - in het bijzonder?

Advocaat Adelmeijer voert een verweer dat anderhalf uur duurt. Zijn cliënt keek bij het schrijven "door een Fransche bril", betoogt de raadsman. De naam van maarschalk Pétain laat hij achterwege. "Verdachte is schuldig door nalatigheid, doch niet desbewust."
Het haalt niets uit. Evenmin als de getuigenissen dat Willem zijn contacten met Wolk gebruikte om zijn moeder en anderen van ellende te vrijwaren, dat hij geen mens heeft verraden.

Het tribunaal veroordeelt hem tot een internering van tien maanden met aftrek van voorarrest, een verbod op de uitoefening van zijn beroepen als muziekpedagoog en journalist, ontzegging van het kiesrecht gedurende tien jaar en een boete van honderdduizend gulden, naar de portemonnee van vandaag vertaald ruim zeshonderdduizend euro.

 

24. Goebbels, een kastijding

"Journalist krijgt zware boete", kopt Het Vrije Volk, de sociaaldemocratische krant, enkele dagen later. Andere dagbladen kiezen voor eenzelfde accent. In de strafmaat valt de honderdduizend gulden het meest op. Niet de aanklacht, maar het vermogen van de Van Beuningens lijkt een rol te hebben gespeeld.

De krant Het Vrije Volk bericht op de voorpagina over het vonnis van de 2e Kamer van het Bossche tribunaal. Delpher

De krant Het Vrije Volk bericht op de voorpagina over het vonnis van de 2e Kamer van het Bossche tribunaal. (Bron: Delpher)

Alle rechten voorbehouden

Mr. Van Leeuwen voegt er straffe woorden over Willems journalistieke werk aan toe. "Max Blokzijl kan het U niet verbeteren en Göbbels [Joseph Goebbels, red.] kon het geschreven hebben", zo citeert de Volkskrant hem. Eerstgenoemde is Nederlands beruchtste NSB-propagandist, dan al ter dood veroordeeld, later geëxecuteerd.

De kastijding komt aan. Enkele maanden na Willems vrijlating schrijft zijn moeder een brief aan minister van Justitie Kolfschoten: "Aan die tien maanden internering is niets meer te doen, die heeft hij uitgezeten. Blijft echter de geweldige blaam op zijn naam doordat de voorzitter hem vergeleken heeft met Max Blokzijl en Göbbels."

Zij, haar echtgenoot en haar zoon, ze zullen voor hun reputatie en hun geld strijden. "Mijn man en ik hebben de raad gekregen de heele zaak aan een advocaat van groot formaat uit 't noorden te geven om uit de dorpspolitiek te komen. Ook overweegt mijn man het uitgeven van een brochure waarin alles van a tot z is beschreven."

De brochure blijft achterwege. En het duurt tot eind jaren veertig, maar die advocaat van formaat komt er, al is het er eentje uit Vught. Mr. Maan Sassen (1911-1995), dan net gewezen minister van Overzeese Gebiedsdelen, geacht en invloedrijk. In de oorlog is hij, met andere notabelen, door de Duitsers als gijzelaar vastgehouden in Sint-Michielsgestel.

 

25. Rozencavalieren

Na de uitspraak moet Willem voor twee maanden terug naar kamp Vught. Hij komt op woensdag 6 februari 1946 vrij. Zijn huwelijk ligt dan in duigen.

Het duurt niet lang voor zich een nieuwe liefde aandient, een goede bekende. De Gooise Xenia Pieck heeft Charlotte tijdens de oorlog geholpen bij het inpakken van voedselpakketten voor de gevangenen van Kamp Vught. Ze trouwen in mei 1947.

Twee jaar later verkoopt Charlotte van Beuningen buitenplaats Huize Bergen aan het bisdom Den Bosch. Echtgenoot Willem sr. is overleden, zij vertrekt naar Wassenaar. Haar zoon blijft met Xenia achter in Het Schele Huis.

Willem voelt zich alleszins op zijn gemak in Vught, het dorp waar de ene helft van de bevolking hem na de bevrijding aanklaagde en het andere deel hem op de schouders sloeg.

Bij handboogclub De Rozencavalieren keert hij sowieso terug onder de zijnen. De vereniging van de Vughtse elite is in 1933 opgericht door burgemeester Hendrik Loeff (1895-1973), wiens naam Willem zal opvoeren in een smeekbede aan koningin Wilhelmina. Het is een poging de torenhoge boete ongedaan te maken. Bij die gelegenheid betoogt hij dat "Mr. Loeff een objectieve getuigenis over hem kan en wil afleggen". Ook Loeff zelf pakt de pen. Hij is dik bevriend met Willems ouders, die zijn dorp hebben opgestuwd.

25 Loeff en Wilhelmina

Op 20 maart 1945 bezoekt koningin Wilhelmina Den Bosch. Rechts naast haar burgemeester Loeff, die verzetslieden had uitgenodigd om thee te drinken met de vorstin. Onder hen zijn goede kennis Charlotte Fentener van Vlissingen, geroemd vanwege haar goede werk voor de gevangenen van Kamp Vught. (Foto: Beeldbank Erfgoed ‘s-Hertogenbosch)

Alle rechten voorbehouden

26. Prominente hulp

Hendrik Loeff, in juni 1944 door de Duitsers weggestuurd als burgemeester van Vught, krijgt een half jaar later de ambtsketting van het bevrijde Den Bosch omgehangen. Die verhuizing belet hem niet met veertien andere prominenten een protestbrief te schrijven aan de Hoge Autoriteit, een positie die voor heel het bevrijde zuiden door één man wordt bekleed, de voormalig president van het Bossche gerechtshof, Anthonie Vliegenthart (1881-1950).

De Hoge Autoriteit legt gewicht in de schaal aangezien de uitspraak van een tribunaal pas rechtskracht krijgt na zijn instemming, het zogenoemde fiat executie. Laat nou ook deze Vliegenthart een goede bekende zijn van de familie Van Beuningen. Hij heeft tot de Duitse inval naast Willem senior in de Vughtse gemeenteraad gezeten. Ze vormden samen de fractie van de Protestantsche Lijst.

Uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 1935: Van Beuningen sr en Vliegenthart vormen de tweemansfractie van de Protestantsche lijst. Delpher

Uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 1935: Van Beuningen sr. en Vliegenthart vormen de tweemansfractie van de Protestantsche lijst. (Bron: Delpher)

Alle rechten voorbehouden

Vught telt in de jaren rond de oorlog zo’n 14.000 inwoners, onder wie van oudsher veel gegoede families, al dan niet de drukke stad Den Bosch ontvlucht. In die kleine gemeenschap spelen de ouders van Willem een belangrijke rol, voor en tijdens de oorlog, in velerlei opzichten. Daar is eerder de schijnwerper op gezet. Ze kennen een keur aan kopstukken, lokaal én nationaal.

De vanouds notabele entourage is uitgebreid door de hulp die Charlotte heeft geboden aan de gevangenen van concentratiekamp Vught. Dat levert haar, en de familie, in veel bredere kring sympathie en krediet op. Die hoogachting wil het beeld bij deze of gene wel eens vertroebelen. Zozeer dat een verdenking tegen een Van Beuningen onbestaanbaar is.

 

27. Holla’s 1e Kamer

Hoge Autoriteit Vliegenthart krijgt van meerdere kanten het verzoek om Willem jr. te ontzien. Geen enkele brief is zó stellig geformuleerd als het epistel van de vijftien prominenten, onder wie burgemeester Loeff, de eerder opgedoken dominee Van Wijhe, en Tweede Kamerlid, later minister, Frans Teulings (1881-1966).

"Ondergetekenden zijn ontsteld over de straf aan Van Beuningen jr. opgelegd. We wagen het om de objectiviteit van het tribunaal in twijfel te trekken", schrijven zij, verwijzend naar de uitspraak over Blokzijl en Göbbels. "We doen een ernstig beroep op de Hoge Autoriteit om fiat executie te weigeren."

Vliegenthart schuift de brief terzijde. Wel vraagt hij een andere kamer van het tribunaal om één onderdeel van de strafmaat nog eens te toetsen: het beroepsverbod als muziekpedagoog.

Deze 1e Kamer gaat in juli 1947 veel verder dan gevraagd. Ze betwist nagenoeg het hele eerste vonnis. Voorzitter Holla en zijn beide collega’s vinden namelijk alle beschuldigingen met elkaar samenhangen.

Minister-president Willem Drees met naast zich de ministers Stikker en Sassen (derde van rechts). Die laatste zou Willem van Beuningen jr. als advocaat bijstaan.  Foto Ben Merk/Anefo/Nationaal Archief

Minister-president Willem Drees met naast zich de ministers Stikker en Sassen (derde van rechts). Die laatste zou Willem van Beuningen jr. als advocaat bijstaan. (Foto: Ben Merk, Anefo, Nationaal Archief)

Alle rechten voorbehouden

Van propaganda voor- of lidmaatschap van de Kultuurkamer is in hun ogen geen sprake. Willems vriendschap met Wolk mag ongepast zijn geweest, hij kon er wel anderen mee uit de wind houden. Zijn stukken in de krant waren, hoewel niet allemaal even gelukkig geformuleerd, voor meerdere uitleg vatbaar. Steun aan de vijand? De 1e Kamer ziet geen enkel bewijs.

Holla noteert: "Het tribunaal kan geen termen vinden tot enige maatregel tegen den beschuldigde". Daar voegt hij, in lijn met de opdracht van de Hoge Autoriteit, aan toe: "In het bijzonder niet tot de ontzetting uit het beroep van muziekpedagoog, over welke maatregel het tribunaal alleen te oordelen heeft".

Willem mag in elk geval weer aan het werk.

 

28. Nieuwe inzichten

De radicaal afwijkende uitspraak van de 1e Kamer volgt ruim anderhalf jaar na het eerste vonnis. Emoties zijn er nog volop, maar de vele rechtszaken hebben duidelijk gemaakt dat de ene collaborateur de andere niet is, dat er tussen zwart en wit enig grijs past.

Er is intussen meer veranderd. Zo laat minister Johannes van Maarseveen (1894-1951) van Justitie in de herfst en winter van 1946 duizenden zogenoemde lichte gevallen vrij. Het betekent niet dat ze hun straf zullen ontlopen, beweert hij. Maar "zonder barmhartigheid kan dit vraagstuk niet worden opgelost". Het gaat de katholieke bewindsman niet alleen om mededogen. De regering zit met het grote aantal geïnterneerden, dan nog zo’n vijftigduizend, in de maag.

Volgens Van Maarseveens criteria zou Willem een licht geval zijn geweest. Hij is maanden eerder vrijgekomen en druk doende met zijn gevecht om geld en genoegdoening. Want, schrijft hij aan koningin Wilhelmina, hij moet van de opbrengst van zijn, deels in beslag genomen, vermogen leven "hetgeen gezien de gestegen prijzen en lasten uiterst moeilijk is".

De afrekening nadat mr. Maan Sassen heeft laten weten dat zijn client het verzet staakt. Een klein bedrag van de boete is al ingelost.  Foto auteur/Archief Nederlands Beheersinstituut

De afrekening nadat mr. Maan Sassen heeft laten weten dat zijn cliënt het verzet staakt. Een klein bedrag van de boete is al ingelost. (Foto: Twan van den Brand, Archief Nederlands Beheersinstituut)

Alle rechten voorbehouden

In 1948 krijgt hij voorzichtig bijval, als de waarnemend Hoge Autoriteit Frans de Nerée tot Babberich (1897-1959) een brief schrijft aan de directeur-generaal Bijzondere Rechtspleging. De Nerée vervangt de zieke Vliegenthart en zal hem later opvolgen.

Hij acht het nog geen tijd om Van Beuningen jr. helemaal tegemoet te komen, maar adviseert wel herstel van het actieve en passieve kiesrecht. In zaak D-984 zijn, vindt hij, "door vroegtijdige berechting zwaardere maatregelen opgelegd, dan later het geval zoude zijn geweest". Dat lot treft meer vroege veroordeelden, de tribunalen zijn gaandeweg milder geworden.

Het gevecht duurt dan nog twee jaar. Op 10 januari 1950 laat advocaat Sassen het Nederlandse Beheersinstituut weten dat zijn cliënt zich neerlegt bij de boete van honderdduizend gulden. Korte tijd later krijgt Willem niet alleen zijn kiesrecht terug, hij mag ook weer als journalist aan het werk.

 

29. Mysterieuze Guy Brain

Willem stort zich op de muziek en reist als vanzelfsprekend met regelmaat naar zijn geliefde Parijs. Hij componeert, probeert Europese vakgenoten te verenigen, maakt platen, presenteert een radiorubriek en werkt samen met onder meer Dolf van der Linden (1915-1999) en met leden van diens populaire Metropole Orkest. Dat doet hij als Guy Brain.

Het pseudoniem heeft niets met zijn veroordeling te maken. Hij neemt het al voor de oorlog aan in Parijs, als de Fransen zijn naam steeds verbasteren. Dat Guy komt van Guillaume (Willem), Brain is de achternaam van zijn Engelse grootmoeder. Zo nu en dan varieert hij. Een bundeltje luchtige Brabantse volksverhalen, Herinneringen aan Brabant, publiceert hij als Guy van Beuningen.

De bundel Herinneringen aan Brabant, met vrolijke volksverhalen, verscheen kort voor Willem van Beuningen in Blonay overleed.  Uitgave Gottmer

De bundel Herinneringen aan Brabant, met vrolijke volksverhalen, verscheen kort voor Willem van Beuningen in Blonay overleed. (Bron: Uitgeverij Gottmer)

Alle rechten voorbehouden


In Rhythme, een maandblad voor de jazz- en amusementsmuziek, schrijft journalist Skip Voogd (1933-2021) midden jaren vijftig dat "het uiterst moeilijk is iets over deze mysterieuze mens aan de weet te komen" omdat hij de publiciteit mijdt. "Zo nu en dan duikt Guy Brain in Hilversum op, selecteert dan een stal vaderlandse muzikanten, huurt een repetitiezaaltje en gaat aan het werk. Zijn eigen arrangementen legt hij op tafel, zijn eigen gekozen nummer speelt en test hij. Want Guy Brain maakt platen, veel zelfs."

In hun boek over over dirigenten en componisten van populaire orkestmuziek dichten Naomi en Reuben Musiker hem minder ambitie toe. "Hij betaalde Van der Linden rijkelijk om te componeren en te dirigeren, terwijl hij zelf luisterde en sigaren rookte tijdens de opnames."

Muzikale herinneringen aan zijn favoriete stad, nog uitgebracht op een eigen label. (Bron: Willem van Beuningen jr.)

Muzikale herinneringen aan zijn favoriete stad, nog uitgebracht op een eigen label. (Bron: Discogs.com)

Alle rechten voorbehouden

In de loop der jaren variëren Willems muziekstijlen sterk. De ene keer adopteert hij de renaissance en is het vernieuwend klassiek, dan weer Latijns-Amerikaans. "Querida Peruana is een serenade voor het mooiste meisje van Peru. Als U bovendien weet dat zij allemaal knap zijn, dan weet U welk een verblindende schoonheid hier bezongen wordt", zo luidt de uitleg bij een van zijn platen, uitgegeven door het legendarische His Masters Voice.

Later stort hij zich op pauzemuziek voor de bioscoop. De wisselende genres zijn te danken aan de invloed van de vrouwen aan zijn zijde, weet zoon Charles.

 

30. Een rood kruis

Dat de muziekwereld en niet de directiekamer van het familiebedrijf, de Steenkolen Handelsvereniging, zijn habitat zou worden, was al vroeg duidelijk. Toch ontsnapt Willem niet geheel aan de zakelijke beslommeringen.

In 1955 treedt hij toe tot de Raad van Commissarissen van de SHV, waarin later tot zijn ongenoegen prins Bernhard (1911-2004) zijn opwachting maakt. Die "verscheen pas tegen het einde van de vergaderingen met een blik tabak onder zijn arm om pijp te kunnen roken. Tijdens de lunch had Bernhard het hoogste woord, zakelijk geen enkele inbreng", zo herinnert Charles van Beuningen zich de reactie van zijn vader.

De prinsgemaal bekleedt het commissariaat slechts een half jaar. Hij heeft de bijbaan zonder overleg met de regering aanvaard en stapt in 1959 na politieke druk op.

Willem, inmiddels weg bij Xenia, verhuist het jaar daarop met zijn volgende echtgenote Joy naar Zwitserland. Daar eert hij leven en muziek tot hart en lever het begeven.

30 De kaart uit het bevolkingsregister van Blonay na het overlijden van Willem jr.  Archief Blonay

De kaart uit het bevolkingsregister van Blonay na het overlijden van Willem jr. (Bron: Archief Blonay)

Alle rechten voorbehouden

Op zaterdag 18 april 1970 verschijnt een "enige en algemene kennisgeving" in enkele Nederlandse kranten. Ondanks nieuwe liefdes vermeldt de rouwadvertentie Joy als echtgenote. De scheiding is nooit uitgesproken. Moeder Charlotte overleeft hem.

In Blonay zet een ambtenaar een rood kruis door de naam van de compositeur uit Vught en noteert op de kaart in het bevolkingsregister: "Overleden 15.4.1970". Willem wordt in besloten kring gecremeerd nabij het meer van Genève, ver weg van de rooien en de kouwe borden.

 

Dit verhaal berust op gesprekken met nabestaanden, inzage in bekende én tot nu toe gesloten dossiers, de literatuur, digitale bronnen en krantenarchieven. Alle citaten zijn ontleend aan deze bronnen. Vanwege de leesbaarheid zijn ze soms licht aangepast, zonder de strekking geweld aan te doen.

Bijzondere dank geldt Charles van Beuningen, Ton de Jong (collega en auteur Huize Bergen – Honderd verhalen), Brigitte de Kok (Nationaal Monument Kamp Vught) en het Steunfonds Freelance Journalisten.

 

Bronnen

 

Bakker, J., Gemeentebestuur in oorlogstijd, De stedelijke overheid van Breda onder Duitse bezetting, 2011.

Belinfante, A.D, In plaats van Bijltjesdag, 1978.

Van Beuningen, G. (pseudoniem van Willem van Beuningen), Herinneringen aan Brabant, 1970.

Van Beuningen-Fentener van Vlissingen, Ch. E., Grepen uit een vol en lang leven, 1966.

Van Beuningen-Fentener van Vlissingen, Ch. E., Een nieuwe wereld voor onze kleinkinderen, 1969.

Bossenbroek, M., De Meelstreep, 2001.

Van Dijk, B., Leven naast het kamp, 2013.

Van Dinther-Beerens, W. en Theuws, K., "Twee Vughtse Verzetsmensen", in: Schatten van Vught, 2018.

Van den Eijnde, J., M. Uijland, Ch. Tijenk, Eindpunt of tussenstation, Gids Nationaal Monument Kamp Vught, 2002.

Van den Eijnde, J., Niet verbeterd maar verbitterd, 1994.

Van den Eijnde, J., Vught in de Tweede Wereldoorlog, 1994.

Eefting, H., De Bijzondere Rechtspleging 1944-1952, 2007.

Engelen, D., De BVD in de twintigste eeuw, 2002.

Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940 - 1945, delen 5a, 5b, 5c, 1950.

Govers, F., Corridor naar het verleden, 1983.

Grevers, H., Van landverraders tot goede vaderlanders, 2013.

Groen, K., Er heerst orde en rust, 1979.

Groen, K., Landverraad, de berechting van collaborateurs in Nederland, 1984.

Van der Heijden, N., Willem van Beuningen en Charlotte van Beuningen-Fentener van Vlissingen in Vught, 2001.

Holla, H. en F. Raaijmakers, De landverrader vrij, 1945.

De Jong, L., Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, 1969-1984.

De Jong, T., Huize Bergen, honderd verhalen, 2016.

Kruls, H.J., Generaal in Nederland, 1975.

Meihuizen, J., Noodzakelijk Kwaad, 2003.

Meyers, J., Mussert, een politiek leven, 2005.

Musiker, N. en R., Conductors and Composers of Popular Orchestral Music, 1998.

Noordegraaf, H., "M.C. van Wijhe, een rode dominee in Vught", in: Vught vanouds, 1995.

Piersma, H., Op eigen gezag, 2019.

Romijn, P., Snel, streng en rechtvaardig, 1989.

Schrover, W. en H. Smeets, De laatste oorlogsmaanden, Vught september/oktober 1944, 2019.

Schoonoord, D.C.L, Het 'Circus Kruls', Militair Gezag in Nederland 1944-1946, 2011.

Termeer, H., Het geweten der natie, 1994.

Tukker, B., Dolf van der Linden, de vader van het Metropole Orkest, 2015.

Van der Vaart Smit, H.W., Kamptoestanden, 1949.

Van Wijhe, M. C., Het kamp te Vught, 1945.

Van der Zee, H., In ballingschap, de Nederlandse kolonie in Engeland 1940-1945, 2005.

Beuningen, Charles van: Herinneringen aan mijn vader (verhalen voor het nageslacht, privé-stukken aan auteur beschikbaar gesteld)

Beuningen, Charles van, interviews 9 september 2020 en 1 september 2021

Ghiringhelli, Gianni (Blonay), per mail november 2021

Leij, Onno van der, telefonisch interview 7 juli 2021

Moerings, Bert en Karel, Palm Beach Gardens en Jacksonville (Florida, VS), per mail 9, 11 en 12 juli 2021.

Tukker, Bas, biograaf Dolf van der Linden, per mail 29 oktober 2021.

Brabants Historisch Informatie Centrum, 127 Militair Gezag in Noord-Brabant 1944-1946.

Brabants Historisch Informatie Centrum, 1138 AJ Vliegenthart als Hoge Autoriteit 1943-1959.

Brabants Historisch Informatie Centrum, 5109 Gemeentepolitie Vught 1931-1985.

Brabants Historisch Informatie Centrum, 5131 Gemeentebestuur Vught 1931-1985.

Brabants Historisch Informatie Centrum, 7828 Gemeentebestuur Grave 1942-1969.

Bundesarchiv

Hauptstaatsarchiv Weimar, NS-archief des MfS 11497.

Het Utrechts Archief, 1339 Familie Van Beuningen.

Nationaal Archief, 2.03.01   Ministeries voor Algemeene Oorlogsvoering en van Algemene Zaken.

Nationaal Archief, 2.09.1601/1602 Nederlands Beheersinstituut.

Nationaal Archief, 2.09.06   Ministerie van Justitie te Londen 1940-1945.

Nationaal Archief, 2.09.09   Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging.

Nationaal Archief, 2.09.107 Bureaus Kabinet en Juridische Zaken van de afdeling politie Ministerie van Justitie 1945-1952.

Nationaal Archief, 2.13.25   Militair Gezag 1943-1946.

Nationaal Monument Kamp Vught.

Haags Gemeentearchief/Nederlands Muziekinstituut, 3350-01  Frans van Amelsvoort, dirigent.

NIOD, 086    Beauftragten des Reichskommissars.

NIOD, 250g  Konzentrationslager Herzogenbusch.

NIOD, 105    Persgilde.

Stadtarchiv Northeim.

Algemeen Dagblad.

Algemeen Handelsblad.

De Echo van het Zuiden.

De Nieuwe Courant.

De Telegraaf.

De Volkskrant.

De Vrije Pers.

De Waarheid.

De Tijd.

Eindhovensch Dagblad.

Het Huisgezin.

Nederlandsch Dagblad.

Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant.

Vrije Geluiden.