Al in de dertiende eeuw vormen de joden in de steden van het hertogdom Brabant een kleine minderheid. Hun aantal neemt toe als gevolg van geloofsvervolgingen in Spanje (1492) en Portugal (1536). Omstreeks 1630 bereiken joden uit Midden- en Oost-Europa de Nederlanden. Zij zijn op de vlucht voor het geweld van de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648). De Portugese en Hoogduitse joden verschillen van elkaar in achtergrond, taal en cultuur, maar worden op grond van hun gemeenschappelijke religie als één gemeenschap gezien. Door regels en omstandigheden gedwongen zoeken zij in de 18e eeuw een bestaan in het uitventen van goederen op het platteland van Noord-Brabant. In verschillende plaatsen in Noord-Brabant ontstaan kleine joodse gemeenschappen.
Artikel - Gepubliceerd op
Joden in Brabant
Tijdvak van ontdekkers en hervormers: 1450 – 1600